Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2015/338/05

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/32/2015 — Erasmus+-programma, Kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming — Samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van Jongeren

PB C 338 van 13.10.2015, pp. 5–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 338/5


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/32/2015

Erasmus+-programma, Kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming

Samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van Jongeren

(2015/C 338/05)

INLEIDING

Voor het creëren van een breed gedragen gevoel van verantwoordelijkheid ten aanzien van strategieën en beleid voor een leven lang leren, waarbij rekening wordt gehouden met ideeën en belangen van belanghebbenden op alle niveaus, is het essentieel om samen te werken met maatschappelijke organisaties op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren. Dit is belangrijk teneinde bekendheid te geven aan de Europa 2020-strategie voor groei en banen, het Strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET2020), en specifieke beleidsagenda’s zoals het Bolognaproces voor hoger onderwijs of het Brugge-Kopenhagenproces over beroepsonderwijs en -opleiding, alsmede de EU-strategie voor jongeren. Het is van vitaal belang om te waarborgen dat belanghebbenden actief worden betrokken bij de uitvoering van beleidshervormingen in de verschillende landen, om hun deelname aan het Erasmus+-programma en andere Europese programma’s te bevorderen en om beleids- en programmaresultaten en goede praktijken via hun uitgebreide lidmaatschapsnetwerken te verspreiden.

1.   Doelen en doelstellingen

Het doel van deze oproep tot het indienen van voorstellen is de verlening van structurele steun in de vorm van een exploitatiesubsidie aan Europese niet-gouvernementele organisaties (Engo’s) en EU-brede netwerken die op het gebied van jongeren werkzaam zijn en de volgende algemene doelstellingen nastreven:

creëren van bewustzijn van de Europese beleidsagenda op het gebied van jongeren, in het bijzonder de EU-strategie voor jongeren;

stimuleren van de betrokkenheid van belanghebbenden bij en hun samenwerking met overheden voor de uitvoering van beleid en hervormingen op het gebied van jongeren, zoals de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van het Europees semester zijn gedaan;

bevorderen van de participatie van belanghebbenden op het gebied van jongeren;

bevorderen van de betrokkenheid van belanghebbenden bij de verspreiding van de acties en resultaten van het beleid en het programma en van goede praktijken onder hun leden en ook buiten die kring.

Deze doelen moeten duidelijk worden opgenomen in de werkplannen, activiteiten en de te leveren prestaties van de aanvragende organisaties.

Van de organisaties op het gebied van jongeren die in het kader van deze oproep steun ontvangen, wordt bovendien verwacht dat zij activiteiten uitvoeren waarmee wordt beoogd:

de inzetbaarheid van jongeren te vergroten, vooral door middel van activiteiten die de ontwikkeling van hun competenties en vaardigheden stimuleren op basis van niet-formeel onderwijs;

jongeren mondiger te maken in de samenleving en hun deelname aan besluitvormingsprocessen te stimuleren;

bij te dragen aan de persoonlijke, sociaal-educatieve en beroepsontwikkeling van jongeren in Europa;

bij te dragen aan de ontwikkeling van jongerenwerk op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau;

bij te dragen aan het debat over/de ontwikkeling van beleidspunten die jongeren en jongerenorganisaties aangaan op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau;

intercultureel leren, respect voor diversiteit en de waarden van solidariteit, gelijke kansen en mensenrechten onder jongeren in Europa te bevorderen;

de inclusie te bevorderen van kansarme jongeren in de samenleving;

bij te dragen aan de tenuitvoerlegging van de verklaring omtrent het bevorderen van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, verdraagzaamheid en non-discriminatie via het onderwijs, die op 17 maart 2015 in Parijs is aangenomen, bijvoorbeeld door de bevordering van burgerschapsvorming, interculturele dialoog en democratisch burgerschap in hun werkprogramma’s op te nemen.

2.   Subsidiabiliteit

2.1.   In aanmerking komende inschrijvers

De oproep staat open voor twee categorieën entiteiten: Europese niet-gouvernementele organisaties (Engo) en EU-brede netwerken (informele netwerken).

In het kader van samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren zijn de volgende omschrijvingen van toepassing:

Categorie 1

:

Een Europese niet-gouvernementele organisatie (Engo) moet:

functioneren op basis van een formeel erkende structuur, bestaande uit a) een Europees orgaan/secretariaat (de aanvrager) dat op de datum van indiening van de aanvraag sinds minstens een jaar in een in aanmerking komend land wettelijk geregistreerd is, en b) nationale organisaties/afdelingen in ten minste twaalf in aanmerking komende landen die statutair met het Europese orgaan/secretariaat verbonden zijn;

actief zijn op jongerengebied en activiteiten verrichten die de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren ondersteunen;

jongeren betrekken bij het beheer en bestuur van de organisatie.

Categorie 2

:

Een EU-breed netwerk (informeel netwerk) moet:

bestaan uit juridisch zelfstandige organisaties zonder winstoogmerk die jongerenactiviteiten ontplooien die de uitvoering van de actiegebieden van de EU-strategie voor jongeren ondersteunen;

functioneren op basis van een informele bestuursstructuur, bestaande uit a) een organisatie die op de datum van indiening van de aanvraag sinds minstens een jaar in een in aanmerking komend land wettelijk geregistreerd is met functies voor coördinatie van en steun aan het netwerk op Europees niveau (de aanvrager), en b) andere organisaties die in ten minste twaalf in aanmerking komende landen gevestigd zijn;

jongeren betrekken bij het beheer en bestuur van het netwerk.

