Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0352

    Zaak C-352/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Dortmund (Duitsland) op 26 juni 2013 — Cartel Damage Claims Hydrogen Peroxide SA (CDC)/Evonik Degussa GmbH, Akzo Nobel NV, Solvay SA, Kemira Oyj, Arkema France, FMC Foret, SA, Chemoxal SA, Edison SpA

    PB C 298 van 12.10.2013, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.10.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 298/2


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Dortmund (Duitsland) op 26 juni 2013 — Cartel Damage Claims Hydrogen Peroxide SA (CDC)/Evonik Degussa GmbH, Akzo Nobel NV, Solvay SA, Kemira Oyj, Arkema France, FMC Foret, SA, Chemoxal SA, Edison SpA

    (Zaak C-352/13)

    2013/C 298/02

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landgericht Dortmund

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Cartel Damage Claims Hydrogen Peroxide SA (CDC)

    Verwerende partijen: Evonik Degussa GmbH, Akzo Nobel NV, Solvay SA, Kemira Oyj, Arkema France, FMC Foret, SA, Chemoxal SA, Edison SpA

    Prejudiciële vragen

    1.

    a)

    Moet artikel 6, punt 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 (1) van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus worden uitgelegd dat in het geval van een rechtsvordering waarbij een in de staat van het gerecht gevestigde verweerster en andere in verschillende lidstaten van de Europese Unie gevestigde verweersters gezamenlijk worden aangesproken tot het verstrekken van inlichtingen en tot schadevergoeding ter zake van een door de Europese Commissie vastgestelde deelneming van verweersters in meerdere lidstaten en op verschillende plaatsen en tijdstippen aan een enkele voortdurende inbreuk op artikel 81 EG/artikel 101 VWEU en artikel 53 EER, gelijktijdige behandeling en berechting doelmatig is teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting onverenigbare uitspraken worden gegeven?

    b)

    Is daarbij van belang dat de rechtsvordering tegen de in de staat van het gerecht gevestigde verweerster is ingetrokken ná de betekening aan alle verweersters en vóór het verstrijken van de door de rechter bepaalde termijnen voor de indiening van verweerschriften en vóór de aanvang van de eerste mondelinge behandeling?

    2.

    Moet artikel 5, punt 3, van verordening (EG) nr. 44/2001 aldus worden uitgelegd dat in het geval van een rechtsvordering waarbij in meerdere lidstaten van de Europese Unie gevestigde verweersters worden aangesproken tot het verstrekken van inlichtingen en tot schadevergoeding ter zake van een door de Europese Commissie vastgestelde deelname door verweersters in meerdere lidstaten en op verschillende plaatsen en tijdstippen aan een enkele voortdurende inbreuk op artikel 81 EG/artikel 101 VWEU en artikel 53 EER, het schadebrengende feit zich wat elk van verweersters en alle gestelde schadeposten of de totale schade betreft heeft voorgedaan in die lidstaten waar kartelafspraken zijn gemaakt en uitgevoerd?

    3.

    In het geval van een schadevordering wegens inbreuk op het kartelverbod van artikel 81 EG/artikel 101 VWEU en artikel 53 EER, staat het Unierechtelijke vereiste van effectieve handhaving van het kartelverbod dan toe dat rekening wordt gehouden met arbitrage- en forumkeuzebedingen in leveringsovereenkomsten, indien dit er ten aanzien van alle verweersters en/of alle of een deel van de vordering toe leidt dat wordt afgeweken van de internationale bevoegdheidsregels van artikel 5, punt 3, en/of artikel 6, punt 1 van verordening (EG) nr. 44/2001?


    (1)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1).


    Top