EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0727

Zaak C-727/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court (Ierland) op 25 november 2022 — Friends of the Irish Environment CLG / Government of Ireland, Minister for Housing, Planning and Local Government, Ireland, Attorney General

PB C 63 van 20.2.2023, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/20


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court (Ierland) op 25 november 2022 — Friends of the Irish Environment CLG / Government of Ireland, Minister for Housing, Planning and Local Government, Ireland, Attorney General

(Zaak C-727/22)

(2023/C 63/26)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Friends of the Irish Environment CLG

Verwerende partijen: Government of Ireland, Minister for Housing, Planning and Local Government, Ireland, Attorney General

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 2, onder a), van de SMB-richtlijn (1), gelezen in samenhang met artikel 3, lid 2, onder a), aldus worden uitgelegd dat een maatregel die — anders dan uit hoofde van wettelijke of bestuursrechtelijke dwang en niet op grond van enige wettelijke of bestuursrechtelijke maatregel — is vastgesteld door de uitvoerende macht van een lidstaat, een plan of programma kan zijn waarop de richtlijn van toepassing is, indien in het aldus vastgestelde plan of programma een kader wordt gecreëerd voor de latere toekenning of weigering van vergunningen, en aldus voldoet aan het criterium van artikel 3, lid 2, van de richtlijn?

2)

Moet artikel 3, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 3, leden 8 en 9, van de SMB-richtlijn aldus worden uitgelegd dat een plan of programma dat specifiek, zij het “indicatief”, voorziet in de toekenning van financiering voor de bouw van bepaalde infrastructuurprojecten ter ondersteuning van de strategie voor ruimtelijke ontwikkeling van een ander plan, dat zelf de basis vormt voor latere strategische keuzes op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, zelf een plan of programma in de zin van de SMB-richtlijn kan zijn?

Indien de tweede vraag, onder a), bevestigend wordt beantwoord, betekent het feit dat een plan de toewijzing van middelen tot doel heeft, dat het plan moet worden behandeld als een begrotingsplan in de zin van artikel 3, lid 8?

3)

Moeten artikel 5 van en bijlage I bij de SMB-richtlijn aldus worden uitgelegd dat wanneer een milieubeoordeling vereist is krachtens artikel 3, lid 1, in het daarin bedoelde milieurapport een vergelijkende beoordeling van de voorkeursoptie en de redelijke alternatieven moet worden gemaakt, zodra redelijke alternatieven voor een voorkeursoptie zijn aangeduid?

Indien de derde vraag, onder a), bevestigend wordt beantwoord, is dan aan het vereiste van de richtlijn voldaan indien vóór de selectie van de voorkeursoptie een vergelijkende beoordeling van de redelijke alternatieven wordt gemaakt, en daarna het ontwerpplan of het ontwerpprogramma wordt beoordeeld en een volledigere SMB-beoordeling wordt uitgevoerd die uitsluitend betrekking heeft op de voorkeursoptie?


(1)  Richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PB 2001, L 197, blz. 30).


Top