Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R1225

Verordening (EU) nr. 1225/2010 van de Raad van 13 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten

PB L 336 van 21/12/2010, p. 1–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 22/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1225/oj

21.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 336/1


VERORDENING (EU) Nr. 1225/2010 VAN DE RAAD

van 13 december 2010

tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 43, lid 3, van het Verdrag moet de Raad op voorstel van de Commissie de maatregelen voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen.

(2)

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1) bepaalt dat maatregelen inzake de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten worden vastgesteld met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen en met name van verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV).

(3)

Het is de taak van de Raad maatregelen inzake het vaststellen en verdelen van de vangstmogelijkheden te treffen per visserijtak of groep van visserijtakken, in voorkomend geval met inbegrip van bepaalde voorwaarden die daar functioneel mee verbonden zijn. De vangstmogelijkheden moeten zo over de lidstaten worden verdeeld, dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten per bestand of per visserij geniet, mede met inachtneming van de in Verordening (EG) nr. 2371/2002 bepaalde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

(4)

De totaal toegestane vangsten (TAC’s) dienen te worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, met dien verstande dat een gelijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd, alsook in het licht van de standpunten die tijdens de raadpleging van de belanghebbende partijen naar voren worden gebracht, met name tijdens de vergaderingen met het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur, en met de betrokken regionale adviesraden.

(5)

De vangstmogelijkheden moeten in overeenstemming zijn met de internationale overeenkomsten en beginselen, onder meer de overeenkomst van de Verenigde Naties van 1995 betreffende de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende bestanden en bestanden van over grote afstanden trekkende soorten (2), en met de gedetailleerde beheersbeginselen die de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties heeft neergelegd in haar internationale richtsnoeren van 2008 betreffende het beheer van de diepzeevisserij op volle zee, met name de regel dat wetgevers voorzichtiger moeten zijn wanneer informatie onzeker, onbetrouwbaar of onjuist is. Het ontbreken van adequate wetenschappelijke gegevens mag geen reden zijn om instandhoudings- en beheersmaatregelen uit te stellen of achterwege te laten.

(6)

Uit het meest recente advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) (3) en van het WTECV (4) blijkt dat de meeste diepzeebestanden niet op duurzame wijze worden geëxploiteerd, en dat om de duurzaamheid van die bestanden te verzekeren, de desbetreffende vangstmogelijkheden moeten worden verlaagd, totdat de ontwikkeling van de bestanden een positieve trend te zien geeft. ICES heeft verder geadviseerd geen op Atlantische slijmkop gerichte visserij toe te laten.

(7)

De voornaamste commerciële soorten diepzeehaaien worden als uitgeput beschouwd, en daarom mag geen gerichte bevissing van diepzeehaaien plaatsvinden. Zolang de hoeveelheid onvermijdelijke bijvangst niet door middel van selectiviteitsprojecten en andere technische maatregelen is vastgesteld, is de aanlanding van bijvangst niet toegestaan.

(8)

De vangstmogelijkheden betreffende diepzeesoorten als vermeld in de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (5), worden per twee jaar vastgesteld. Hierop wordt evenwel een uitzondering gemaakt voor de bestanden grote zilvervis en voor de visserij op blauwe leng als hoofdactiviteit, ten aanzien waarvan de vangstmogelijkheden afhangen van het resultaat van de jaarlijkse onderhandelingen met Noorwegen. De vangstmogelijkheden betreffende die bestanden worden derhalve vastgesteld in een andere, ter zake geldende jaarverordening.

(9)

Op grond van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (6) moet worden bepaald op welke bestanden de verschillende in die verordening bedoelde maatregelen worden toegepast.

(10)

Om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, is het van belang dat op 1 januari 2011 met deze visserij een aanvang kan worden gemaakt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp

Bij deze verordening worden voor 2011 en 2012 de jaarlijkse vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen vastgesteld, betreffende visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten in uniale wateren en in bepaalde niet-uniale wateren waar vangstbeperkingen nodig zijn.

