EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E003055

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3055/03 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Boekhoudschandalen en corporate governance.

PB C 78E van 27.3.2004, p. 215–216 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

27.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/215


(2004/C 78 E/0220)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3055/03

van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie

(17 oktober 2003)

Betreft:   Boekhoudschandalen en corporate governance

In navolging van de Verenigde Staten zijn inmiddels ook in Europa boekhoudschandalen bij multinationale ondernemingen geconstateerd. Overmoedige directies hebben zich zo gericht op expansie en niet op stabiliteit dat multinationale ondernemingen het hoofd alleen boven water kunnen houden in een gunstige economische situatie. Inmiddels is het economisch tij gekeerd en hebben deze bedrijven het moeilijk: dochters worden afgestoten, aandelen verkocht of winsten worden kunstmatig hooggehouden. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen, aangezien zij ten koste gaan van pensioenbeleggingen, werknemers en klanten, en het vertrouwen in de economie wordt nog verder aangetast. De stijgende werkloosheid en slechte economische vooruitzichten doen de zorgen groeien over onschuldige bedrijven en werknemers die het slachtoffer worden van de misplaatste en onverantwoorde ambities van grote holdings.

Een Nederlands voorbeeld hiervan is het boekhoudschandaal van Ahold. In Nederland zijn inmiddels twee gerechterlijke onderzoeken ingesteld. Bij dochterondernemingen in Argentinië en de Verenigde Staten hield men men bewust de winsten van de afgelopen twee jaren hoog en Ahold verzweeg „side letters” voor accountant Deloitte & Touche. Nu lijken de Nederlandse dochter Albert Heijn en haar duizenden werknemers slachtoffer te worden van het wanbeleid van moederbedrijf Ahold, ondanks het feit dat het gezonde Albert Heijn niets met de buitenlandse praktijken van de holding te maken heeft.

1.

Hoe denkt de Commissie over dit geval, illustratief voor veel andere multinationale ondernemingen?

2.

Hoe denkt de Commissie op te treden tegen dit wanbeleid, gelet op haar actieplan ter verbetering van corporate governance?

3.

Hoe denkt de Commissie onschuldige dochterondernemingen en werknemers te beschermen tegen dit wanbeleid, gelet op haar actieplan ter verbetering van corporate governance?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(25 november 2003)

1.

Gevallen zoals Ahold hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat investeerders hun vertrouwen in de kapitaalmarkten zijn verloren, ten nadele van de Europese economie en al haar belanghebbenden en investeerders. Ze bevestigen het belang van de initiatieven van de Commissie om het vertrouwen van de kapitaalmarkten in de inhoud van de financiële gegevens die ondernemingen publiceren, in de mensen die financiële overzichten opstellen en in de vakmensen die deze financiële overzichten controleren, te herstellen.

2.

Om het vertrouwen te helpen herstellen, met name op het gebied van financiële rapportering en corporate governance, heeft de Commissie de volgende initiatieven genomen:

De invoering van de regel dat alle beursgenoteerde ondernemingen in de Gemeenschap hun jaarrekening vanaf 2005 moeten opstellen overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen (International Accounting Standards, IAS) (Verordening (EG) nr. 1606/2002 van 19 juli 2002 (1));

De publicatie van een Mededeling in mei 2003 (2) — Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie, waarin wordt verwezen naar: specifieke voorstellen die op korte termijn nodig zijn in verband met thema's zoals de collectieve verantwoordelijkheid van de leden van de raad van bestuur voor financiële en essentiële niet-financiële overzichten;

De publicatie van een Mededeling in mei 2003 (3) over prioriteiten inzake wettelijke accountantscontrole, waarin sprake is van een wijziging op korte termijn van de Achtste richtlijn inzake vennootschapsrecht van 12 mei 1984 (4), meer bepaald de invoering van voorschriften die bedoeld zijn om de kwaliteit van de accountantscontrole in de hele Unie te verbeteren, zoals controle van buitenaf, externe kwaliteitscontrole en het gebruik van één enkele reeks standaarden voor de accountantscontrole (International Auditing Standards).

3.

Dochterondernemingen zijn niet altijd het onschuldige slachtoffer van het gedrag van de groep. Integendeel, soms zijn ze de rechtstreekse oorzaak van de problemen van de groep als geheel. Om de relaties binnen een groep beter te begrijpen, zal de Commissie binnenkort in het kader van het bovengenoemde Actieplan vennootschapsrecht een voorstel indienen om groepsstructuren en -relaties, zowel op financieel als op niet-financieel gebied, in grotere mate openbaar te maken. Meer transparantie kan helpen om een situatie sneller in te schatten, zodat maatregelen kunnen worden genomen alvorens problemen ontstaan.


(1)  Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, PB L 243 van 11.9.2002.

(2)  COM(2003)284 def.

(3)  PB C 236 van 2.10.2003.

(4)  Achtste Richtlijn 84/253/EEG van de Raad van 10 april 1984 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag inzake de toelating van personen, belast met de wettelijke controle van boekhoudbescheiden, PB L 126 van 12.5.1984.


Top