EUR-Lex Piekļuve Eiropas Savienības tiesību aktiem
Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.
Dokuments 62021CA0279
Case C-279/21: Judgment of the Court (Second Chamber) of 22 December 2022 (request for a preliminary ruling from the Østre Landsret — Denmark) — X v Udlændingenævnet (Reference for a preliminary ruling – EEC-Turkey — Association Agreement — Article 9 — Decision No 1/80 — Article 10(1) — Article 13 — Standstill clause — Family reunification — National rule introducing new more restrictive conditions in the area of family reunification for spouses of Turkish nationals who hold a permanent residence permit in the Member State concerned — Requirement that Turkish workers successfully take a test demonstrating a certain level of knowledge of the official language of that Member State — Justification — Objective of ensuring successful integration)
Zaak C-279/21: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret — Denemarken) — X / Udlændingenævnet (Prejudiciële verwijzing – Associatieovereenkomst EEG-Turkije – Artikel 9 – Besluit nr. 1/80 – Artikel 10, lid 1 – Artikel 13 – Standstillbepaling – Gezinshereniging – Nationale regeling die nieuwe, strengere voorwaarden inzake gezinshereniging invoert voor echtgenoten van Turkse staatsburgers die een permanente verblijfsvergunning hebben verkregen in de betrokken lidstaat – Aan de Turkse werknemer opgelegd vereiste om te slagen voor een test waaruit een bepaald kennisniveau van de officiële taal van die lidstaat blijkt – Rechtvaardiging – Doel van het waarborgen van een succesvolle integratie)
Zaak C-279/21: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret — Denemarken) — X / Udlændingenævnet (Prejudiciële verwijzing – Associatieovereenkomst EEG-Turkije – Artikel 9 – Besluit nr. 1/80 – Artikel 10, lid 1 – Artikel 13 – Standstillbepaling – Gezinshereniging – Nationale regeling die nieuwe, strengere voorwaarden inzake gezinshereniging invoert voor echtgenoten van Turkse staatsburgers die een permanente verblijfsvergunning hebben verkregen in de betrokken lidstaat – Aan de Turkse werknemer opgelegd vereiste om te slagen voor een test waaruit een bepaald kennisniveau van de officiële taal van die lidstaat blijkt – Rechtvaardiging – Doel van het waarborgen van een succesvolle integratie)
PB C 63 van 20.2.2023., 2./3. lpp.
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/2 |
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret — Denemarken) — X / Udlændingenævnet
(Zaak C-279/21) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Artikel 9 - Besluit nr. 1/80 - Artikel 10, lid 1 - Artikel 13 - Standstillbepaling - Gezinshereniging - Nationale regeling die nieuwe, strengere voorwaarden inzake gezinshereniging invoert voor echtgenoten van Turkse staatsburgers die een permanente verblijfsvergunning hebben verkregen in de betrokken lidstaat - Aan de Turkse werknemer opgelegd vereiste om te slagen voor een test waaruit een bepaald kennisniveau van de officiële taal van die lidstaat blijkt - Rechtvaardiging - Doel van het waarborgen van een succesvolle integratie)
(2023/C 63/03)
Procestaal: Deens
Verwijzende rechter
Østre Landsret
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: X
Verwerende partij: Udlændingenævnet
Dictum
Artikel 13 van besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de associatie tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije
moet aldus worden uitgelegd dat
een nationale wettelijke regeling die na de inwerkingtreding van dat besluit in de betrokken lidstaat is ingevoerd en die de gezinshereniging tussen een legaal in die lidstaat verblijvende Turkse werknemer en zijn echtgenoot afhankelijk stelt van de voorwaarde dat die werknemer slaagt voor een test waaruit een bepaald kennisniveau van de officiële taal van die lidstaat blijkt, een “nieuwe beperking” in de zin van die bepaling vormt. Een dergelijke beperking kan niet worden gerechtvaardigd door het doel een succesvolle integratie van die echtgenoot te waarborgen, aangezien deze wettelijke regeling de bevoegde autoriteiten niet de mogelijkheid biedt om rekening te houden met het vermogen tot integratie van deze laatste, noch met andere factoren dan een met succes afgelegde taaltest waaruit de daadwerkelijke integratie van die werknemer in de betrokken lidstaat blijkt en dus met zijn vermogen om zijn echtgenoot te helpen om zich in die lidstaat te integreren.