EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R2561

Verordening (EG) nr. 2561/1999 van de Commissie van 3 december 1999 tot vaststelling van de handelsnorm voor doperwten, peulen en suikererwten

PB L 310 van 4.12.1999, p. 7–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2009; stilzwijgende opheffing door 32008R1221

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/2561/oj

31999R2561

Verordening (EG) nr. 2561/1999 van de Commissie van 3 december 1999 tot vaststelling van de handelsnorm voor doperwten, peulen en suikererwten

Publicatieblad Nr. L 310 van 04/12/1999 blz. 0007 - 0010


VERORDENING (EG) Nr. 2561/1999 VAN DE COMMISSIE

van 3 december 1999

tot vaststelling van de handelsnorm voor doperwten, peulen en suikererwten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/1999(2), en met name op artikel 2, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Erwten behoren tot de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten waarvoor normen moeten worden vastgesteld. Verordening nr. 58 van de Commissie met betrekking tot de vaststelling van gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor de producten van bijlage I B van Verordening nr. 23(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 888/97(4), is herhaaldelijk gewijzigd en daardoor is in juridisch opzicht een onduidelijke situatie ontstaan.

(2) Voornoemde voorschriften moeten dan ook worden herwerkt en bijlage I/3 bij Verordening nr. 58 moet worden geschrapt. Ter wille van de transparantie van de wereldmarkt moet in dit verband rekening worden gehouden met de norm voor erwten die is aanbevolen door de "Working Party on Standardization of Perishable Produce and Quality Development" (Werkgroep voor normalisatie van bederfelijke voedingsmiddelen en voor kwaliteitsbevordering) van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE).

(3) De toepassing van deze normen moet tot gevolg hebben dat producten van onbevredigende kwaliteit van de markt verdwijnen, dat de productie op de eisen van de consument wordt afgestemd en dat de handel op basis van eerlijke mededinging wordt vergemakkelijkt, waardoor zal worden bijgedragen tot een verbetering van de rentabiliteit van de productie.

(4) De normen zijn van toepassing op alle handelsstadia. Het vervoer van de producten over grote afstanden, het opslaan ervan gedurende een zekere tijd of de verschillende behandelingen die de producten ondergaan, kunnen kwaliteitsverlies veroorzaken als gevolg van de biologische ontwikkeling van deze producten of de bederfelijkheid ervan. Bij de toepassing van de normen in de handelsstadia na de verzending moet met dit kwaliteitsverlies rekening worden gehouden.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De handelsnorm voor erwten van GN-code 0708 10 is opgenomen in de bijlage.

De norm is van toepassing in alle handelsstadia overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde voorwaarden.

In de stadia na de verzending mogen de producten evenwel ten aanzien van de in de norm vastgestelde voorschriften een lichte vermindering van versheid en turgescentie, alsmede een gering kwaliteitsverlies als gevolg van de ontwikkeling en bederfelijkheid vertonen.

Artikel 2

Bijlage I/3 bij Verordening nr. 58 wordt geschrapt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin zij in werking treedt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 december 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1.

(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(3) PB 56 van 7.7.1962, blz. 1606/62.

(4) PB L 126 van 17.5.1997, blz. 11.

BIJLAGE

NORM VOOR DOPERWTEN, PEULEN EN SUIKERERWTEN

I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

Deze norm heeft betrekking op doperwtenvariëteiten (cultivars) van Pisum Sativum L., peulen van Pisum Sativum L. var. macrocarpum en suikererwten ("Sugar Snaps") van Pisum Sativum L. var. saccharatum voor verse consumptie, en niet voor industriële verwerking.

II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN

In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen doperwten, peulen en suikererwten na opmaak en verpakking moeten voldoen.

A. Minimumeisen

Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten in alle kwaliteitsklassen:

i) de peulen van doperwten, peulen en suikererwten als volgt zijn:

- intact,

- gezond; de producten mogen niet zijn aangetast door rot of een zodanig verminderde kwaliteit hebben dat ze niet meer geschikt zijn voor consumptie,

- zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen (inclusief deeltjes van de bloemen),

- vrij van harde vezels of vliesjes, wanneer het peulen en suikererwten betreft,

- nagenoeg vrij van plagen,

- nagenoeg vrij van beschadiging door plagen,

- vrij van abnormaal uitwendig vocht,

- vrij van vreemde geur en/of smaak;

ii) de erwten als volgt zijn:

- vers,

- gezond, dit is vrij van beschadiging door plagen of ziekten,

- normaal ontwikkeld.

Doperwten, peulen en suikererwten moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:

- bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en

- in goede staat op de plaats van bestemming kunnen aankomen.

