Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0383

    Zaak C-383/18: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Lublin-Wschód w Lublinie z siedzibą w Świdniku - Polen) – Lexitor/Spółdzielcza Kasa Oszczędnościowo - Kredytowa im. Franciszka Stefczyka, Santander Consumer Bank, mBank (Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 2008/48/EG – Artikel 16, lid 1 – Vervroegde aflossing – Recht van de consument op verlaging van de totale kredietkosten, bestaande uit de interesten en de kosten gedurende de resterende duur van de overeenkomst)

    PB C 383 van 11.11.2019, p. 28–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 383/28


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Lublin-Wschód w Lublinie z siedzibą w Świdniku - Polen) – Lexitor/Spółdzielcza Kasa Oszczędnościowo - Kredytowa im. Franciszka Stefczyka, Santander Consumer Bank, mBank

    (Zaak C-383/18) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Consumentenbescherming - Kredietovereenkomsten voor consumenten - Richtlijn 2008/48/EG - Artikel 16, lid 1 - Vervroegde aflossing - Recht van de consument op verlaging van de totale kredietkosten, bestaande uit de interesten en de kosten gedurende de resterende duur van de overeenkomst)

    (2019/C 383/30)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Sąd Rejonowy Lublin-Wschód w Lublinie z siedzibą w Świdniku

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Lexitor Sp. z o.o

    Verwerende partij: Spółdzielcza Kasa Oszczędnościowo - Kredytowa im. Franciszka Stefczyka, Santander Consumer Bank S.A., mBank S.A

    Dictum

    Artikel 16, lid 1, van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat het recht van de consument op verlaging van de totale kredietkosten in geval van een vervroegde aflossing van het krediet alle de consument aangerekende kosten omvat.


    (1)  PB C 294 van 20.8.2018.


    Top