Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0732

    Zaak T-732/14: Beroep ingesteld op 23 oktober 2014 — Sberbank of Russia/Raad

    PB C 16 van 19.1.2015, p. 41–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.1.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 16/41


    Beroep ingesteld op 23 oktober 2014 — Sberbank of Russia/Raad

    (Zaak T-732/14)

    (2015/C 016/65)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Sberbank of Russia OAO (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: D. Rose, QC, M. Lester, Barrister, P. Crowther en J. Fearns, Solicitors)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    vernietiging van besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014, verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014, besluit 2014/659/GBVB van de Raad van 8 september 2014 en verordening nr. 960/2014 van de Raad van 8 september 2014, voor zover zij van toepassing zijn op verzoekende partij;

    vaststelling dat de bepalingen die zijn samengevat in alinea 52 van het beroep, onrechtmatig zijn;

    verwijzing van de Raad in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel: de Raad heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt bij de overweging dat in het geval van verzoekende partij ten minste is voldaan aan één van de criteria voor opname in de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen in het licht van het handelen van Rusland om de situatie in Oekraïne te destabiliseren. Verzoekende partij voert aan dat zij niet voldoet aan de criteria voor opname in de lijst en dat de Raad derhalve zijn bevoegdheid heeft overschreden door haar op te nemen in de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de bestreden maatregelen.

    2.

    Tweede middel: de Raad heeft zijn motiveringsplicht geschonden bij opname van verzoekende partij in de lijst, voor zover hij onvoldoende heeft gemotiveerd waarom verzoekende partij de bestreden maatregelen zijn opgelegd.

    3.

    Derde middel: de Raad heeft verzuimd het recht van verdediging van verzoekende partij en haar recht op doeltreffende rechterlijke toetsing te waarborgen, aangezien hij verzoekende partij niet had geïnformeerd over haar opname in de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de bestreden maatregelen, en heeft geen bewijs overlegd dat de opname van verzoekende partij ondersteunt.

    4.

    Vierde middel: de opname van verzoeker in de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan de bestreden maatregelen is een ongerechtvaardigde en onevenredige beperking van haar grondrechten, waaronder begrepen het recht op bescherming van nering en goede naam.


    Top