B. Indeling in klassen

Doperwten, peulen en suikererwten worden ingedeeld in de twee hieronder omschreven klassen:

i) Klasse I

In deze klasse ingedeelde doperwten, peulen en suikererwten moeten van goede kwaliteit zijn.

De peulen van doperwten, peulen en suikererwten moeten:

- de kenmerkende vorm, ontwikkeling en kleur van de variëteit vertonen,

- een steel hebben,

- vrij zijn van hagelschade,

- fris en turgescent zijn,

- vrij zijn van door broei veroorzaakte schade.

Bij peulen en suikererwten mogen ze:

- zeer lichte gebreken, beschadigingen of kneuzingen aan het uiterlijk vertonen,

- zeer lichte vormafwijkingen vertonen,

- zeer lichte kleurafwijkingen vertonen.

Voor doperwten:

moeten de peulen:

- goed gevuld zijn en ten minste vijf erwten bevatten,

moeten de erwten:

- goedgevormd zijn,

- mals zijn,

- sappig en voldoende stevig zijn, d.w.z. de erwten moeten tussen twee vingers kunnen worden platgedrukt zonder te breken,

- ten minste half, maar nog niet volledig ontwikkeld zijn,

- de kenmerkende kleur van de variëteit vertonen,

- niet melig zijn,

- niet beschadigd zijn.

De zich in de peulen en suikererwten bevindende zaden moeten klein zijn en mogen slechts in geringe mate ontwikkeld zijn.

ii) Klasse II

Tot deze klasse behoren doperwten, peulen en suikererwten die niet in klasse I kunnen worden ingedeeld, maar die voldoen aan de bovenstaande minimumeisen.

In deze klasse ingedeelde doperwten mogen rijper zijn dan die van klasse I.

Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn evenwel de volgende lichte afwijkingen toegestaan:

Bij peulen en suikererwten mogen de peulen:

- lichte gebreken, beschadigingen en kneuzingen aan het uiterlijk vertonen,

- lichte vormgebreken vertonen, inclusief vormgebreken tengevolge van de zaadvorming,

- lichte kleurgebreken vertonen,

- lichte, zich niet verder ontwikkelende beschadigingen aan het uiterlijk door plagen vertonen,

- lichte tekenen van verdroging vertonen, echter niet verlept zijn en elke kleur verloren hebben.

Voor doperwten mogen de peulen:

- een lichte kleurafwijking vertonen,

- lichte, zich niet verder ontwikkelende beschadigingen vertonen op voorwaarde dat de erwten niet kunnen worden aangetast,

- minder fris zijn, echter niet verlept.

De peulen moeten tenminste drie erwten bevatten.

De erwten mogen:

- minder goedgevormd zijn,

- enigszins minder gekleurd zijn,

- enigszins harder zijn,

- enigszins beschadigd zijn.

De erwten mogen niet overrijp zijn.

III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN

Doperwten, peulen en suikererwten hoeven niet naar grootte te worden gesorteerd.

IV. TOLERANTIES

Per verpakkingseenheid gelden toleranties voor producten die qua kwaliteit niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.

i) Klasse I

10 % van het gewicht mag bestaan uit doperwten, peulen en suikererwten die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel aan die van klasse II of die, bij uitzondering, binnen de toleranties voor die klasse vallen.

ii) Klasse II

10 % van het gewicht mag bestaan uit doperwten, peulen en suikererwten die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door rot of die enige afwijking vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.

V. VOORSCHRIFTEN INZAKE PRESENTATIE

A. Uniformiteit

De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit doperwten, peulen en suikererwten van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit en dezelfde kwaliteit.

Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.

B. Verpakking

De verpakking moet de doperwten, peulen en suikererwten degelijk beschermen.

Het materiaal binnen de verpakkingseenheid moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwendig of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of zegels met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits voor de bedrukking of de etikettering niet-giftige inkt of lijm wordt gebruikt.

In de verpakkingseenheid mogen geen vreemde stoffen voorkomen.

VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN

Op iedere verpakkingseenheid moeten, op één kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf goed zichtbaar, de volgende gegevens worden vermeld:

A. Identificatie

- Verpakker en/of verzender: naam en adres of door een officiële dienst toegekend of erkend identificatiesymbool. Wanneer een code (identificatiesymbool) wordt gebruikt, dient evenwel de vermelding "verpakker" en/of "verzender" (of een gelijkwaardige afkorting) dicht bij deze code (identificatiesymbool) te worden aangebracht.

B. Aard van het product

- "Doperwten", "peulen" of "suikererwten" ("Sugar Snaps"), indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is.

C. Oorsprong van het product

- Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale benaming.

D. Handelskenmerken

- Klasse.

E. Officieel controlemerk (facultatief).

Top