EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1892

Verordening (EG) nr. 1892/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 betreffende overgangsmaatregelen voor het jaar 2005 voor de invoer van bananen in de Gemeenschap in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

OJ L 328, 30.10.2004, p. 50–54 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1892/oj

30.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/50


VERORDENING (EG) Nr. 1892/2004 VAN DE COMMISSIE

van 29 oktober 2004

betreffende overgangsmaatregelen voor het jaar 2005 voor de invoer van bananen in de Gemeenschap in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 896/2001 van de Commissie (2) zijn de toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 ten aanzien van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap vastgesteld.

(2)

Met het oog op een vlotte overgang van de vóór de toetreding in de nieuwe lidstaten bestaande regelingen naar de invoerregeling die voortvloeit uit de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen, zijn bij Verordening (EG) nr. 838/2004 van de Commissie (3) de nodige overgangsmaatregelen vastgesteld voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2004. Om de bevoorrading van de markt met name in de nieuwe lidstaten te garanderen, is bij bovengenoemde verordening, in aanvulling op de contingenten die op grond van artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 404/93 worden geopend voor de invoer van producten uit alle derde landen, een extra hoeveelheid vastgesteld voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2004, waarvoor dezelfde tariefvoorwaarden gelden.

(3)

Gezien bovengenoemde doelstelling, namelijk het vergemakkelijken van de overgang naar de gemeenschappelijke marktordening in de nieuwe lidstaten, en in het licht van de overgang naar een louter tarifaire invoerregeling, die uiterlijk op 1 januari 2006 moet plaatsvinden, moeten krachtens artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 404/93 ook voor het jaar 2005 overgangsmaatregelen worden vastgesteld.

(4)

Om de bevoorrading van de markt met name in de nieuwe lidstaten te garanderen, moet in aanvulling op de contingenten die op grond van artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 404/93 worden geopend voor de invoer van producten uit alle derde landen, een extra hoeveelheid worden vastgesteld waarvoor dezelfde tariefvoorwaarden gelden. Die vaststelling dient van voorlopige aard te zijn en mag niet vooruitlopen op het resultaat van de onderhandelingen die naar aanleiding van de toetreding van de nieuwe leden aan de gang zijn in de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Bovendien mag bij het vaststellen van de extra hoeveelheid de mogelijkheid niet worden uitgesloten om deze, in voorkomend geval, te verhogen indien de vraag dat rechtvaardigt.

(5)

Voor het beheer van deze extra hoeveelheid moet gebruik worden gemaakt van de bij Verordening (EG) nr. 896/2001 ingestelde mechanismen en instrumenten voor het beheer van de tariefcontingenten. Deze extra hoeveelheid moet, vanwege het voorlopige karakter ervan, evenwel apart van de tariefcontingenten worden beheerd.

(6)

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 896/2001 ingestelde mechanismen moet voor de extra hoeveelheid de in artikel 2 van die verordening vastgestelde verdeling tussen de twee categorieën marktdeelnemers worden gerespecteerd en dient te worden voorzien in bepalingen voor de vaststelling van een specifieke referentiehoeveelheid voor elke traditionele marktdeelnemer en van een specifieke toewijzing voor elke niet-traditionele marktdeelnemer. Er zij op gewezen dat de hierboven vermelde verdeling, alsmede de vaststelling van de referentiehoeveelheden en van de toewijzingen betrekking heeft op de marktdeelnemers die in de aan de toetreding voorafgaande jaren de markt van de nieuwe lidstaten hebben bevoorraad.

(7)

Voor de vaststelling van de referentiehoeveelheden van de traditionele marktdeelnemers, lijkt het gerechtvaardigd de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 838/2004 vastgestelde driejarige referentieperiode 2000-2002 te behouden, alsook het gemiddelde van de primaire invoer die tijdens deze periode is verwezenlijkt door alle traditionele marktdeelnemers die overeenkomstig de in 2004 vastgestelde overgangsmaatregelen zijn geregistreerd na controles door de bevoegde autoriteiten. Het moet echter mogelijk zijn om op basis van de vast te stellen bepalingen ook verzoeken van niet in 2004 geregistreerde traditionele marktdeelnemers in overweging te nemen, voorzover deze verzoeken beantwoorden aan de voorwaarden die bij Verordening (EG) nr. 414/2004 van de Commissie (4) en Verordening (EG) nr. 838/2004 zijn gesteld voor de registratie van deze marktdeelnemers, met name met betrekking tot de vaststelling van de primaire invoer en het bewijs dat deze invoer in de betrokken periode de markt van de nieuwe lidstaten heeft bevoorraad.