Artikel 2

Definities

1.   In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„EU-vaartuig”, vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;

b)

„uniale wateren”, de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van de wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde gebieden;

c)

„totaal toegestane vangst (TAC)”, de hoeveelheden die elk jaar van elk bestand mogen worden gevangen en aangeland;

d)

„quotum”, het gedeelte van een TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

e)

„internationale wateren”, wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van een staat vallen.

2.   In deze verordening gelden de volgende definities voor zones:

a)

ICES-zones zijn de zones als bedoeld in Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (7);

b)

CECAF-zones (Fishery Committee for the Eastern Central Atlantic — Visserijcommissie voor het centraal-oostelijke deel van de Atlantische Oceaan, of FAO-gebied 34) zijn de zones als bedoeld in Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (8).

Artikel 3

TAC’s en verdeling

De TAC’s voor diepzeesoorten die door EU-vaartuigen in uniale wateren en in bepaalde niet-uniale wateren worden gevangen, de verdeling van die TAC’s over de lidstaten, en in voorkomend geval de voorwaarden die daar functioneel mee verbonden zijn, worden in de bijlage vastgesteld.

Artikel 4

Bijzondere bepalingen inzake de verdeling

De in de bijlage vastgestelde verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten geldt onverminderd:

a)

het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

b)

de kortingen en herverdelingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (9) of op grond van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (10);

c)

de aanlanding van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

d)

de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 ingehouden hoeveelheden;

e)

de verlagingen op grond van de artikelen 105 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Artikel 5

Verhouding tot Verordening (EG) nr. 847/96

Voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 847/96 worden alle in de bijlage bij deze verordening vastgestelde quota beschouwd als analytische quota.

Artikel 6

Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten

Van bestanden ten aanzien waarvan bij deze verordening vangstmogelijkheden worden vastgesteld, mag slechts vis aan boord worden gehouden of aangeland die is gevangen door vaartuigen van een lidstaat waarvan de quota nog niet zijn uitgeput.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 december 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

K. PEETERS


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties van 10 december 1982 inzake het recht van de zee die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 189 van 3.7.1998, blz. 16).

(3)  Verslag van het Advisory Committee on widely distributed and migratory stocks van ICES, boek 9, juni 2010.

(4)  JRC Scientific and Technical Reports, Review of scientific advice for 2011, deel 2, juli 2010.

(5)  PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6.

(6)  PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3.

(7)  PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70.

(8)  PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1.

(9)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(10)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.


BIJLAGE

Tenzij anders bepaald, wordt onder visserijzone een ICES-zone verstaan.

DEEL 1

Definitie van soorten en groepen van soorten

1.

In de lijst in deel 2 van deze bijlage zijn de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde van de Latijnse namen van de vissoorten. De diepzeehaaien staan echter bovenaan op de lijst. Voor de toepassing van deze verordening volgt hieronder een tabel met de gewone Nederlandse namen en de overeenkomstige Latijnse namen:

Gewone naam

Wetenschappelijke naam

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Beryx spp.

Beryx spp.

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Blauwe leng

Molva dypterygia

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gaffelkabeljauw

Phycis spp.

2.

In deze verordening worden onder „diepzeehaaien” de volgende soorten verstaan:

Gewone naam

Wetenschappelijke naam

Apristurus spp.

Apristurus spp.

Franjehaai

Chlamydoselachus anguineus

Ruwe doornhaai

Centrophorus granulosus

Schubzwelghaai

Centrophorus squamosus

Portugese ijshaai

Centroscymnus coelolepis

Langsnuitijshaai

Centroscymnus crepidater

Zwarte lantaarnhaai

Centroscyllium fabricii

Spitssnuitsnavelhaai

Deania calcea

Zwarte haai

Dalatias licha

Grote lantaarnhaai

Etmopterus princeps

Zwarte doornhaai

Etmopterus spinax

Spaanse hondshaai

Galeus melastomus

Muiskathaai

Galeus murinus

Stompsnuitzeskieuwshaai

Hexanchus griseus

Zeilvinruwhaai

Oxynotus paradoxus

Mestandijshaai

Scymnodon ringens

Groenlandse haai

Somniosus microcephalus

DEEL 2

Jaarlijkse vangstmogelijkheden per soort en per gebied (in ton levend gewicht) voor EU-vaartuigen in gebieden met TAC’s

Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX (DWS/56789-)

Jaar

2011 (1)

2012

 

Duitsland

0

0

 

Estland

0

0

 

Ierland

0

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

0

0

 

Litouwen

0

0

 

Polen

0

0

 

Portugal

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van X (DWS/10-)

Jaar

2011 (2)

2012

 

Portugal

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Diepzeehaaien en Deania hystricosa en Deania profundorum

Gebied

:

Internationale wateren van XII (DWS/12-)

Jaar

2011 (3)

2012

 

Ierland

0

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van I, II, III en IV (BSF/1234-)

Jaar

2011

2012

 

Duitsland

4

3

 

Frankrijk

4

3

 

Verenigd Koninkrijk

4

3

 

EU

12

9

 

TAC

12

9

 


Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van V, VI, VII en XII (BSF/56712-)

Jaar

2011

2012

 

Duitsland

27

25

 

Estland

13

12

 

Ierland

67

62

 

Spanje

134

124

 

Frankrijk

1 884

1 743

 

Letland

88

81

 

Litouwen

1

1

 

Polen

1

1

 

Verenigd Koninkrijk

134

124

 

Overige (4)

6

6

 

EU

2 356

2 179

 

TAC

2 356

2 179

 


Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VIII, IX en X (BSF/8910-)

Jaar

2011

2012

 

Spanje

11

11

 

Frankrijk

26

26

 

Portugal

3 311

3 311

 

EU

3 348

3 348

 

TAC

3 348

3 348

 


Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van CECAF 34.1.2. (BSF/C3412-)

Jaar

2011

2012

 

Portugal

4 071

3 867

 

EU

4 071

3 867

 

TAC

4 071

3 867

 


Soort

:

Beryx spp.

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (ALF/3X14-)

Jaar

2011

2012

 

Ierland

10

10

 

Spanje

74

74

 

Frankrijk

20

20

 

Portugal

214

214

 

Verenigd Koninkrijk

10

10

 

EU

328

328

 

TAC

328

328

 


Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van I, II en IV (RNG/124-)

Jaar

2011

2012

 

Denemarken

2

1

 

Duitsland

2

1

 

Frankrijk

9

10

 

Verenigd Koninkrijk

2

1

 

EU

15

13

 

TAC

15

13

 


Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van III (RNG/03-) (5)

Jaar

2011

2012

 

Denemarken

804

804

 

Duitsland

5

5

 

Zweden

41

41

 

EU

850

850

 

TAC

850

850

 


Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van Vb, VI, VII (RNG/5B67)

Jaar

2011 (6)

2012 (6)

 

Duitsland

5

5

 

Estland

43

38

 

Ierland

190

165

 

Spanje

48

41

 

Frankrijk

2 409

2 096

 

Litouwen

55

48

 

Polen

28

25

 

Verenigd Koninkrijk

141

123

 

Overige (7)

5

5

 

EU

2 924

2 546

 

TAC

2 924

2 546

 


Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VIII, IX, X, XII en XIV (RNG/8X-14-)

Jaar

2011 (8)

2012 (8)

 

Duitsland

30

26

 

Ierland

6

6

 

Spanje

3 286

2 857

 

Frankrijk

151

132

 

Letland

53

46

 

Litouwen

6

6

 

Polen

1 028

894

 

Verenigd Koninkrijk

13

12

 

EU

4 573

3 979

 

TAC

4 573

3 979

 


Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VI (ORY/06-)

Jaar

2011

2012

 

Ierland

0

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VII (ORY/07-)

Jaar

2011

2012

 

Ierland

0

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

Overige

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VIII, IX, X, XII en XIV (ORY/1CX14C)

Jaar

2011

2012

 

Ierland

0

0

 

Spanje

0

0

 

Frankrijk

0

0

 

Portugal

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

0

0

 

EU

0

0

 

TAC

0

0

 


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van II en IV (BLI/24-)

Jaar

2011

2012

 

Denemarken

4

4

 

Duitsland

4

4

 

Ierland

4

4

 

Frankrijk

25

25

 

Verenigd Koninkrijk

15

15

 

