EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0476

Zaak T-476/21: Beroep ingesteld op 6 augustus 2021 — TransnetBW / ACER

PB C 391 van 27.9.2021, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.9.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 391/22


Beroep ingesteld op 6 augustus 2021 — TransnetBW / ACER

(Zaak T-476/21)

(2021/C 391/31)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: TransnetBW GmbH (Stuttgart, Duitsland) (vertegenwoordigers: T. Burmeister en P. Kistner, advocaten)

Verwerende partij: Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de raad van beroep van ACER van 28 mei 2021, zaak A-001-2021 (cons.), over het beroep tegen het besluit nr. 30/2020 van ACER inzake de methode van kostendeling bij redispatching en compensatiehandel voor de Capacity Calculation Region (regio voor capaciteitsberekening) Core (bestreden besluit);

ACER verwijzen in de kosten van TransnetBW GmbH.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Eerste middel: de reikwijdte van de methode van kostendeling bij redispatching en compensatiehandel [Redispatch and Countertrading (RDCT) Cost Sharing Methodology; hierna: “RDCT-kostendelingsmethode”) zoals goedgekeurd in het bestreden besluit, is onrechtmatig. In de RDCT-kostendelingsmethode zoals goedgekeurd in het bestreden besluit, wordt het beginsel dat de vervuiler betaalt ten onrechte ook toegepast bij de kostendeling voor corrigerende maatregelen op vrijwel alle onderdelen van het transmissienetwerk in de Capacity Calculation Region Core, hoewel dit beginsel volgens de wettelijke regelingen is bedoeld als uitzondering op de algemene verplichting van netwerkbeheersers om hun netwerken overeenkomstig de behoeften van de markt in stand te houden en uit te breiden (beginsel dat de eigenaar betaalt).

2.

Tweede middel: de vaststelling van een gemeenschappelijke drempel voor uit andere biedzones wegstromende elektriciteit (loop flows; hierna: “lusstromen”) van 10 % in de RDCT-kostendelingsmethode zoals goedgekeurd in het bestreden besluit, is onrechtmatig. ACER was niet bevoegd om een gemeenschappelijke drempel voor lusstromen vast te stellen en de raad van beroep van ACER was niet bevoegd om de gemeenschappelijke drempel voor lusstromen te bevestigen. De gemeenschappelijke lusstroomdrempel is op het te lage niveau van 10 % vastgesteld en werd gebaseerd op onvoldoende en betwiste gegevens.

3.

Derde middel: de boete voor lusstromen boven de drempel is onrechtmatig. Het ontbreekt aan een rechtsgrondslag voor de bestraffing van lusstromen boven de drempel in vergelijking met interne elektriciteitsstromen. Dit is voorts in strijd met het beginsel dat de vervuiler betaalt, het non-discriminatiebeginsel alsook met het evenredigheidsbeginsel en leidt tot verkeerde stimulansen.

4.

Vierde middel: de raad van beroep van ACER heeft ten onrechte slechts een beperkte toetsing verricht van de ingewikkelde technische en economische beoordelingen die ACER moest uitvoeren tijdens de procedure ter goedkeuring van de RDCT-kostendelingsmethode; hierdoor is niet voldaan aan de door de raad van beroep van ACER verplicht in acht te nemen toetsingsintensiteit zoals het Gerecht die heeft vastgesteld in zijn arrest in de zaak Aquind (arrest van het Gerecht van 18 november 2020, zaak T-375/18).


Top