Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022IP0120

Resolutie van het Europees Parlement van 7 april 2022 over de EU-bescherming van kinderen en jongeren die vanwege de oorlog in Oekraïne op de vlucht zijn (2022/2618(RSP))

PB C 434 van 15.11.2022, p. 50–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 434 van 15.11.2022, p. 34–42 (GA)

15.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 434/50


P9_TA(2022)0120

EU-bescherming van kinderen en jongeren die vanwege de oorlog in Oekraïne op de vlucht zijn

Resolutie van het Europees Parlement van 7 april 2022 over de EU-bescherming van kinderen en jongeren die vanwege de oorlog in Oekraïne op de vlucht zijn (2022/2618(RSP))

(2022/C 434/08)

Het Europees Parlement,

gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, en de aanvullende protocollen daarbij,

gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens,

gezien artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

gezien Aanbeveling (EU) 2021/1004 van de Raad van 14 juni 2021 tot instelling van een Europese kindergarantie (1),

gezien de mededeling van de Commissie van 24 maart 2021 getiteld “EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2021)0142),

gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van 13 december 2006,

gezien zijn resolutie van 29 april 2021 over de Europese kindergarantie (2),

gezien het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten,

gezien het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (3),

gezien de in opdracht van de VN verrichte “Global Study on Children Deprived of Liberty” van juli 2019,

gezien het Verdrag van de Verenigde Naties tot beperking der staatloosheid van 30 augustus 1961,

gezien het mondiaal pact inzake vluchtelingen van de VN van 2018,

gezien zijn resolutie van 3 mei 2018 over de bescherming van migrerende kinderen (4),

gezien algemene aanbeveling nr. 38 van het VN-Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen van 6 november 2020 over vrouwen- en meisjeshandel in de context van mondiale migratie,

gezien zijn resolutie van 26 februari 2014 over seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor de gendergelijkheid (5),

gezien de mededeling van de Commissie van 23 maart 2022 getiteld “De vluchtelingen voor de oorlog in Oekraïne verwelkomen: Europa klaarstomen om aan de behoeften te voldoen” (COM(2022)0131),

gezien artikel 132, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de invasie van Oekraïne door de Russische Federatie en het feit dat de Oekraïense bevolking tot doelwit is gemaakt ertoe hebben geleid dat een groot aantal mensen en gezinnen Oekraïne is ontvlucht, hetgeen een enorme tol eist, met name onder kinderen en jongeren in de ruimere regio;

B.

overwegende dat volgens het meest recente verslag van Unicef (6) op 25 maart 2022 sinds het begin van de oorlog meer dan 3,7 miljoen vluchtelingen uit Oekraïne waren gevlucht; overwegende dat dit getal de komende weken naar verwachting zal blijven stijgen; overwegende dat de VN ook schat dat er nu bijna 6,5 miljoen mensen zijn die sinds het begin van de oorlog in eigen land ontheemd zijn geraakt, en dat daarbovenop nog eens 12,65 miljoen mensen rechtstreeks door het conflict zijn getroffen;

C.

overwegende dat volgens het meest recente verslag van Unicef (7) vrouwen en kinderen 90 % van alle vluchtelingen uit Oekraïne uitmaken; overwegende dat bijna de helft van de vluchtelingen die Oekraïne ontvluchten de schoolgaande leeftijd hebben (8); overwegende dat Unicef ook schat dat sinds het begin van het conflict meer dan 2,5 miljoen kinderen in eigen land ontheemd zijn geraakt;

D.

overwegende dat de buurlanden te maken hebben met een enorme toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne, waarbij meer dan 2,2 miljoen mensen naar Polen zijn gegaan, meer dan 579 000 naar Roemenië, meer dan 379 000 naar Moldavië, bijna 343 000 naar Hongarije en meer dan 545 000 naar andere landen (aantallen op 25 maart 2022) (9);

E.

