(1)

Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad (3) bevat een nieuw rechtskader voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat ervoor moet zorgen dat dat beleid beter presteert ten aanzien van de in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgelegde doelstellingen van de Unie. In die verordening zijn deze met het GLB te bereiken doelstellingen van de Unie verder uitgewerkt en zijn de interventietypes en de voor de lidstaten geldende gemeenschappelijke vereisten van de Unie omschreven, maar wordt de lidstaten ruimte gelaten bij het ontwerpen van de in hun strategisch GLB-plan op te nemen interventies voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2027.

(2)

Verordening (EU) 2021/2115 bevat alle interventietypes in bepaalde landbouwsectoren als genoemd in Verordening (EU) nr. 1308/2013. Bijgevolg worden de in Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgelegde bepalingen inzake steun in de sector olijfolie en tafelolijven, in de sector groenten en fruit, in de wijnsector, in de bijenteeltsector en in de hopsector op grond van Verordening (EU) 2021/2117 van het Europees Parlement en de Raad (4) geschrapt met ingang van 1 januari 2023.

(3)

In die context heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) 2021/2115 aanvullende eisen vastgesteld voor het ontwerp van de in de strategische GLB-plannen op te nemen interventies, namelijk bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/126 van de Commissie (5). Die gedelegeerde verordening vervangt de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 611/2014 (6), (EU) 2015/1366 (7), (EU) 2016/1149 (8) en (EU) 2017/891 (9) van de Commissie.

(4)

De Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/1366, (EU) 2016/1149 en (EU) 2017/891 bevatten een aantal op Verordening (EU) nr. 1306/2013 gebaseerde bepalingen betreffende controles, sancties of het ontstaansfeit met betrekking tot steun in de sector groenten en fruit, in de wijnsector en in de bijenteeltsector.

(5)

Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (10) voorziet in voorschriften inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en trekt Verordening (EU) nr. 1306/2013 in. Overeenkomstig de bij Verordening (EU) 2021/2115 ingevoerde aanpak voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie laat die verordening de lidstaten ook meer ruimte, met name wet betreft de uit te voeren controles en de op te leggen sancties.

(6)

Bijgevolg moeten de desbetreffende artikelen van en bijlagen bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 met ingang van 1 januari 2023 worden geschrapt. Overeenkomstig artikel 5, lid 4 en lid 6, punt c), van Verordening (EU) 2021/2117 en artikel 104, lid 1, punt a), ii) en iii), van Verordening (EU) 2021/2116 moeten zij echter van toepassing blijven voor wat betreft de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor acties die vóór 1 januari 2023 worden uitgevoerd in het kader van de steunregeling in de sector groenten en fruit, en voor wat betreft operationele programma’s die tot het einde ervan doorlopen, met inbegrip van de operationele programma’s die de lidstaten in 2022 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 vóór 1 januari 2023 hebben goedgekeurd.

(7)

De Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 611/2014 en (EU) 2015/1366 moeten met ingang van 1 januari 2023 worden ingetrokken. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2021/2117 moeten zij echter van toepassing blijven voor wat betreft de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor acties die vóór 1 januari 2023 worden uitgevoerd in het kader van de steunregelingen in de sector olijfolie en tafelolijven, respectievelijk de bijenteeltsector.

(8)

Overeenkomstig artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2117 moet Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1149 met ingang van 16 oktober 2023 worden ingetrokken, maar van toepassing blijven voor wat betreft de uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor acties die vóór 16 oktober 2023 worden uitgevoerd in het kader van de steunregeling in de wijnsector, en voor wat betreft uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor acties die vóór 16 oktober 2025 op grond van de artikelen 46 en 50 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden uitgevoerd, mits de voorwaarden van artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2117 zijn vervuld,

a)

op uitgaven en betalingen die zijn gedaan voor acties die vóór 1 januari 2023 worden uitgevoerd in het kader van de in de artikelen 32 tot en met 38 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steunregeling;

b)

op operationele programma’s die overeenkomstig artikel 5, lid 6, punt c), van Verordening (EU) 2021/2117 tot het einde ervan doorlopen volgens de voorwaarden die van toepassing zijn uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013, of operationele programma’s die de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 vóór 1 januari 2023 hebben goedgekeurd.