(8)

Wat de nieuwe niet-traditionele marktdeelnemers betreft, is het gerechtvaardigd te stellen dat hun registratie moet plaatsvinden op basis van hun invoeractiviteiten in een van de jaren 2002, 2003 of 2004, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 6, 7 en 8 van Verordening (EG) nr. 896/2001.

(9)

Om deze beschikbare hoeveelheid te beheren, dienen aanpassingscoëfficiënten te worden toegepast op de door de lidstaten meegedeelde hoeveelheden.

(10)

Om een toereikende bevoorrading van de markt en vooral de continuïteit van de invoer in de nieuwe lidstaten te garanderen, moet in de overgangsmaatregelen worden vastgesteld dat de certificaten worden afgegeven met het oog op het in het vrije verkeer brengen van de producten in een nieuwe lidstaat. De gestelde zekerheden worden vervolgens vrijgegeven naar rato van de hoeveelheden die in een nieuwe lidstaat in het vrije verkeer zijn gebracht.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor bananen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„Gemeenschap van de vijftien”: de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004;

b)

„nieuwe lidstaten”: Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije;

c)

„uitgebreide Gemeenschap”: de Gemeenschap in haar samenstelling op 1 mei 2004;

d)

„primaire invoer”: de economische activiteit als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 896/2001, die wordt verricht met het oog op de verkoop in één of meer nieuwe lidstaten;

e)

„minimumhoeveelheid”: de minimumhoeveelheid als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 896/2001, die is vastgesteld met inachtneming van de totale hoeveelheden die in het kader van de primaire invoer zijn ingevoerd voor de bevoorrading van de markt in de nieuwe lidstaten;

f)

„bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten die worden genoemd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 896/2001.

Artikel 2

Voorwerp van deze verordening

Het doel van deze verordening is voor het jaar 2005 overgangsbepalingen vast te stellen die nodig zijn voor een vlotte overgang van de regelingen die in de nieuwe lidstaten bestonden vóór hun toetreding tot de Gemeenschap van de vijftien, naar de invoerregeling met tariefcontingenten die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 404/93 en Verordening (EG) nr. 896/2001.

De bepalingen van Verordening (EG) nr. 896/2001 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de onderhavige verordening.

Artikel 3

De extra hoeveelheid

1.   Voor het jaar 2005 is een hoeveelheid van 460 000 ton nettogewicht beschikbaar voor de invoer van bananen in de nieuwe lidstaten.

Deze hoeveelheid is beschikbaar voor de invoer van producten van oorsprong uit de in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 404/93 bedoelde landen.

Op de invoer in het kader van die hoeveelheid worden de in artikel 18, lid 2, van de hierboven genoemde verordening vastgestelde rechten geheven.

2.   De in lid 1 vastgestelde hoeveelheid kan worden verhoogd indien wordt geconstateerd dat de vraag in de nieuwe lidstaten toeneemt.

Artikel 4

Toegang tot de extra hoeveelheid

1.   De in de uitgebreide Gemeenschap gevestigde traditionele en niet-traditionele marktdeelnemers die, naar gelang van het geval, voldoen aan de in artikel 5 of 6 gestelde voorwaarden, krijgen toegang tot de in artikel 3 vastgestelde extra hoeveelheid.

2.   De traditionele en de niet-traditionele marktdeelnemers krijgen toegang tot respectievelijk 381 800 en 78 200 ton van de hoeveelheid.

Artikel 5

Specifieke referentiehoeveelheid voor de traditionele marktdeelnemersvoor het jaar 2005

1.   Onverminderd de toepassing van lid 4 wordt voor het jaar 2005 de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 838/2004 bedoelde en in 2004 overeenkomstig deze verordening geregistreerde specifieke referentiehoeveelheid voor elke traditionele marktdeelnemer op eenvoudig schriftelijk verzoek van de marktdeelnemer, dat uiterlijk op 12 november 2004 moet worden ingediend, vastgesteld op basis van de gemiddelde primaire invoer van bananen in de driejarige periode 2000-2002, die met de in artikel 6, lid 2 en lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 414/2004 bedoelde bewijsstukken moet worden gestaafd.