2.2.   In aanmerking komende landen

Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten aanvragers rechtspersonen zijn en in een van onderstaande landen zijn gevestigd:

EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden;

de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER): IJsland, Liechtenstein, Noorwegen;

de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie bestaat overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden zoals bepaald in de kaderovereenkomsten die met deze landen zijn gesloten voor hun deelname aan EU-programma’s: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) en Turkije.

3.   Activiteiten

De aanvragende entiteiten moeten een consistent werkplan indienen met daarin door jongeren geleide activiteiten zonder winstoogmerk die aansluiten op de verwezenlijking van de doelstellingen van de oproep.

Het gaat daarbij met name om het volgende:

niet-formele en informele leer- en activiteitenprogramma’s gericht op jongeren en jongerenwerkers;

activiteiten voor de kwalitatieve ontwikkeling van jongerenwerk;

activiteiten voor de ontwikkeling en bevordering van erkennings- en transparantie-instrumenten op jongerengebied;

seminars, bijeenkomsten, workshops, raadplegingen, debatten onder jongeren over jongerenbeleid en/of Europese vraagstukken;

raadplegingen van jongeren als input voor de gestructureerde dialoog op jongerengebied;

activiteiten die de actieve participatie van jongeren in het democratisch bestel bevorderen;

activiteiten die intercultureel leren en begrip in Europa bevorderen;

media- en communicatieactiviteiten en -instrumenten betreffende jongeren en Europese vraagstukken.

Nationale Erasmus+-agentschappen en organisaties met een ledental dat grotendeels uit nationale Erasmus+-agentschappen bestaat (minstens 2/3), komen niet in aanmerking in het kader van deze oproep.

4.   Financieringsregelingen

Deze oproep tot het indienen van voorstellen biedt de gelegenheid om jaarlijkse exploitatiesubsidies aan te vragen.

Jaarlijkse exploitatiesubsidies zijn gericht op samenwerking voor de korte termijn op Europees niveau. Aanvragen dienen een gedetailleerd werkprogramma voor twaalf maanden (jaarlijks werkprogramma) voor 2016 te bevatten, voorzien van de informatie die nodig is voor het berekenen van de subsidie.

De totale begroting voor samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren bedraagt in 2016 3 800 000 EUR en is als volgt verdeeld:

3 200 000 EUR is gereserveerd voor begunstigden die in 2015 de kaderpartnerschapsovereenkomsten voor samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren hebben ondertekend en is daarom niet beschikbaar voor deze oproep;

600 000 EUR is beschikbaar voor aanvragers die in het kader van deze oproep een voorstel voor de jaarlijkse exploitatiesubsidie indienen.

De maximale jaarlijkse exploitatiesubsidie bedraagt 35 000 EUR.

Ter indicatie:

Ongeveer 70 % van de beschikbare begroting komt voor rekening van categorie 1-entiteiten (Engo’s) die zich geheel richten op jongeren.

Entiteiten van categorie 1 (Engo’s) met een bredere doelstelling waarvan een deel van de activiteiten op jongeren is gericht, zijn goed voor circa 10 % van de beschikbare begroting.

Ongeveer 20 % van de beschikbare begroting komt voor rekening van categorie 2-entiteiten (EU-brede netwerken) die zich geheel richten op jongeren.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare middelen toe te kennen.

5.   Gunningscriteria

De kwaliteit van subsidiabele aanvragen wordt op grond van de volgende criteria beoordeeld (1):

relevantie (maximaal 30 punten);

kwaliteit van het werkplan met betrekking tot ontwerp en uitvoering (maximaal 20 punten);

profiel, aantal deelnemers alsook aantal landen waarop de activiteiten betrekking hebben (maximaal 20 punten);

effect, verspreiding en duurzaamheid (maximaal 30 punten).

Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten voorstellen:

in totaal een score van ten minste 60 punten behalen en

op elk van bovengenoemde toekenningscriteria minstens de helft van de maximale score behalen (d.w.z. ten minste 15 punten voor de criteria „Relevantie” en „Effect, verspreiding en duurzaamheid” en 10 punten voor de criteria „Kwaliteit van het werkplan met betrekking tot ontwerp en uitvoering” en „Profiel, aantal deelnemers alsook aantal landen waarop de activiteiten betrekking hebben”).

6.   Indiening van aanvragen

De subsidieaanvragen moeten worden ingediend met behulp van een elektronisch formulier. Dit formulier is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op het volgende internetadres: http://eacea.ec.europa.eu/documents/eforms_en en moet naar behoren worden ingevuld in een van de officiële talen van de EU.

Het naar behoren ingevulde elektronische formulier moet uiterlijk op 26 november 2015, 12.00 uur (’s middags, Brusselse tijd) online worden ingediend, vergezeld van de relevante bijlage (2):

1.

Verklaring op erewoord

Verplichte aanvullende bijlagen (3) moeten uiterlijk op dezelfde datum per e-mail naar het Agentschap worden gestuurd.

7.   Aanvullende informatie

De aanvragen moeten voldoen aan de bepalingen van de richtsnoeren voor aanvragers — Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/32/2015, beschikbaar op het volgende internetadres:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding/civil-society-cooperation-in-field-youth-eacea322015_en


(1)  Voor nadere gegevens over de gunningscriteria wordt verwezen naar hoofdstuk 9 van de richtsnoeren voor aanvragers.

(2)  Alle andere administratieve documenten die overeenkomstig de richtsnoeren voor aanvragers vereist zijn, moeten uiterlijk op 26 november 2015 (vóór 12 uur ’s middags, Brusselse tijd) per e-mail worden ingediend bij het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur op het volgende e-mailadres: EACEA-YOUTH@ec.europa.eu

(3)  Voor nadere gegevens over de in te dienen bijlagen wordt verwezen naar hoofdstuk 14 van de richtsnoeren voor aanvragers.


Top