overwegende dat met dergelijke hoge aantallen, kinderen, met name wanneer zij onbegeleid zijn, een verhoogd risico lopen op geweld, misbruik en uitbuiting, en dat er een verhoogd risico bestaat dat kinderen vermist raken en ten prooi vallen aan mensenhandel, met name wanneer zij zich over landsgrenzen verplaatsen;

F.

overwegende dat in Oekraïne meer dan 100 000 kinderen, waarvan de helft met een handicap, in een instelling of internaat wonen (10) en dat meer dan 90 % van deze kinderen ouders heeft; overwegende dat volgens officiële cijfers tussen 24 februari en begin maart in Oekraïne 4 311 baby’s zijn geboren, en overwegende dat er aan het begin van de crisis naar schatting 265 000 zwangere vrouwen waren, van wie er naar verwachting in de komende drie maanden ongeveer 80 000 zullen bevallen;

G.

overwegende dat er volgens de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen (UNHCR) in 2021 in Oekraïne ten minste 35 875 staatlozen en personen met niet-vastgestelde nationaliteit waren; overwegende dat ongeveer 10-20 % van de naar schatting 400 000 Roma die in Oekraïne wonen staatloos is of het risico loopt op staatloosheid; overwegende dat 55 % van de kinderen die in Donetsk en Loehansk zijn geboren en 88 % van de kinderen die op de Krim zijn geboren, naar verluidt geen Oekraïense geboorteakte of persoonlijke documenten hebben, waardoor zij risico lopen op staatloosheid (11); overwegende dat kinderen in gedwongen migratie een groter risico lopen op staatloosheid als gevolg van problemen in verband met belemmeringen bij de geboorteregistratie in hun land van herkomst of tijdens de ontheemding en een gebrek aan erkenning van de staatloosheid van hun ouders; overwegende dat dit risico nog groter is voor onbegeleide kinderen, gezien de belemmeringen voor documentatie en registratie, waaronder het ontbreken van bewijs van familiebanden;

H.

overwegende dat de Europese kindergarantie een EU-instrument is dat bedoeld is om armoede en sociale uitsluiting te voorkomen en bestrijden door te garanderen dat behoeftige kinderen gratis effectieve toegang hebben tot essentiële diensten zoals voor- en vroegschoolse educatie en opvang, onderwijs- en schoolactiviteiten, gezondheidszorg en ten minste één gezonde maaltijd per schooldag, alsmede effectieve toegang voor alle behoeftige kinderen tot gezonde voeding en geschikte huisvesting; overwegende dat de doelstellingen van de kindergarantie van toepassing moeten zijn op alle kinderen in de Unie;

I.

overwegende dat de kinderen van migranten en vluchtelingen vaak tussen de mazen van nationale wetgeving vallen, waardoor kinderen aan hun lot worden overgelaten, hetgeen hun sociale ontwikkelingsachterstand kan verergeren en kan leiden tot een onzeker bestaan en tot een groter risico om gemarginaliseerd, mishandeld en misbruikt te worden;

J.

overwegende dat kinderen die met beperkte middelen en in onzekere gezinssituaties opgroeien, een hoger risico op armoede en sociale uitsluiting lopen met ingrijpende gevolgen voor hun ontwikkeling en latere leven als volwassene, waardoor een vicieuze cirkel van intergenerationele armoede in stand wordt gehouden; overwegende dat armoede en sociale uitsluiting het best kunnen worden aangepakt door middel van een alomvattend beleid dat specifieke maatregelen omvat, maar een breed toepassingsgebied heeft doordat het niet alleen gericht is op kinderen, maar ook de gezinnen en gemeenschappen waarvan zij deel uitmaken, en door prioriteit te geven aan investeringen in de creatie van nieuwe kansen en oplossingen; overwegende dat alle onderdelen van de samenleving bij het oplossen van deze problemen moeten worden betrokken — van lokale, regionale, nationale en Europese overheden tot het maatschappelijk middenveld;

K.