2.   Marktdeelnemers die niet overeenkomstig Verordening (EG) nr. 838/2004 zijn geregistreerd maar die aan de voorwaarden van artikel 6, lid 1, van die verordening voldoen, kunnen schriftelijk de toewijzing van een specifieke referentiehoeveelheid voor het jaar 2005 vragen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van hun keuze. In dit verzoek, dat uiterlijk op 12 november 2004 moet worden ingediend, wordt het volgende vermeld:

a)

voor elk van de jaren 2000, 2001 en 2002, de hoeveelheden aan primaire invoer van bananen in de nieuwe lidstaten die vervolgens in die staten in het vrije verkeer zijn gebracht,

b)

en, in de tweede plaats, de hoeveelheden die respectievelijk in elk van de betrokken drie jaren in de onderscheiden nieuwe lidstaten in het vrije verkeer zijn gebracht.

Om in aanmerking te worden genomen, moet dit verzoek vergezeld gaan van de in artikel 6, leden 2 en 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 414/2004 bedoelde bewijsstukken.

De bevoegde autoriteiten stellen een specifieke referentiehoeveelheid vast op basis van het gemiddelde van de primaire invoer in de hierboven vermelde periode.

3.   De bevoegde autoriteiten stellen de Commissie uiterlijk op 26 november 2004 in kennis van het totaal van de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde specifieke referentiehoeveelheden van de traditionele marktdeelnemers.

4.   Rekening houdend met de overeenkomstig lid 3 door de lidstaten verrichte mededelingen en afhankelijk van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde beschikbare hoeveelheid, stelt de Commissie zo nodig een aanpassingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op de specifieke referentiehoeveelheid van elke traditionele marktdeelnemer.

5.   De bevoegde autoriteiten delen elke marktdeelnemer uiterlijk op 10 december 2004 zijn specifieke referentiehoeveelheid mee, zo nodig aangepast aan de hand van de in lid 4 bedoelde aanpassingscoëfficiënt.

Artikel 6

Specifieke toewijzing aan de niet-traditionele marktdeelnemers

1.   De marktdeelnemer die voldoet aan de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 896/2001 gestelde voorwaarden en die in één van de drie jaren 2002, 2003 en 2004 een handelsactiviteit heeft uitgeoefend waarbij hij in één of meer nieuwe lidstaten verse bananen van GN-code 0803 00 19 heeft ingevoerd voor een aangegeven douanewaarde van ten minste 1 200 000 EUR, kan in de lidstaat van zijn keuze een registratieverzoek indienen, met het oog op de afgifte van invoercertificaten in het kader van de extra hoeveelheid.

Om in aanmerking te worden genomen, moet dit verzoek vergezeld gaan van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde bewijsstukken.

2.   Om een verlenging van zijn registratie te verkrijgen, moet een in 2004 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 838/2004 geregistreerde niet-traditionele marktdeelnemer aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van registratie het bewijs leveren dat hij, voor eigen rekening, minstens 50 % van de hem voor de periode van 1 mei tot 31 december 2004 toegewezen hoeveelheid daadwerkelijk heeft ingevoerd.

Om verlenging van de registratie te kunnen verkrijgen, moet het verlengingsverzoek vergezeld gaan van een kopie van de gebruikte invoercertificaten en van het bewijs dat de op de dag van vervulling van de douaneformaliteiten bij invoer geldende douanerechten zijn betaald.

3.   Naargelang van het geval dient de marktdeelnemer een registratieverzoek of een verzoek om verlenging van zijn registratie in bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van zijn keuze.

Om in aanmerking te worden genomen, moet het registratie- of verlengingsverzoek vergezeld gaan van een verzoek om een specifieke toewijzing en van het bewijs van de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde zekerheidsstelling.

Om in aanmerking te worden genomen, mag de in het verzoek om een specifieke toewijzing aangegeven hoeveelheid niet meer dan 12,5 % hoger liggen dan de in artikel 4, lid 2, vastgestelde totale hoeveelheid die aan niet-traditionele marktdeelnemers is toegewezen.

Dit verzoek moet uiterlijk op 12 november 2004 worden ingediend.

4.   De bevoegde autoriteiten delen uiterlijk op 26 november 2004 de volgende gegevens aan de Commissie mee:

de totale hoeveelheid waarop de door de niet-traditionele marktdeelnemers ingediende verzoeken om specifieke toewijzingen betrekking hebben;

de lijst van de marktdeelnemers die een registratieverzoek of een verzoek om verlenging van hun registratie hebben ingediend, alsmede, wat de gevallen van verlenging van de registraties betreft, het nummer van de afgegeven en gebruikte certificaten en, in voorkomend geval, dat van de afgegeven en gebruikte uittreksels.

