Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010FN0100

    Zaak F-100/10: Beroep ingesteld op 8 oktober 2010 — AM/Parlement

    PB C 55 van 19.2.2011, p. 37–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.2.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 55/37


    Beroep ingesteld op 8 oktober 2010 — AM/Parlement

    (Zaak F-100/10)

    2011/C 55/68

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: AM (Malaga, Spanje) (vertegenwoordigers: L. Lévi en C. Bernard-Glanz, advocaten)

    Verwerende partij: Europees Parlement

    Voorwerp en beschrijving van het geding

    Verzoek om nietigverklaring van het besluit houdende weigering om verzoekers vasculaire ongeval aan te merken als ongeval in de zin van artikel 73 van het Statuut en artikel 2 van het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering

    Conclusies van de verzoekende partij

    nietigverklaring van het besluit van het TABG van 12 november 2009 houdende weigering om verzoekers vasculaire ongeval aan te merken als ongeval in de zin van artikel 73 van het Statuut en artikel 2 van het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering en, voor zover nodig, van het besluit van het TABG tot afwijzing van de klacht;

    dientengevolge, hervatting van het onderzoek van het verzoek dat de verzoekende partij krachtens artikel 73 van het Statuut heeft ingediend door een nieuwe medische commissie;

    veroordeling van de verwerende partij tot betaling van een ex aequo et bono op 50 000 EUR vastgestelde vergoeding voor de immateriële schade die verzoeker door de bestreden besluiten heeft geleden;

    veroordeling van de verwerende partij tot betaling van een voorlopig op 25 000 EUR vastgestelde vergoeding voor de materiële schade die verzoeker door de bestreden besluiten heeft geleden;

    veroordeling van de verwerende partij tot betaling van 12 % vertragingsrente over het krachtens artikel 73 van het Statuut verschuldigde bedrag vanaf ten laatste 15 maart 2007 en tot aan de volledige betaling van dit bedrag;

    verwijzing van het Europees Parlement in de kosten.


    Top