overwegende dat kinderarmoede door internationale organisaties is aangemerkt als zowel een mogelijke oorzaak als een gevolg van schendingen van de rechten van het kind, gezien de gevolgen die het heeft voor het vermogen van kinderen om hun rechten uit te oefenen en aangezien het niet-eerbiedigen van die rechten in armoede resulteert;

L.

overwegende dat tot op heden 378 instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs in Oekraïne zijn vernietigd door Russische beschietingen (12);

M.

overwegende dat de integratie van kinderen en jongeren in zorg- en onderwijsstelsels een prioriteit moet blijven voor de EU en haar lidstaten;

N.

overwegende dat er in de context van het conflict ernstige schendingen ten aanzien van kinderen plaatsvinden, waaronder van kinderen die in hechtenis zitten; overwegende dat de gevolgen van het gewapende conflict voor kinderen op korte, middellange en lange termijn op doeltreffende en alomvattende wijze moeten worden aangepakt door gebruik te maken van de verscheidenheid aan instrumenten waarover de EU beschikking heeft, waaronder nieuwe en verbeterde richtsnoeren van de EU inzake kinderen en gewapende conflicten;

O.

overwegende dat meisjes in het bijzonder gevaar lopen tijdens de humanitaire en ontheemdingscrisis, aangezien zij nog steeds onevenredig vaak het slachtoffer zijn van discriminatie op grond van gendernormen en gendergeweld;

P.

overwegende dat in Moldavië kinderen de helft uitmaken van het aantal vluchtelingen dat Oekraïne is ontvlucht;

1.

is ingenomen met de bekendmaking van de mededeling van de Commissie van 23 maart 2022 getiteld “De vluchtelingen voor de oorlog in Oekraïne verwelkomen: Europa klaarstomen om aan de behoeften te voldoen”, de operationele richtsnoeren voor de uitvoering van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad (13) en het 10-puntenplan voor een sterkere Europese coördinatie bij de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne;

2.

herinnert eraan dat de EU en alle lidstaten het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind hebben geratificeerd en derhalve verplicht zijn de daarin vastgelegde rechten te eerbiedigen, te beschermen en na te leven; benadrukt dat in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind het belang van het kind altijd voorop moet staan bij alle beslissingen die kinderen aangaan;

3.

verzoekt de lidstaten om elk kind dat op de vlucht is in de eerste plaats als kind te beschouwen, ongeacht de sociale of etnische achtergrond, gender, seksuele gerichtheid, vermogens, nationaliteit of migratiestatus van het kind;

4.

dringt aan op de totstandbrenging van veilige doorgangen en humanitaire corridors voor kinderen die het conflict ontvluchten, zowel onbegeleide kinderen als kinderen in gezinnen, en op het verlenen van de dringende hulp die nodig is voor kinderen die in eigen land ontheemd zijn, gestrand zijn in of niet in staat zijn omsingelde gebieden te verlaten;

5.

herinnert aan het belang van de EU-strategie voor de rechten van het kind, de kindergarantie, de EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel, de EU-strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030, alsook alle bestaande rechtsinstrumenten van de EU, waaronder de richtlijn tijdelijke bescherming (14), bij de ondersteuning van de lidstaten om hen te helpen zich te richten op de specifieke behoeften van kinderen die de oorlog ontvluchten;

6.

benadrukt dat het belangrijk is met volledige inachtneming van de regels inzake gegevensbescherming informatie tussen de lidstaten uit te wisselen, en dat registratie van de ene lidstaat door een andere wordt erkend;

7.

benadrukt dat elk kind het recht heeft te worden beschermd tegen geweld, uitbuiting en misbruik en dat de EU-lidstaten moeten zorgen voor preventieve maatregelen, met name ten behoeve van kinderen die het risico lopen slachtoffer te worden van mensenhandel en ontvoering, alsook voor hulp aan kinderen die aan geweld en trauma zijn blootgesteld; herinnert eraan dat kinderen in gezinsomgevingen over het algemeen veiliger zijn en beter worden verzorgd, en roept daarom op tot meer steun voor gezinnen en pogingen tot gezinshereniging; herinnert eraan dat er in ieder geval altijd een beoordeling van het belang van het kind moet plaatsvinden; dringt er bovendien op aan dat er hulp wordt geboden aan de overlevenden van gendergeweld;

