Tento dokument je výňatok z webového sídla EUR-Lex
Dokument 62014TN0498
Case T-498/14: Action brought on 2 July 2014 — Deutsche Umwelthilfe v Commission
Zaak T-498/14: Beroep ingesteld op 2 juli 2014 — Deutsche Umwelthilfe/Commissie
Zaak T-498/14: Beroep ingesteld op 2 juli 2014 — Deutsche Umwelthilfe/Commissie
PB C 329 van 22.9.2014, s. 20 – 20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 329/20 |
Beroep ingesteld op 2 juli 2014 — Deutsche Umwelthilfe/Commissie
(Zaak T-498/14)
2014/C 329/28
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Deutsche Umwelthilfe eV (Radolfzell, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Klinger en R. Geulen. advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het besluit nietig verklaren; |
— |
de Europese Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster baseert haar beroep op het volgende.
Aanspraak op toegang tot schriftelijke communicatie tussen de Europese Commissie en het bedrijf Honeywell en DuPont respectievelijk autofabrikanten inzake het nieuwe koudemiddel R1234yf
— |
Volgens verzoekster heeft de commissie verzoeksters recht van toegang krachtens artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1367/2006 (1) geschonden. Dat artikel gebiedt openbaarmaking van documenten van de instellingen telkens wanneer de gevraagde informatie betrekking heeft op uitstoot in het milieu. Volgens het wettelijk vermoeden van artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1367/2006 legt het belang van openbaarmaking van informatie meer gewicht in de schaal dan het belang van bescherming van de onderneming. |
— |
Voorts, aldus verzoekster, vormt artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1367/2006 een expliciete uitleggingsregel van artikel 4, lid 2, eerste en tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001. (2) Artikel 6, lid 1, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1367/2006 wijzigt verordening nr. 1049/2001, voor zover documenten uitstoot in het milieu betreffen. Volgens verzoekster bevatten de niet openbaar gemaakte documenten vermoedelijk informatie over de risico’s voor gezondheid en klimaat van de koudemiddelen R1234YF en R134a en kan uit het door de autofabrikanten en producenten van koudemiddelen gestelde, overwogene en voorgestelde inzake het gebruik van deze chemische stoffen de hoeveelheid giftige emissie van waterstoffluoride worden afgeleid. |
— |
Verzoekster stelt subsidiair dat zelfs op basis van artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/2001 toegang tot de gevraagde documenten moest worden verleend. Aan de uitzondering van artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 is niet voldaan. Bovendien gebiedt een hoger belang inzage van de documenten, daar het gebruik van het koudemiddel aanzienlijke gezondheidsrisico’s oplevert. |
(1) Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (PB L 264, blz. 13).
(2) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB. L 145, blz. 43).