EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92004E000574

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0574/04 van Monica Frassoni (Verts/ALE) aan de Commissie. Kerncentrale van Garigliano.

PB C 88E van 8.4.2004, p. 194–195 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

8.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/194


(2004/C 88 E/0199)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0574/04

van Monica Frassoni (Verts/ALE) aan de Commissie

(26 februari 2004)

Betreft:   Kerncentrale van Garigliano

De kerncentrale van Garigliano, die in 1964 in de gemeente Sessa Aurunca (Caserta) is gebouwd in een bocht van de rivier Garigliano, werd in 1978 gesloten en in 1982 buiten bedrijf gesteld. Volgens een besluit van de toenmalige regering zal deze centrale de eerste zijn, die wordt ontmanteld.

De burgers en milieuorganisaties van de gemeenten in Noord-Campanië en Zuid-Latium hebben in een verzoekschrift van 28 mei 2003, dat door het Secretariaat-generaal van de Commissie is geregistreerd onder nr. 2003/4763 — SG (2003)A/7079, in detail uiteengezet op welke wijze het Gemeenschapsrecht wordt geschonden bij het onder „passieve bewaking” stellen van de centrale.

1.

Kan de Commissie mededelen, gezien het feit dat bij de monding van en in het pijnbos rond de Garigliano drie speciale beschermingszones van communautair belang in het kader van Natura 2000 liggen, of alle maatregelen met het oog op de passieve bewaking, met inbegrip van het overbrengen naar Saluggia van de splijtstofstaven, vallen onder de procedure van de milieueffectrapportage uit hoofde van richtlijn 85/337/EEG (1), zoals gewijzigd bij richtlijn 97/ll/EG (2) (in Italië omgezet bij beschikking van de minister-president nr. 337 van 10.7.1988 en de beschikking van 27.12.1988 plus successieve wijzigingen), alsmede onder een beoordeling van de gevolgen voor het gebied, zoals vastgelegd in de „habitať”-richtlijn (92/43/EEG (3) die is omgezet bij ministeriële beschikking van 3 september 2002 en gepubliceerd in Staatscourant nr. 224 van 24 september 2002)?

2.

Strookt het met de wet om tot 31 december 2003 een beroep te doen op de „Verklaring van de staat van uitzondering met betrekking tot de verwerking van de radioactieve afvalstoffen die onder optimaal beveiligde omstandigheden in de regio's Latium, Campanië, Emilia Romagna, Basilicata en Piemonte zijn vervoerd” en een buitengewoon commissaris te benoemen in de persoon van de voorzitter van SO.G.I.N (beheersmaatschappij van de kerninstallaties) S.p.A.? Hij wordt aldus verantwoordelijk voor het in veiligheid brengen van het kernmateriaal, in het bijzonder de kernbrandstof en de hoog-radioactieve afvalstoffen, almede voor het voorbereiden van plannen voor de ontmantelingsprocedures van de kerncentrales van Garigliano, Trino, Vercellese, Caorso en Latina, in afwijking van de Italiaanse wet nr. 349 van 8 juli 1986, artikel 6 en de regionale wettelijke bepalingen inzake de MEB.

3.

Is de Commissie van oordeel dat de ontmanteling van de schoorsteen, waarvan de wanden met radioactief stof besmet zijn, zonder een milieueffectbeoordeling kan plaatsvinden?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(22 april 2004)

Krachtens Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997, is voor de ontmanteling of het buiten bedrijf stellen van kerncentrales of kernreactoren een milieueffectbeoordeling (MEB) vereist. Wat de eerste en de derde vraag van het geachte parlementslid betreft, kan uit de richtlijn niet worden afgeleid dat de MEB op bepaalde onderdelen van de ontmantelingsoperaties niet van toepassing zou zijn.

De Commissie heeft reeds een klacht ontvangen inzake de door het geachte parlementslid ter sprake gebrachte kerncentrale van Garigliano, welke klacht betrekking heeft op een mogelijk incorrecte toepassing van bovengenoemde richtlijn alsmede van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. De door het geachte parlementslid verstrekte informatie is toegevoegd aan het klachtendossier, dat momenteel in behandeling is bij de Commissie.

Mocht de Commissie concluderen dat er sprake is van schending van het Gemeenschapsrecht, dan zal ze in haar hoedanigheid van hoedster van het EG-Verdrag onverwijld alle nodige maatregelen nemen, waaronder het inleiden van een inbreukprocedure krachtens artikel 226 van het EG-Verdrag, om ervoor te zorgen dat de betreffende communautaire wetgeving nageleefd wordt. Voorts zal de Commissie onderzoeken in hoeverre de geplande werkzaamheden in overeenstemming zijn met het bepaalde in titel II, hoofdstuk 3 van het Euratom-Verdrag.


(1)  PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40.

(2)  PB L 73 van 14.3.1997, blz. 5.

(3)  PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.


Top