Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0243

    Zaak T-243/19: Beroep ingesteld op 9 april 2019 — Giant Electric Vehicle Kunshan/Commissie

    PB C 206 van 17.6.2019, p. 88–90 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    17.6.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 206/88


    Beroep ingesteld op 9 april 2019 — Giant Electric Vehicle Kunshan/Commissie

    (Zaak T-243/19)

    (2019/C 206/78)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Giant Electric Vehicle Kunshan Co. Ltd (Kunshan, China) (vertegenwoordiger: P. De Baere, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    uitvoeringsverordening (EU) 2019/72 van de Commissie van 17 januari 2019 (1) nietig verklaren voor zover deze betrekking heeft op verzoekster; en

    verweerster verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    1.

    Verweerster heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door te oordelen dat er bij verzoeksters aankoop van motoren en accu’s sprake was van subsidie, en daarmee artikel 1, lid1, en artikel 3, van verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 (2) geschonden. Dit middel bestaat uit vier onderdelen:

    verweerster heeft niet aangetoond dat de Chinese regering de motor- en acculeveranciers van verzoekster een functie heeft toevertrouwd of hen daarmee heeft belast;

    verweerster heeft niet bewezen dat aan verzoekster een voordeel is toegekend door enige vermeende financiële bijdrage van de Chinese regering;

    verweerster heeft haar conclusie ten opzichte van verzoekster gebaseerd op een onjuiste toepassing van artikel 28 van verordening (EU) 2016/1037; en

    verweerster heeft niet bewezen dat er een verband bestaat tussen lokaal aangeschafte motoren en accu’s enerzijds, en naar de Europese Unie geëxporteerde e-bikes anderzijds.

    2.

    Verweerster heeft een kennelijke fout gemaakt bij de berekening van het subsidiebedrag, door ten onrechte voordelen in aanmerking te nemen die geen verband houden met in de Europese Unie voor het vrije verkeer vrijgegeven e-bikes.

    3.

    Verweerster heeft de feiten kennelijk onjuist beoordeeld door te oordelen dat het gebruik van bankaccepten neerkwam op een financiële bijdrage in de zin van artikel 3, lid 1, van verordening (EU) 2016/1037.

    4.

    Verweerster heeft niet aangetoond dat aan verzoekster door het gebruik van bankaccepten een voordeel is toegekend.

    5.

    Verweerster heeft niet aangetoond dat de vermeende middels bankaccepten verstrekte subsidie specifiek was, en daardoor artikel 4 van verordening (EU) 2016/1037 geschonden.

    6.

    Verweerster heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door vast te stellen dat verzoekster een voordeel heeft verkregen middels het verwerven van grondgebruiksrechten.

    7.

    Verweerster heeft artikel 8, leden 1, 2, en 5, van verordening (EU) 2016/1037 geschonden, door voor de berekening van de prijsonderbieding en het prijsbederf geen vergelijking te hebben gemaakt tussen de importprijzen en de prijs van het soortgelijke door de bedrijfstak van de Unie geproduceerde product in hetzelfde handelsstadium en waar de concurrentie plaatsvindt.


    (1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/72 van de Commissie van 17 januari 2019 tot instelling van een definitief compenserend recht op elektrische fietsen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 16 van 18.1.2019, blz. 5).

    (2)  Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).


    Top