8.

verzoekt de Commissie buurlanden te helpen bij het opzetten van adequate en veilige kindvriendelijke ruimten met kinderbeschermingsfunctionarissen onmiddellijk na de grens, zoals de Blue Dot-hubs die worden opgezet door Unicef en de UNHCR;

9.

beveelt ten zeerste aan dat kinderbeschermingsfunctionarissen en andere kritieke diensten aan de grens aanwezig en beschikbaar zijn om de kwetsbaarheden van deze kinderen te kunnen vaststellen, met name door de nationaliteit van het kind, de staatloosheid of het risico op staatloosheid bij aankomst correct vast te stellen en te registreren, en hen door te verwijzen naar de juiste diensten, waaronder psychosociale ondersteuning, gezondheidszorg voor moeders, bescherming tegen gendergeweld, opsporing van familieleden en steun voor gezinshereniging, en om te zorgen voor een juiste overdracht aan de nationale kinderbeschermingsstelsels zodat kinderen volledige toegang krijgen tot alle basisdiensten en tot passende zorg overeenkomstig internationale normen voor kinderbescherming;

10.

dringt er bij alle partijen op aan nauw samen te werken met de Oekraïense autoriteiten om de evacuatie van kinderen in instellingen en kinderen die medische zorg nodig hebben, te bespoedigen en ervoor te zorgen dat zij worden overgebracht naar een passende zorgomgeving binnen een gemeenschap of gezin in de lidstaten zodat zij de juiste zorg kunnen ontvangen;

11.

benadrukt dat evacuaties altijd moeten worden uitgevoerd met inachtneming van bijzondere maatregelen die rekening houden met de belangen van het kind, en dat hun ouders of verzorgers toestemming moeten verlenen;

12.

benadrukt het belang van de invoering van een EU-strategie om de humanitaire actie ter plaatse op te voeren om gezinnen en kinderen te redden, met name kwetsbare kinderen, met inbegrip van kinderen uit kansarme sociaaleconomische milieus, kinderen in instellingen en in de pleegzorg, in ziekenhuizen, alsook kinderen met een handicap, wezen en onbegeleide kinderen, met name in gevechtsgebieden;

13.

uit zijn bezorgdheid over berichten dat er nog steeds jongeren worden vastgehouden in detentiecentra voor immigratie in Oekraïne, die als gevolg van de vijandelijkheden een verhoogd risico lopen; verzoekt de Commissie samen te werken met de Oekraïense autoriteiten om de vrijlating mogelijk te maken van jonge migranten en asielzoekers die in detentiecentra voor immigratie in Oekraïne worden vastgehouden, en hun veilige evacuatie te faciliteren;

14.

is ingenomen met de aankondiging van de Commissie over de oprichting van het solidariteitsplatform voor de uitwisseling van informatie over de opvangcapaciteit van de lidstaten en het aantal mensen dat tijdelijke bescherming geniet op hun grondgebied;

15.

onderstreept het belang van nauwe samenwerking met de Oekraïense autoriteiten en de relevante internationale en niet-gouvernementele organisaties bij de registratie en identificatie van kinderen uit institutionele zorg in Oekraïne die de EU binnenkomen, teneinde kinderhandel, illegale adoptie en andere mogelijke misbruiken te voorkomen, met volledige inachtneming van de EU-normen inzake gegevensbescherming; benadrukt dat het belangrijk is het welzijn en de verblijfplaats van deze kinderen na hun aankomst in de EU te monitoren;

16.

