This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0489
Case C-489/10: Reference for a preliminary ruling from the Sąd Najwyższy (Poland) lodged on 12 October 2010 — Criminal proceedings against Łukasz Marcin Bonda
Zaak C-489/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Republiek Polen) op 12 oktober 2010 — Strafzaak tegen Łukasz Marcin Bonda
Zaak C-489/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Republiek Polen) op 12 oktober 2010 — Strafzaak tegen Łukasz Marcin Bonda
PB C 13 van 15.1.2011, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.1.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 13/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Najwyższy (Republiek Polen) op 12 oktober 2010 — Strafzaak tegen Łukasz Marcin Bonda
(Zaak C-489/10)
()
2011/C 13/29
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Najwyższy
Partij in de strafzaak voor de nationale rechter
Łukasz Marcin Bonda
Prejudiciële vraag
Wat is juridisch gezien de aard van de sanctie van artikel 138 van verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PB L 345, blz. 1), die erin bestaat dat een landbouwer rechtstreekse betalingen wordt ontzegd in de jaren volgende op het jaar waarin hij een onjuiste verklaring heeft afgelegd over de grootte van het areaal dat de grondslag vormt voor rechtstreekse betalingen?