Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0299

    Zaak C-299/14: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 25 februari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landessozialgericht Nordrhein-Westfalen — Duitsland) — Vestische Arbeit Jobcenter Kreis Recklinghausen/Jovanna García-Nieto, Joel Peña Cuevas, Jovanlis Peña García, Joel Luis Peña Cruz [Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van personen — Burgerschap van de Unie — Gelijke behandeling — Richtlijn 2004/38/EG — Artikel 24, lid 2 — Socialebijstandsuitkeringen — Verordening (EG) nr. 883/2004 — Artikelen 4 en 70 — Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties — Uitsluiting van onderdanen van een lidstaat gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf in het gastland]

    PB C 145 van 25.4.2016, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.4.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 145/7


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 25 februari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landessozialgericht Nordrhein-Westfalen — Duitsland) — Vestische Arbeit Jobcenter Kreis Recklinghausen/Jovanna García-Nieto, Joel Peña Cuevas, Jovanlis Peña García, Joel Luis Peña Cruz

    (Zaak C-299/14) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Vrij verkeer van personen - Burgerschap van de Unie - Gelijke behandeling - Richtlijn 2004/38/EG - Artikel 24, lid 2 - Socialebijstandsuitkeringen - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikelen 4 en 70 - Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties - Uitsluiting van onderdanen van een lidstaat gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf in het gastland])

    (2016/C 145/07)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landessozialgericht Nordrhein-Westfalen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Vestische Arbeit Jobcenter Kreis Recklinghausen

    Verwerende partijen: Jovanna García-Nieto, Joel Peña Cuevas, Jovanlis Peña García, Joel Luis Peña Cruz

    Dictum

    Artikel 24 van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG, en artikel 4 van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1244/2010 van de Commissie van 9 december 2010, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een regeling van een lidstaat die onderdanen van andere lidstaten die zich bevinden in de situatie als bedoeld in artikel 6, lid 1, van die richtlijn, uitsluit van het recht op bepaalde „bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties”, in de zin van artikel 70, lid 2, van die verordening, die „sociale bijstand” vormen in de zin van artikel 24, lid 2, van voornoemde richtlijn.


    (1)  PB C 315 van 19.9.2014.


    Top