EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001F1121(01)

Akte van de Raad van 16 oktober 2001 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie

PB C 326 van 21/11/2001, p. 1–1 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, GA, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

32001F1121(01)

Akte van de Raad van 16 oktober 2001 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. 326 van 21/11/2001 blz. 0001 - 0001


Akte van de Raad

van 16 oktober 2001

tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie

(2001/C 326/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 31, onder a), en 34, lid 2, onder d),

Gezien het initiatief van de Franse Republiek(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie dienen de regels inzake de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie te worden verbeterd en daartoe dient een protocol, zoals opgenomen in bijlage dezes, te worden vastgesteld.

(2) Artikel 8 van het protocol valt onder artikel 1 van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(3).

(3) De procedures die zijn ingesteld bij de tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(4), zijn ten aanzien van deze bepaling nageleefd.

(4) Wanneer de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder a), van de bovenvermelde overeenkomst, van de aanneming van deze akte in kennis worden gesteld, worden de beide landen in het bijzonder ingelicht over de inhoud van artikel 16 betreffende de inwerkingtreding voor IJsland en Noorwegen,

BESLUIT

dat het protocol, waarvan de tekst aan deze akte is gehecht en die heden door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie wordt ondertekend, is vastgesteld;

BEVEELT AAN dat de lidstaten deze overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aannemen;

VERZOEKT de lidstaten vóór 1 juli 2002 te beginnen met de daartoe vereiste procedures.

Gedaan te Luxemburg, 16 oktober 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

D. Reynders

(1) PB C 243 van 24.8.2000, blz. 11.

(2) Advies van 4 oktober 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(4) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

Top