This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TA0543
Case T-543/19: Judgment of the General Court of 14 April 2021 — Romania v Commission (Cohesion Fund and ERDF — Article 139(6) of Regulation (EU) No 1303/2013 — Temporal application of an increased co-financing rate adopted after submission of the final application for interim payment but before acceptance of the accounts — Legitimate expectation — Obligation to state reasons — Principle of good administration)
Zaak T-543/19: Arrest van het Gerecht van 14 april 2021 — Roemenië/Commissie [“Cohesiefonds en EFRO – Artikel 139, lid 6, van verordening (EU) nr. 1303/2013 – Toepassing in de tijd van een verhoogd medefinancieringspercentage dat is vastgesteld na indiening van de laatste tussentijdse betalingsaanvraag, maar vóór goedkeuring van de rekeningen – Gewettigd vertrouwen – Motiveringsplicht – Beginsel van behoorlijk bestuur”]
Zaak T-543/19: Arrest van het Gerecht van 14 april 2021 — Roemenië/Commissie [“Cohesiefonds en EFRO – Artikel 139, lid 6, van verordening (EU) nr. 1303/2013 – Toepassing in de tijd van een verhoogd medefinancieringspercentage dat is vastgesteld na indiening van de laatste tussentijdse betalingsaanvraag, maar vóór goedkeuring van de rekeningen – Gewettigd vertrouwen – Motiveringsplicht – Beginsel van behoorlijk bestuur”]
PB C 242 van 21.6.2021, p. 28–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 242/28 |
Arrest van het Gerecht van 14 april 2021 — Roemenië/Commissie
(Zaak T-543/19) (1)
(“Cohesiefonds en EFRO - Artikel 139, lid 6, van verordening (EU) nr. 1303/2013 - Toepassing in de tijd van een verhoogd medefinancieringspercentage dat is vastgesteld na indiening van de laatste tussentijdse betalingsaanvraag, maar vóór goedkeuring van de rekeningen - Gewettigd vertrouwen - Motiveringsplicht - Beginsel van behoorlijk bestuur”)
(2021/C 242/36)
Procestaal: Roemeens
Partijen
Verzoekende partij: Roemenië (vertegenwoordigers: E. Gane, A. Rotăreanu en M. Chicu, gemachtigden)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Armenia, S. Pardo Quintillán en L. Mantl, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2019) 4027 final van de Commissie van 23 mei 2019 voor wat betreft de goedkeuring van de rekeningen en de berekening van het bedrag ten laste van het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) voor het boekjaar 2017/2018 en operationeel programma CCI 2014RO16M1OP001 “Grote infrastructuur”, onder toepassing van een medefinancieringspercentage op de eerste twee prioritaire assen van dit operationele programma van 75 %, en niet van 85 %.
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Roemenië wordt verwezen in de kosten. |