Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0553

    2003/553/EG: Beschikking van de Commissie van 23 juli 2003 inzake de subsidieerbaarheid van de uitgaven die sommige lidstaten in 2003 zullen verrichten voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 2629)

    PB L 187 van 26.7.2003, p. 51–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/553/oj

    32003D0553

    2003/553/EG: Beschikking van de Commissie van 23 juli 2003 inzake de subsidieerbaarheid van de uitgaven die sommige lidstaten in 2003 zullen verrichten voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 2629)

    Publicatieblad Nr. L 187 van 26/07/2003 blz. 0051 - 0054


    Beschikking van de Commissie

    van 23 juli 2003

    inzake de subsidieerbaarheid van de uitgaven die sommige lidstaten in 2003 zullen verrichten voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 2629)

    (2003/553/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 2000/439/EG van de Raad van 29 juni 2000 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), en met name op artikel 4, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 4, lid 3, van Beschikking 2000/439/EG is bepaald dat de Commissie ieder jaar op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens een besluit neemt over de subsidiabiliteit van de door de lidstaten geplande uitgaven en over de hoogte van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor het volgende jaar.

    (2) De Commissie heeft van België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk vijfjarenprogramma's ontvangen waarin is beschreven welke gegevens deze lidstaten tussen 1 januari 2003 en 31 december 2003 willen verzamelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad van 29 juni 2000 tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(2). Zij hebben ook aanvragen ingediend om een financiële bijdrage in de uitgaven als bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2000/439/EG.

    (3) De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1639/2001 van de Commissie van 25 juli 2001 tot vaststelling van het communautaire minimumprogramma en uitgebreide programma voor gegevensverzameling in de visserijsector en tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad(3), de nationale programma's van de lidstaten voor 2003 onderzocht en heeft, op basis van deze programma's, de subsidiabiliteit van de uitgaven geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder a), van Beschikking 2000/439/EG moet, op basis van deze evaluatie, aan de betrokken lidstaten een eerste tranche worden betaald.

    (4) Een tweede tranche zal worden betaald in 2004, na de toezending aan de Commissie en de aanvaarding door deze laatste van een financieel en een technisch verslag waarin wordt aangegeven in hoeverre de doelstellingen zijn gehaald die bij de vaststelling van het minimumprogramma en het uitgebreide programma waren bepaald, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, onder b), van Beschikking 2000/439/EG en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1639/2001.

    (5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor visserij en aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Bij deze beschikking worden, voor 2003, het bedrag van de subsidiabele uitgaven van elke lidstaat voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en de financiële bijdrage van de Gemeenschap vastgesteld.

    Artikel 2

    De uitgaven voor het verzamelen en het beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, die zijn vermeld in bijlage I, komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van maximaal 50 % van de subsidiabele uitgaven in het kader van het minimumprogramma.

    Artikel 3

    De uitgaven voor het verzamelen en het beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, die zijn vermeld in bijlage II, komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van maximaal 35 % van de subsidiabele uitgaven in het kader van het uitgebreide programma.

    Artikel 4

    1. De Gemeenschap zal een eerste tranche van 50 % van de in de bijlagen I en II vermelde financiële bijdrage betalen.

    2. Een tweede tranche zal worden betaald in 2004, na ontvangst en aanvaarding van een financieel en een technisch verslag als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), van Beschikking 2000/439/EG.

    Artikel 5

    1. De wisselkoers van de euro die wordt gebruikt voor de berekening van de bedragen die in het kader van deze beschikking subsidiabel zijn, is de in mei 2002 geldende koers.

    2. De uitgavendeclaraties en aanvragen om voorschotten in nationale valuta die worden ontvangen van de lidstaten die niet deelnemen aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, worden in euro omgerekend tegen de koers die geldt voor de maand waarin de Commissie die declaraties en aanvragen ontvangt.

    Artikel 6

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

    Gedaan te Brussel, 23 juli 2003.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 176 van 15.7.2000, blz. 42.

    (2) PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1.

    (3) PB L 222 van 17.8.2001, blz. 53.

    ANEXO I/BILAG I/ANHANG I/ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ I/ANNEX I/ANNEXE I/ALLEGATO I/BIJLAGE I/ANEXO I/LIITE I/BILAGA I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    ANEXO II/BILAG II/ANHANG II/ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ II/ANNEX II/ANNEXE II/ALLEGATO II/BIJLAGE II/ANEXO II/LIITE II/BILAGA II

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top