This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0341
Case C-341/14: Request for a preliminary ruling from the Raad van State (Netherlands) lodged on 14 July 2014 — J. Harmsen; other party: Burgemeester van Amsterdam
Zaak C-341/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 14 juli 2014 — J. Harmsen, andere partij: Burgemeester van Amsterdam
Zaak C-341/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 14 juli 2014 — J. Harmsen, andere partij: Burgemeester van Amsterdam
PB C 339 van 29.9.2014, p. 9–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 339/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 14 juli 2014 — J. Harmsen, andere partij: Burgemeester van Amsterdam
(Zaak C-341/14)
2014/C 339/10
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: J. Harmsen
Verweerder: Burgemeester van Amsterdam
Prejudiciële vragen
1) |
Is hoofdstuk III van richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376, blz. 36) van toepassing op zuiver interne situaties of geldt bij de beoordeling van de vraag of dit hoofdstuk van toepassing is de rechtspraak van het Hof inzake de verdragsbepalingen over vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten in zuiver interne situaties? |
2) |
Indien het antwoord op vraag 1 is dat de rechtspraak van het Hof van Justitie inzake de verdragsbepalingen over vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten in een zuiver interne situatie geldt bij de beoordeling van de vraag of hoofdstuk III van richtlijn nr. 2006/123/EG […] van toepassing is:
|
3) |
Voor zover de dienstverrichter een beroep toekomt op de bepalingen in hoofdstuk III van richtlijn nr. 2006/123/EG […], verzet artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van deze richtlijn zich tegen een maatregel als thans in geding, waarbij het een exploitant van raamprostitutiebedrijven slechts is toegestaan kamers in dagdelen te verhuren aan prostituees die zich aan de exploitant verstaanbaar kunnen maken in een voor hem begrijpelijke taal? |