EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0601

Zaak C-601/15 PPU: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 februari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — Nederland) — J. N./Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie [Prejudiciële verwijzing — Prejudiciële spoedprocedure — Normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming — Richtlijn 2008/115/EG — Rechtmatig verblijf — Richtlijn 2013/32/EU — Artikel 9 — Recht om in een lidstaat te blijven — Richtlijn 2013/33/EU — Artikel 8, lid 3, eerste alinea, onder e) — Bewaring — Bescherming van de nationale veiligheid of de openbare orde — Geldigheid — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Artikelen 6 en 52 — Beperking — Evenredigheid]

PB C 145 van 25.4.2016, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 145/13


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 februari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — Nederland) — J. N./Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

(Zaak C-601/15 PPU) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Prejudiciële spoedprocedure - Normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming - Richtlijn 2008/115/EG - Rechtmatig verblijf - Richtlijn 2013/32/EU - Artikel 9 - Recht om in een lidstaat te blijven - Richtlijn 2013/33/EU - Artikel 8, lid 3, eerste alinea, onder e) - Bewaring - Bescherming van de nationale veiligheid of de openbare orde - Geldigheid - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikelen 6 en 52 - Beperking - Evenredigheid])

(2016/C 145/15)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: J. N.

Verwerende partij: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Dictum

Bij het onderzoek van artikel 8, lid 3, eerste alinea, onder e), van richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming, is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van deze bepaling in het licht van de artikelen 6 en 52, leden 1 en 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie kunnen aantasten.


(1)  PB C 38 van 1.2.2016.


Top