EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0614

Zaak C-614/10: Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Republiek Oostenrijk

PB C 72 van 5.3.2011, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 72/13


Beroep ingesteld op 22 december 2010 — Europese Commissie/Republiek Oostenrijk

(Zaak C-614/10)

2011/C 72/22

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Martenczuk en B.-R. Killmann, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Oostenrijk

Conclusies

1)

vaststellen dat de Republiek Oostenrijk niet aan haar verplichtingen op grond van artikel 28, lid 1, tweede zin van richtlijn 95/46/EG heeft voldaan, doordat de huidige rechtstoestand in Oostenrijk betreffende de als toezichthoudende autoriteit ingestelde commissie voor gegevensbescherming niet voldoet aan het criterium van de volledige onafhankelijkheid.

2)

de Republiek Oostenrijk verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens de Commissie is in Oostenrijk de onafhankelijkheid van de commissie voor gegevensbescherming als toezichthoudende autoriteit voor het toezicht op de wettelijke regelingen voor gegevensbescherming niet gewaarborgd.

De commissie voor gegevensbescherming is organisatorisch nauw verbonden met de kanselarij van de bondskanselier die het gezag uitoefent over de medewerkers van de commissie voor gegevensbescherming, en verantwoordelijk is voor hun materiële uitrusting. Bovendien is de leiding van de commissie voor gegevensbescherming in handen van een bestuursambtenaar van de kanselarij die ook tijdens het uitoefenen van deze functie aan de bevelen van zijn werkgever is gebonden en onder diens gezag staat. Deze situatie kan leiden tot loyaliteits- en belangenconflicten.

Verder beschikt de bondskanselier, die zoals andere overheidsinstanties aan het toezicht van de commissie voor gegevensbescherming is onderworpen, ten aanzien van deze commissie over een uitgebreid toezichts- en inlichtingenrecht waardoor hij de mogelijkheid heeft om zich te allen tijde en zonder enige concrete aanleiding te informeren over alle zaken die de leiding van deze commissie aangaan. Hierdoor bestaat het gevaar dat dit recht voor politieke beïnvloeding wordt gebruikt.


Top