This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CN0412
Case C-412/11: Action brought on 5 August 2011 — European Commission v Grand Duchy of Luxembourg
Zaak C-412/11: Beroep ingesteld op 5 augustus 2011 — Europese Commissie/Groothertogdom Luxemburg
Zaak C-412/11: Beroep ingesteld op 5 augustus 2011 — Europese Commissie/Groothertogdom Luxemburg
PB C 298 van 8.10.2011, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 298/16 |
Beroep ingesteld op 5 augustus 2011 — Europese Commissie/Groothertogdom Luxemburg
(Zaak C-412/11)
2011/C 298/29
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en H. Støvlbæk, gemachtigden)
Verwerende partij: Groothertogdom Luxemburg
Conclusies
— |
Vaststellen dat aangezien de maatregelen ter uitvoering van het eerste spoorwegpakket ontoereikend waren, het Groothertogdom Luxemburg de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 6, lid 3, van en bijlage II bij richtlijn 91/440/EEG, zoals gewijzigd (1), en artikel 14, lid 2, van richtlijn 2001/14/EG (2), |
— |
het Groothertogdom Luxemburg verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie stelt de betrokken nationale bepalingen aan de kaak voor zover deze bepalen dat bij storingen van het treinverkeer de toewijzing van treinpaden geschiedt door de Société nationale des chemins de fer luxembourgeois (CFL), en niet door een onafhankelijke instantie. Bijgevolg neemt de CFL deel aan de uitoefening van essentiële taken, waardoor een billijke en niet-discriminerende toegang tot de infrastructuur voor andere marktdeelnemers niet is gewaarborgd.
Op de door de Luxemburgse autoriteiten aangevoerde bezwaren antwoordt de Commissie ten eerste dat de verklaring van de Luxemburgse autoriteiten dat er bij storingen van het treinverkeer geen nieuwe toewijzing van treinpaden plaatsvindt, onjuist is. Wanneer de dienstregeling niet meer kan worden gevolgd, laat de CFL vertraagde treinen passeren, hetgeen een nieuwe toewijzing van treinpaden vormt. Ten tweede verzet de Commissie zich tegen de stelling dat artikel 29 van richtlijn 2001/14/EG een lex specialis vormt die derogeert aan de algemene regel en op grond waarvan de nieuwe toewijzing van treinpaden door de CFL bij storingen gerechtvaardigd zou zijn.
(1) Richtlijn 2001/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 tot wijziging van richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PB L 75, blz. 1).
(2) Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PB L 75, blz. 29).