EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TA0636

Zaak T-636/21: Arrest van het Gerecht van 14 december 2022 — Eurol/EUIPO — Pernsteiner (eurol LUBRICANTS) [“Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie – Beeldmerk eurol LUBRICANTS – Ouder nationaal woordmerk EUROLLUBRICANTS – Bewijs van het normale gebruik van het oudere merk – Artikelen 15 en 57 van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikelen 18 en 64 van verordening (EU) 2017/1001] – Gebruik met toestemming van de merkhouder – Geen wijziging van het onderscheidend vermogen – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening 2017/1001]”]

PB C 63 van 20.2.2023, p. 43–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/43


Arrest van het Gerecht van 14 december 2022 — Eurol/EUIPO — Pernsteiner (eurol LUBRICANTS)

(Zaak T-636/21) (1)

(“Uniemerk - Nietigheidsprocedure - Internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie - Beeldmerk eurol LUBRICANTS - Ouder nationaal woordmerk EUROLLUBRICANTS - Bewijs van het normale gebruik van het oudere merk - Artikelen 15 en 57 van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikelen 18 en 64 van verordening (EU) 2017/1001] - Gebruik met toestemming van de merkhouder - Geen wijziging van het onderscheidend vermogen - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening 2017/1001]”)

(2023/C 63/54)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Eurol BV (Nijverdal, Nederland) (vertegenwoordigers: M. Driessen en G. van Roeyen, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J. Ivanauskas, gemachtigde)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniërend voor het Gerecht: August Wolfgang Pernsteiner (Feldkirchen an der Donau, Oostenrijk) (vertegenwoordiger: J. Öhlböck, advocaat)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 25 juli 2021 (zaak R 2403/2020-2).

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Eurol BV wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 471 van 22.11.2021.


Top