Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0097

    2009/97/EG: Besluit van de Raad van 24 juli 2008 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

    PB L 36 van 05/02/2009, p. 18–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/97(1)/oj

    5.2.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 36/18


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 24 juli 2008

    betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een memorandum voor samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

    (2009/97/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad heeft de Commissie op 30 november 2007 gemachtigd onderhandelingen aan te knopen over een overeenkomst inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden tussen de Europese Gemeenschap en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (de ICAO).

    (2)

    De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandeld over een memorandum van samenwerking met de ICAO inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden, overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I en de ad-hocprocedure in bijlage II bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen aan te knopen.

    (3)

    Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient het memorandum van samenwerking voorlopig te worden toegepast,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De ondertekening van het memorandum van samenwerking tussen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en de Europese Gemeenschap inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd onder voorbehoud van het besluit van de Raad houdende sluiting.

    De tekst van het memorandum is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of personen aan te duiden die namens de Gemeenschap gemachtigd is (zijn) om het memorandum namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

    Artikel 3

    Op voorwaarde van wederkerigheid wordt het memorandum voorlopig toegepast met ingang van de datum van ondertekening, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de formele sluiting.

    Gedaan te Brussel, 24 juli 2008.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    B. HORTEFEUX


    VERTALING

    MEMORANDUM VAN SAMENWERKING

    tussen de Europese Gemeenschap en de internationale burgerluchtvaartorganisatie inzake veiligheidscontroles/-inspecties en aanverwante aangelegenheden

    DE INTERNATIONALE BURGERLUCHTVAARTORGANISATIE („ICAO”),

    en

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP („EG”),

    hierna „de partijen” genoemd,

    HERINNERENDE aan het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago is ondertekend, hierna „het Verdrag van Chicago” genoemd, en met name aan bijlage 17 — Veiligheid daarvan, hierna „bijlage 17” genoemd;

    REKENING HOUDENDE met Resolutie A35-9 van de Algemene Vergadering van de ICAO, waarbij de secretaris-generaal de opdracht kreeg om het ICAO Universal Security Audit Programme (USAP), dat regelmatige, verplichte, systematische en geharmoniseerde veiligheidsaudits omvat van alle landen die partij zijn bij het Verdrag van Chicago (hierna „de verdragsluitende landen” genoemd), voort te zetten;

    HERINNERENDE aan Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (1), hierna „Verordening 2320/2002” genoemd, en Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (2), hierna „Verordening 300/2008” genoemd, die Verordening 2320/2002 vervangt zodra de nodige uitvoeringsmaatregelen zijn vastgesteld;

    WIJZENDE op Verordening (EG) nr. 1486/2003 van de Commissie van 22 augustus 2003 tot vaststelling van procedures voor de inspecties van de Commissie op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (3), en met name op artikel 16, waarin is bepaald dat de Commissie rekening moet houden met de voorgenomen of recent verrichte beveiligingscontroles van intergouvernementele organisaties, teneinde de algehele doeltreffendheid van de onderscheiden beveiligingsinspecties en controleactiviteiten te verzekeren;

    REKENING HOUDENDE met de toepassing van relevante Gemeenschapswetgeving, met name Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (4) en Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde, hierna „Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom” genoemd, en met name met delen 10 en 26, en met de wijzigingen daarvan (5);

    REKENING HOUDENDE met het feit dat de meeste normen van bijlage 17 ook vervat zijn in Verordening 2320/2002 en dat de Commissie in de lidstaten van de Europese Unie (hierna „de EU” genoemd) inspecties uitvoert om toezicht te houden op de toepassing van deze verordening;

    OVERWEGENDE dat het auditprogramma van de ICAO en het inspectieprogramma van de Commissie in de eerste plaats tot doel hebben de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door toezicht te houden op de naleving van de toepasselijke normen, door eventuele tekortkomingen op te sporen en door te garanderen dat deze worden verholpen, voor zover nodig;

    OVERWEGENDE dat het wenselijk is op zodanige wijze wederzijdse samenwerking tot stand te brengen op het gebied van controles/inspecties van de luchtvaartveiligheid en aanverwante aangelegenheden dat beter gebruik wordt gemaakt van de beperkte middelen, dubbel werk wordt vermeden en het universele karakter en de integriteit van het USAP-programma van de ICAO worden behouden;

    OVERWEGENDE dat de Commissie de bevoegdheid heeft om de naleving van de communautaire wetgeving inzake veiligheid van de luchtvaart af te dwingen;

    OVERWEGENDE dat de ICAO-raad tijdens zijn 176e zitting heeft vastgesteld dat de ICAO-controles van de luchtvaartveiligheid, voor zover mogelijk, in de eerste plaats aandacht moeten besteden aan het vermogen van een land om passend nationaal toezicht te houden, en dat de raad de secretaris-generaal heeft verzocht samenwerkingsmogelijkheden te onderzoeken en na te gaan hoe de beschikbare middelen op de meest efficiënte wijze kunnen worden gebruikt in gebieden waar verplichte regionale auditprogramma’s van de overheid bestaan;

    1.   Algemene bepalingen

    1.1.   De normen van bijlage 17 die niet in de EG-wetgeving zijn vervat, vallen buiten het toepassingsgebied van dit memorandum van samenwerking.