5.   Rekening houdend met de overeenkomstig lid 4 door de lidstaten verrichte mededelingen en afhankelijk van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde hoeveelheid, stelt de Commissie zo nodig een aanpassingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op het specifieke toewijzingsverzoek van elke niet-traditionele marktdeelnemer.

6.   De bevoegde autoriteiten delen elke niet-traditionele marktdeelnemer uiterlijk op 10 december 2004 zijn specifieke toewijzing mee.

Artikel 7

Voorschriften voor de afgifte van de invoercertificaten

1.   De invoercertificaten, hierna „toetredingscertificaten” genoemd, worden uitsluitend afgegeven voor het in het vrije verkeer brengen in een nieuwe lidstaat.

2.   De certificaataanvragen bevatten de vermeldingen: „toetredingscertificaat” en, naargelang van het geval, „traditionele marktdeelnemer” of „niet-traditionele marktdeelnemer” en „Verordening (EG) nr. 1892/2004. Certificaat uitsluitend geldig in een nieuwe lidstaat”.

Deze vermeldingen worden aangebracht in vak 20 van het certificaat.

Artikel 8

Aanvraag en afgifte van invoercertificaten voor het eerste kwartaal van 2005

1.   In afwijking van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 896/2001 moeten de aanvragen van invoercertificaten voor het eerste kwartaal van 2005 uiterlijk op 17 december 2004 worden ingediend.

2.   Om in aanmerking te worden genomen, moet/moeten de door een marktdeelnemer ingediende certificaataanvraag/certificaataanvragen betrekking hebben op een totale hoeveelheid die niet groter is dan:

a)

27 % van de overeenkomstig artikel 5, lid 5, meegedeelde specifieke referentiehoeveelheid, in het geval van een traditionele marktdeelnemer;

b)

27 % van de overeenkomstig artikel 6, lid 6, meegedeelde specifieke toewijzing, in het geval van een niet-traditionele marktdeelnemer.

De bevoegde nationale autoriteiten geven de invoercertificaten onverwijld af.

3.   De op grond van het onderhavige artikel afgegeven invoercertificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte tot en met 7 april 2005.

Artikel 9

Vrijgeven van de zekerheden

1.   De in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde zekerheid met betrekking tot het invoercertificaat voor de traditionele marktdeelnemers wordt vrijgegeven naar rato van de hoeveelheden die in een nieuwe lidstaat in het vrije verkeer zijn gebracht.

2.   De in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 896/2001 bedoelde zekerheid met betrekking tot de toewijzing aan niet-traditionele marktdeelnemers wordt vrijgegeven naar rato van de hoeveelheden die in een nieuwe lidstaat in het vrije verkeer zijn gebracht overeenkomstig de in dat artikel gestelde voorwaarden.

Artikel 10

Certificaat van hertoewijzing

In afwijking van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 896/2001:

1.

Worden de niet-gebruikte hoeveelheden van een toetredingscertificaat op verzoek van een marktdeelnemer voor een latere periode toegewezen aan dezelfde marktdeelnemer die, naar gelang van het geval, de titularis of cessionaris van dat certificaat is. Deze hertoewijzing vindt plaats voor invoer van bananen in het kader van de extra hoeveelheid.

2.

Worden in vak 20 van de aanvraag van het certificaat van hertoewijzing en van het certificaat zelf de vermeldingen „certificaat van hertoewijzing” en, naar gelang van het geval, „traditionele marktdeelnemer” of „niet-traditionele marktdeelnemer” — „Verordening (EG) nr. 1892/2004, artikel 10. Certificaat uitsluitend geldig in een nieuwe lidstaat” aangebracht.

Artikel 11

Overdracht van toetredingscertificaten

De uit de toetredingscertificaten voortvloeiende rechten kunnen uitsluitend aan één enkele marktdeelnemer-cessionaris worden overgedragen in het kader van de extra hoeveelheid.

De overdracht kan uitsluitend plaatsvinden:

tussen de in artikel 5 bedoelde traditionele marktdeelnemers,

van in artikel 5 bedoelde traditionele marktdeelnemers naar in artikel 6 bedoelde niet-traditionele marktdeelnemers,

tussen in artikel 6 bedoelde niet-traditionele marktdeelnemers.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 126 van 8.5.2001, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 838/2004 (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 52).

(3)  PB L 127 van 29.4.2004, blz. 52. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2004 (PB L 239 van 9.7.2004, blz. 16).

(4)  PB L 68 van 6.3.2004, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 689/2004 (PB L 106 van 15.4.2004, blz. 17).


Top