dringt erop aan dat onbegeleide en van hun familie gescheiden kinderen en kinderen uit instellingen in Oekraïne onmiddellijk worden opgenomen in de monitoringsystemen van de diensten voor sociale en kinderbescherming in de lidstaten van opvang, teneinde gezinshereniging te vergemakkelijken wanneer dit in de toekomst in hun belang is, en toezicht te houden op de zorgverlening om hun veiligheid en bescherming te waarborgen;

17.

benadrukt het belang van het verzamelen van uitgesplitste gegevens in overeenstemming met de EU-normen inzake gegevensbescherming om kwetsbare groepen uit Oekraïne te identificeren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: kinderen in instellingen, kinderen met een handicap, kinderen uit Romagemeenschappen, kinderen zonder papieren en andere niet-Oekraïense kinderen, staatloze kinderen en kinderen die het risico lopen staatloos te worden, teneinde de behoeften van bepaalde groepen in kaart te brengen en te helpen bij het opsporen en herenigen van onbegeleide kinderen, vrouwen en slachtoffers van mensenhandel;

18.

neemt kennis van het EU-registratieplatform, dat tot doel heeft de lidstaten in staat te stellen informatie uit te wisselen om ervoor te zorgen dat personen die tijdelijke of adequate bescherming genieten op grond van de nationale wetgeving, daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hun rechten in alle lidstaten, terwijl mogelijk misbruik wordt beperkt;

19.

dringt er bij de naburige lidstaten op aan kinderen kindvriendelijke informatie te verstrekken, in een taal die zij begrijpen, over hun situatie, rechten en het mogelijke risico op mensenhandel en andere vormen van uitbuiting; benadrukt dat aan volwassenen verstrekte informatie speciale rubrieken over kinderhandel moet bevatten om verzorgers te waarschuwen en makkelijker ondersteuning op maat te kunnen bieden;

Opvangvoorzieningen en kwetsbare kinderen

20.

benadrukt dat kinderen het recht en een aangeboren behoefte hebben om dicht bij hun ouders of een permanente verzorger te zijn; benadrukt hoe belangrijk het is dat broers en zussen niet van elkaar worden gescheiden en dat het daarom belangrijk is onbegeleide kinderen op te vangen op plekken in gezinnen en gemeenschappen, zodat alle kinderen niet in instellingen maar in gezinnen en gemeenschappen kunnen opgroeien, waardoor onnodige scheiding van familieleden wordt voorkomen; benadrukt dat in het geval van onbegeleide kinderen voorrang moet worden gegeven aan pleegzorg of andere zorg binnen een gemeenschap, en dat kinderen, wanneer dit niet mogelijk is, gescheiden van volwassenen moeten worden opgevangen;

21.

verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat er snel een voogd wordt aangesteld voor alle onbegeleide kinderen bij aankomst in hun eerste land, ongeacht hun nationaliteit of immigratiestatus, en dat alle door de voogd verstrekte informatie op een kindvriendelijke manier wordt overgebracht; is in dit verband van mening dat de aangrenzende lidstaten ten volle gebruik moeten maken van het bestaande Europees netwerk van voogdijinstellingen en beveelt ten zeerste aan om, wanneer er geen voogden beschikbaar zijn in een gastland, een tijdelijke voogd aan te wijzen in de grenscontext, teneinde te zorgen voor een correcte overdracht van verantwoordelijkheden aan de nationale kinderbeschermingsstelsels;

22.

dringt erop aan financiering beschikbaar te stellen voor de verstrekking van essentiële en levensreddende diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid (SRG) en onmiddellijke diensten voor overlevenden van gendergeweld, in overeenstemming met het Minimum Initial Service Package (MISP), met het oog op het voorkomen en beheersen van de gevolgen van seksueel geweld, het terugdringen van hiv-overdracht, het voorkomen van bovenmatige ziekte- en sterftecijfers bij moeders en pasgeborenen, en het plannen van alomvattende diensten op het gebied van reproductieve gezondheid; dringt erop aan dat grensoverschrijdende toegang tot SRG-zorg en/of waar nodig het doorreizen naar andere EU-lidstaten onmiddellijk gefaciliteerd worden, om ernstige beperkingen in transit-lidstaten en lidstaten waar vluchtelingen worden opgenomen, te ondervangen en ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten toegang hebben tot alomvattende SRG-diensten en hygiëneproducten;