Overige (9)

4

4

 

EU

56

56

 

TAC

56

56

 


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van III (BLI/03-)

Jaar

2011

2012

 

Denemarken

4

3

 

Duitsland

2

2

 

Zweden

4

3

 

EU

10

8

 

TAC

10

8

 


Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VI, VII en VIII (SBR/678-)

Jaar

2011 (10)

2012 (10)

 

Ierland

6

6

 

Spanje

172

172

 

Frankrijk

9

9

 

Verenigd Koninkrijk

22

22

 

Overige (11)

6

6

 

EU

215

215

 

TAC

215

215

 


Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van IX (SBR/09-)

Jaar

2011 (12)  (13)

2012 (12)  (13)

 

Spanje

614

614

 

Portugal

166

166

 

EU

780

780

 

TAC

780

780

 


Soort

:

Zeebrasem

Pagelluse bogaraveo

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van X (SBR/10-)

Jaar

2011

2012

 

Spanje

10

10

 

Portugal

1 116

1 116

 

Verenigd Koninkrijk

10

10

 

EU

1 136

1 136

 

TAC

1 136

1 136

 


Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis spp.

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van I, II, III en IV (GFB/1234-)

Jaar

2011

2012

 

Duitsland

9

9

 

Frankrijk

9

9

 

Verenigd Koninkrijk

13

13

 

EU

31

31

 

TAC

31

31

 


Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis spp.

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van V, VI en VII (GFB/567-)

Jaar

2011 (14)

2012 (14)

 

Duitsland

10

10

 

Ierland

260

260

 

Spanje

588

588

 

Frankrijk

356

356

 

Verenigd Koninkrijk

814

814

 

EU

2 028

2 028

 

TAC

2 028

2 028

 


Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis spp.

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van VIII en IX (GFB/89-)

Jaar

2011 (15)

2012 (15)

 

Spanje

242

242

 

Frankrijk

15

15

 

Portugal

10

10

 

EU

267

267

 

TAC

267

267

 


Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis spp.

Gebied

:

Uniale wateren en internationale wateren van X en XII (GFB/1012-)

Jaar

2011

2012

 

Frankrijk

9

9

 

Portugal

36

36

 

Verenigd Koninkrijk

9

9

 

EU

54

54

 

TAC

54

54

 


(1)  Bijvangsten tot 3 % van de quota voor 2009 zijn toegestaan.

Ter informatie: quota voor 2009

Duitsland

20

Estland

1

Ierland

55

Spanje

93

Frankrijk

339

Litouwen

1

Polen

1

Portugal

127

Verenigd Koninkrijk

187

(2)  Bijvangsten tot 3 % van de quota voor 2009 zijn toegestaan.

Ter informatie: quota voor 2009

Portugal

10

(3)  Bijvangsten tot 3 % van de quota voor 2009 zijn toegestaan.

Ter informatie: quota voor 2009

Ireland

1

Spanje

17

Frankrij

6

Verenigd Koninkrijk

1

(4)  Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(5)  In afwachting van overleg tussen de Europese Unie en Noorwegen mag niet gericht op grenadiervis worden gevist in ICES-zone IIIa.

(6)  Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de uniale wateren en internationale wateren in de gebieden VIII, IX, X, XII en XIV.

(7)  Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(8)  Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de uniale wateren en internationale wateren in de gebieden Vb, VI en VII.

(9)  Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(10)  Er wordt een minimummaat bij aanlanding van 35 cm (totale lengte) in acht genomen. Ten belope van 15 % van de aangelande vis wordt echter een minimummaat bij aanlanding van 30 cm (totale lengte) toegestaan.

(11)  Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(12)  Er wordt een minimummaat bij aanlanding van 35 cm (totale lengte) in acht genomen. Ten belope van 15 % van de aangelande vis wordt echter een minimummaat bij aanlanding van 30 cm (totale lengte) toegestaan.

(13)  Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de uniale wateren en internationale wateren in de gebieden VI, VII en VIII.

(14)  Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de uniale wateren en internationale wateren in de gebieden VIII en IX.

(15)  Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de uniale wateren en internationale wateren in de gebieden V, VI en VII.


Top