This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0344
Case T-344/17: Action brought on 31 May 2017 — Latam Airlines Group and Lan Cargo v Commission
Zaak T-344/17: Beroep ingesteld op 31 mei 2017 — Latam Airlines Group en Lan Cargo/Commissie
Zaak T-344/17: Beroep ingesteld op 31 mei 2017 — Latam Airlines Group en Lan Cargo/Commissie
PB C 239 van 24.7.2017, p. 65–67
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 239/65 |
Beroep ingesteld op 31 mei 2017 — Latam Airlines Group en Lan Cargo/Commissie
(Zaak T-344/17)
(2017/C 239/77)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Latam Airlines Group SA (Santiago, Chili), Lan Cargo SA (Santiago) (vertegenwoordigers: B. Hartnett, barrister, O. Geiss, advocaat, en W. Sparks, solicitor)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
besluit C(2017) 1742 final van de Commissie van 17 maart 2017 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak AT.39258 — Luchtvracht) nietig verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoeksters; |
— |
daarenboven of subsidiair, de aan verzoeksters opgelegde boetes verlagen; en |
— |
verweerster verwijzen in de proceskosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters zeven middelen aan.
1. |
Het eerste middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht heeft geschonden door het tegen verzoeksters aangevoerde bewijs verkeerd uit te leggen, door artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst, alsmede artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer verkeerd toe te passen en door een ontoereikende motivering te geven bij de aansprakelijkstelling van verzoeksters voor de inbreuk, voor zover die betrekking heeft op de veiligheidstoeslag en het niet-betalen van commissie.
|
2. |
Het tweede middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht heeft geschonden door het tegen verzoeksters aangevoerde bewijs verkeerd uit te leggen, de relevante bepalingen verkeerd toe te passen en een ontoereikende motivering te geven bij de vaststelling dat verzoeksters hadden deelgenomen aan de inbreuk aangaande de brandstoftoeslag.
|
3. |
Het derde middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht kennelijk heeft geschonden door vast te stellen dat verzoeksters aansprakelijk waren voor inbreuken op de routes die zijn aangeduid in artikel 1, leden 1, 3 en 4, van het bestreden besluit, en dat de Commissie geen toereikende motivering heeft gegeven.
|
4. |
Het vierde middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht kennelijk heeft geschonden door vast te stellen dat het vermeende kartel bestond, en dat de Commissie geen toereikende motivering heeft gegeven.
|
5. |
Het vijfde middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht kennelijk heeft geschonden door vast te stellen dat het vermeende gedrag één enkele en voortdurende inbreuk vormde, en dat de Commissie geen toereikende motivering heeft gegeven.
|
6. |
Het zesde middel is eraan ontleend dat de Commissie verzoeksters verdedigingsrechten heeft geschonden en geen toereikende motivering heeft gegeven.
|
7. |
Het zevende middel is eraan ontleend dat de Commissie de feiten en het recht kennelijk heeft geschonden bij de berekening van de geldboete van verzoeksters, en dat zij geen toereikende motivering heeft gegeven.
|