This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0296
Case T-296/11: Action brought on 8 June 2011 — Cementos Portland Valderrivas v Commission
Zaak T-296/11: Beroep ingesteld op 8 juni 2011 — Cementos Portland Valderrivas/Commissie
Zaak T-296/11: Beroep ingesteld op 8 juni 2011 — Cementos Portland Valderrivas/Commissie
PB C 238 van 13.8.2011, p. 26–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.8.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 238/26 |
Beroep ingesteld op 8 juni 2011 — Cementos Portland Valderrivas/Commissie
(Zaak T-296/11)
2011/C 238/46
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Cementos Portland Valderrivas, SA (Pamplona, Spanje) (vertegenwoordiger: L. Ortiz Blanco, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
het beroep ontvankelijk te verklaren; |
— |
de beschikking van de Commissie van 30 maart 2011 nietig te verklaren; |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking van de Commissie van 30 maart 2011 betreffende een procedure op grond van artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak COMP/39.520 — cement en aanverwante producten).
Ter onderbouwing van haar beroep voert de verzoekende partij één enkel middel aan, ontleend aan schending van artikel 18 van voornoemde verordening en van het evenredigheidsbeginsel.
— |
Ten eerste houdt de bij de bestreden beschikking gevraagde informatie geen verband met de zogezegde inbreuk die wordt onderzocht, zodat de Commissie op basis van die informatie geen aanwijzingen kan natrekken die een onderzoek naar Valderrivas rechtvaardigen. Volgens verzoekster is bijgevolg niet voldaan aan het vereiste van noodzakelijkheid waarvan artikel 18 van verordening nr. 1/2003 de uitoefening van de bevoegdheid om inlichtingen op te vragen afhankelijk stelt. Het feit dat de beschikking van geen dergelijke aanwijzingen gewag maakt, betekent niet dat zij kan worden onttrokken aan de verplichte toetsing door het Gerecht of de gevraagde informatie noodzakelijk is. |
— |
Ten tweede druist de bestreden beschikking in tegen het evenredigheidsbeginsel, aangezien zij voor verzoekster een last meebrengt die duidelijk niet in verhouding staat tot wat in het kader van het onderzoek vereist is. Deze onevenredigheid komt tot uitdrukking in de aard, de buitensporige omvang en de mate van gedetailleerdheid van de verlangde informatie, in de verplichting om de gevraagde informatie in een bepaald formaat te verwerken en in te dienen en in de voor het verstrekken van de informatie gestelde termijn. |