EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0314

Zaak C-314/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 24 juni 2011 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 april 2011 in zaak T-320/09, Planet AE/Commissie

PB C 238 van 13.8.2011, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 238/12


Hogere voorziening ingesteld op 24 juni 2011 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 april 2011 in zaak T-320/09, Planet AE/Commissie

(Zaak C-314/11 P)

2011/C 238/18

Procestaal: Grieks

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Dintilhac en D. Triantafyllou)

Andere partij in de procedure: Planet AE

Conclusies

de beschikking van het Gerecht van 13 april 2011 in zaak T-320/09 vernietigen;

het beroep niet-ontvankelijk verklaren;

verweerster in hogere voorziening verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Onjuiste uitlegging van besluit 2008/969/EG

De registratie van verweerster in hogere voorziening in het systeem voor vroegtijdige waarschuwing (EWS), die (in tegenstelling tot andere registraties) enkel op vermoedens berust, heeft geen ander gevolg dan een verscherping van het toezicht (artikel 16 van het besluit) die geen bindende gevolgen teweegbrengt voor verweerster in hogere voorziening. De litigieuze registraties worden in de beschikking ten onrechte verward met andere soorten registraties, die andere gevolgen hebben.

Geen wezenlijke verandering van de rechtspositie door de litigieuze registraties

Het loutere toezicht op de geregistreerde brengt duidelijk op zichzelf geen wijziging van zijn rechtspositie mee.

Niet rechtstreeks geraakt zijn van verweerster in hogere voorziening door de litigieuze registraties

De getroffen maatregelen zijn vastgesteld naar het vrije oordeel van de bevoegde ordonnateur en na overleg en onderhandelingen met verweerster in hogere voorziening en haar bank. Zij zijn geen rechtstreeks en automatisch gevolg van de registraties. Het rechtstreeks geraakt zijn is echter een noodzakelijke voorwaarde voor de ontvankelijkheid (artikel 263, lid 4, VWEU).

Niet onderzoeken van de stellingen en bewijzen wat het rechtstreeks geraakt zijn betreft

Ofschoon de voormelde beraadslagingen en onderhandelingen in het beroepschrift zijn beschreven, heeft het Gerecht ze genegeerd, met schending van de beginselen van onpartijdigheid en objectiviteit.

Gebrek aan motivering

Verweerster in hogere voorziening legt niet uit wat moet worden verstaan onder „ongunstige wijziging” van de positie van de verzoekster, die niet van een economisch voordeel wordt beroofd, maar wordt vrijgesteld van de verplichting het voorschot te verdelen.

Hetzelfde geldt met betrekking tot de gevolgen van de litigieuze bijzondere registraties, waarvan het bindende karakter helemaal niet wordt uitgelegd.

Verwarring van de rechtsmiddelen

De plaats in het consortium van verweerster in hogere voorziening betreft de vorming van de overeenkomst. Als onafscheidelijk deel van het contractuele kader kon zij het voorwerp zijn van een contractueel geschil (artikel 272 VWEU), maar niet van een verzoek tot nietigverklaring, aangezien de betrokken rechtsmiddelen parallel en autonoom van toepassing zijn.

Schending van de contractuele vrijheid en het instemmingsbeginsel

Enerzijds is de Commissie niet verplicht een overeenkomst te sluiten zonder enige voorzorgsmaatregel te nemen, en anderzijds heeft verweerster in hogere voorziening ingestemd met het uiteindelijke contractuele kader. Bijgevolg onderzoekt het Gerecht ten onrechte rechtsgrondslagen, verhoren en dergelijke, die in geval van „sancties” zijn vereist, maar niet passen bij gelijkheid van contractanten.

Onjuiste kwalificatie van de registraties als besluiten

De registraties in het EWS zijn maatregelen van interne orde, voorzorgsmaatregelen overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer (artikel 27 van het Financieel Reglement), in het betrokken besluit 2008/969 voorzien als interne voorschriften van de Commissie (zie artikel 51 van het Financieel Reglement) ter informatie en gebruik door alle gedelegeerde ordonnateurs van deze instelling. De litigieuze registraties mogen anderzijds niet worden verward met de registratie die leidt tot uitsluiting van de procedure, aangezien in de onderhavige zaak de overeenkomst werd gesloten met verweerster in hogere voorziening.

Afhankelijkheid van de ontvankelijkheid van de gegrondheid van het beroep

Het Gerecht verklaart zijn beschikking door de noodzaak de bevoegdheid van de Commissie tot vaststelling van besluit 2008/969 te onderzoeken. Het probleem van de bevoegdheid betreft echter de gegrondheid van het beroep en kan niet bepalend zijn voor de ontvankelijkheid ervan.


Top