Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0112

    Zaak C-112/19: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 28 oktober 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Aachen — Duitsland) — Marvin M./Kreis Heinsberg (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2006/126/EG – Artikel 2, lid 1, en artikel 11, lid 4 – Rijbewijs – Onderlinge erkenning – Omvang van de erkenningsverplichting – Rijbewijs dat is ingewisseld – Inwisseling die heeft plaatsgevonden nadat de lidstaat van afgifte de rijbevoegdheid had ingetrokken – Fraude – Weigering om het in het kader van de inwisseling afgegeven rijbewijs te erkennen)

    PB C 433 van 14.12.2020, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 433/8


    Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 28 oktober 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Aachen — Duitsland) — Marvin M./Kreis Heinsberg

    (Zaak C-112/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2006/126/EG - Artikel 2, lid 1, en artikel 11, lid 4 - Rijbewijs - Onderlinge erkenning - Omvang van de erkenningsverplichting - Rijbewijs dat is ingewisseld - Inwisseling die heeft plaatsgevonden nadat de lidstaat van afgifte de rijbevoegdheid had ingetrokken - Fraude - Weigering om het in het kader van de inwisseling afgegeven rijbewijs te erkennen)

    (2020/C 433/07)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Verwaltungsgericht Aachen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Marvin M.

    Verwerende partij: Kreins Heinsberg

    Dictum

    1)

    Artikel 2, lid 1, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs moet aldus worden uitgelegd dat de daarin voorziene onderlinge erkenning, zonder formaliteiten, van toepassing is op rijbewijzen die zijn afgegeven in het kader van een inwisseling uit hoofde van artikel 11, lid 1, van die richtlijn, behoudens de in deze richtlijn vastgestelde uitzonderingen.

    2)

    Artikel 11, lid 4, tweede alinea, van richtlijn 2006/126 moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat op grond daarvan kan weigeren om een rijbewijs te erkennen dat is ingewisseld uit hoofde van artikel 11, lid 1, van die richtlijn, op grond dat deze lidstaat voorafgaand aan die inwisseling de rijbevoegdheid van de houder van dat rijbewijs had ingetrokken.


    (1)  PB C 172 van 20.5.2019.


    Top