Choisissez les fonctionnalités expérimentales que vous souhaitez essayer

Ce document est extrait du site web EUR-Lex

Document 62019CN0604

    Zaak C-604/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu (Polen) op 9 augustus 2019 – Gmina Wrocław/Dyrektor Krajowej Informacji Skarbowej

    PB C 383 van 11.11.2019, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 383/42


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu (Polen) op 9 augustus 2019 – Gmina Wrocław/Dyrektor Krajowej Informacji Skarbowej

    (Zaak C-604/19)

    (2019/C 383/50)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Wojewódzki Sąd Administracyjny we Wrocławiu

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Gmina Wrocław

    Verwerende partij: Dyrektor Krajowej Informacji Skarbowej

    Prejudiciële vragen

    1)

    Vormt de omzetting krachtens de wet van een recht van eeuwigdurend vruchtgebruik op een onroerend goed in een eigendomsrecht, onder omstandigheden als in de onderhavige zaak, een levering van goederen in de zin van artikel 14, lid 2, onder a), juncto artikel 2, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), die aan de btw onderworpen is?

    2)

    Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, vormt de omzetting krachtens de wet van een recht van eeuwigdurend vruchtgebruik op een onroerend goed in een eigendomsrecht dan een levering van goederen in de zin van artikel 14, lid 1, juncto artikel 2, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112, die aan de btw onderworpen is?

    3)

    Handelt een gemeente die een vergoeding ontvangt voor de omzetting krachtens de wet van een recht van eeuwigdurend vruchtgebruik op een onroerend goed in een eigendomsrecht, onder omstandigheden als in de onderhavige zaak, als belastingplichtige in de zin van artikel 9, lid 1, juncto artikel 2, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112 dan wel als publiekrechtelijk lichaam in de zin van artikel 13 van richtlijn 2006/112?


    (1)  PB 2006, L 347, blz. 1.


    Haut