    1.2.   Met betrekking tot de normen van bijlage 17 die wel in de EG-wetgeving zijn vervat, beoordeelt de ICAO de door de Commissie uitgevoerde inspecties van de bevoegde nationale autoriteiten van de EU-lidstaten teneinde na te gaan of de verdragsluitende landen waarop de communautaire wetgeving inzake veiligheid van de burgerluchtvaart van toepassing is, deze normen naleven overeenkomstig punt 3 van dit memorandum van overeenstemming.

    1.3.   De uitvoering van ICAO-evaluaties in de Europese Gemeenschap wordt besproken op verzoek van een van de partijen, en minstens één keer per jaar.

    1.4.   ICAO-auditors mogen de inspecties van de Commissie op EU-luchthavens occasioneel als waarnemer bijwonen, nadat de Commissie daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gekregen van de betrokken EU-lidstaat.

    2.   Informatie die aan de ICAO moet worden verstrekt over inspecties van de Commissie in de Europese Gemeenschap

    2.1.   Overeenkomstig Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom, mag de volgende gerubriceerde informatie van niveau „RESTREINT UE” aan gemachtigd personeel van de ICAO worden verstrekt:

    A.

    Gemeenschappelijke regels en normen op het gebied van luchtvaartveiligheid die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening 2320/2002 of artikel 4 van Verordening 300/2008, en

    B.

    Met betrekking tot de inspecties van bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten die door de Commissie zijn uitgevoerd:

    a)

    algemene informatie over de planning van inspecties van de Commissie, inclusief de planning van de inspecties van bevoegde nationale autoriteiten, en alle wijzigingen daarvan, zodra deze beschikbaar zijn;

    b)

    de status van de inspectieactiviteiten van bevoegde nationale autoriteiten en luchthavens, de datums waarop de definitieve inspectieverslagen zijn gepubliceerd en de datums waarop de actieplannen van het betrokken land zijn ontvangen;

    c)

    de inspectiemethode van de Commissie;

    d)

    het verslag van de inspectie van de bevoegde nationale autoriteiten, samen met het van het betrokken land ontvangen actieplan inzake de inspectie van de bevoegde nationale autoriteit, waarin acties en termijnen voor het verhelpen van vastgestelde tekortkomingen zijn gespecificeerd, en

    e)

    follow-upacties van de Commissie met betrekking tot de inspectie van de bevoegde nationale autoriteit.

    2.2.   De toegang tot gerubriceerde informatie van de Europese Unie die door de Commissie in het kader van deze samenwerking aan gemachtigd personeel is verstrekt, wordt op „need to know”-basis door de ICAO beperkt. Het gemachtigde personeel mag deze informatie niet doorgeven aan derde partijen. De ICAO past alle nodige juridische en interne mechanismen toe om de vertrouwelijkheid van de door de Commissie verstrekte informatie te beschermen.

    2.3.   De Commissie en de ICAO moeten overeenstemming bereiken over verdere procedures voor de bescherming van gerubriceerde informatie die in het kader van dit memorandum van samenwerking door de Commissie is verstrekt. Deze procedures moeten de Commissie ook de mogelijkheid bieden na te gaan welke beschermingsmaatregelen de ICAO heeft genomen.

    3.   Door de ICAO uitgevoerde evaluaties van het systeem van de Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart

    3.1.   Door de ICAO uitgevoerde evaluaties van het systeem van de Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart bestaan uit een analyse van de eisen van de Commissie en de krachtens punt 2 verstrekte informatie. Voor zover nodig zal de ICAO een bezoek brengen aan de kantoren van het directoraat-generaal Energie en vervoer van de Commissie in Brussel (België).

    3.2.   Over specifieke voorwaarden en praktische regelingen van de ICAO-evaluaties van het systeem van de Commissie voor veiligheidsinspecties in de luchtvaart wordt overeenstemming bereikt via briefwisseling tussen de ICAO en de Commissie.

    4.   Geschillenbeslechting

    4.1.   Meningsverschillen of geschillen over de interpretatie of de toepasselijkheid van dit memorandum van samenwerking worden beslecht op basis van onderhandelingen tussen de partijen.

    4.2.   Niets wat vermeld staat in of verband houdt met dit memorandum van samenwerking mag worden beschouwd als een verklaring van afstand van de voorrechten en immuniteiten van de partijen.

    5.   Overige overeenkomsten

    5.1.   Dit memorandum van samenwerking heeft geen voorrang op en loopt niet vooruit op andere vormen van samenwerking tussen de partijen.

    6.   Herziening — Inwerkingtreding

    6.1.   De partijen zullen de toepassing van dit memorandum van samenwerking opnieuw bekijken aan het einde van de huidige fase van het USAP-programma of eerder, indien een van beide partijen dit nodig acht.

    6.2.   In afwachting van de inwerkingtreding van dit memorandum van samenwerking wordt het voorlopig toegepast vanaf de datum waarop het is ondertekend.

    6.3.   Dit memorandum van samenwerking treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de laatste van de twee kennisgevingen waarmee de partijen elkaar meedelen dat zij hun respectieve interne procedures hebben stopgezet.

    Gedaan te Montreal, de zeventiende september tweeduizend acht, in tweevoud, in het Engels.

    Voor de Europese Gemeenschap

    Voor de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie


    (1)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1.

    (2)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

    (3)  PB L 213 van 23.8.2003, blz. 3.

    (4)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

    (5)  Besluit 2005/94/EG, Euratom, Besluit 2006/70/EG, Euratom en Besluit 2006/548/EG, Euratom.


    Top