23.

benadrukt het belang van de lokale gemeenschappen en gemeenten alsook maatschappelijke organisaties in de frontlinie van de opvang, huisvesting en het regelen van toegang tot onderwijs voor kinderen en jongeren; verzoekt derhalve de Commissie om hun sneller toegang tot bestaande EU-fondsen te geven;

24.

prijst en erkent de essentiële rol van het maatschappelijk middenveld bij de opvang, huisvesting, verlening van humanitaire bijstand en juridische bijstand en sociale inclusie voor kinderen en jongeren die de oorlog ontvluchten; herinnert eraan dat de autoriteiten voor het organiseren van de opvang en bescherming van kinderen die Oekraïne ontvluchten niet enkel op burgers en maatschappelijke organisaties kunnen steunen; benadrukt het belang van toezicht door de autoriteiten van de lidstaten op de opvang van onbegeleide kinderen;

25.

verzoekt de Commissie de stelsels voor kinderbescherming in de gastlanden te helpen versterken met het oog op betere psychologische ondersteuning en toegang tot basisvoorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg voor kinderen die Oekraïne ontvluchten, op voet van gelijkheid met andere kinderen in de gastlanden, en om verplaatsingsmechanismen op te zetten die voorrang geven aan gezinshereniging en de verplaatsing van kwetsbare kinderen en anderen, om zodoende de druk op de buurlanden te verminderen;

26.

benadrukt dat de gezondheidszorgstelsels van de gastlanden moeten worden ondersteund om de continuïteit van de zorg voor kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten te waarborgen, met name door het verstrekken van essentiële geneesmiddelen, zoals voor patiënten met hiv, kanker en zeldzame ziekten; verzoekt de lidstaten hun inspanningen te coördineren met Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie om te zorgen voor vaccinatie tegen basisziekten voor kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten, waaronder polio, mazelen en COVID-19;

27.

herinnert eraan dat de EU en alle lidstaten het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind hebben geratificeerd en derhalve verplicht zijn de daarin vastgelegde rechten te eerbiedigen, te beschermen en na te leven; dringt er bij de lidstaten op aan specifieke maatregelen te nemen om adequaat tegemoet te komen aan de behoeften van kinderen met een handicap, met inbegrip van adequate voorzieningen en permanente zorg door gescreende verzorgers;

28.

benadrukt dat ervoor moet worden gezorgd dat rekening wordt gehouden met de behoeften van lhbtiq+-kinderen en jongeren, met name door te voorzien in veilige en passende opvang- of zorgvoorzieningen en door ervoor te zorgen dat er geen sprake is van discriminatie aan grensposten; wijst op de specifieke problemen waarmee transvrouwen en regenbooggezinnen zich geconfronteerd zien wanneer zij zich over landsgrenzen verplaatsen; benadrukt dat kinderen van partners van hetzelfde geslacht het risico lopen van een of beide ouders te worden gescheiden; verzoekt de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn tijdelijke bescherming rekening te houden met feitelijke partnerschappen en gezinnen;

29.

is ingenomen met het initiatief van de Commissie om met betrekking tot vluchtelingen en ontheemde personen uit de aan Oekraïne grenzende lidstaten een solidariteitsmechanisme op te zetten voor de overplaatsing van patiënten binnen de EU, met inbegrip van kinderen en jongeren die onmiddellijk een levensreddende ingreep en behandeling nodig hebben;

30.

verzoekt de lidstaten het bestaande Europese meldpunt voor vermiste kinderen (116 000) en de Europese hulplijn die gratis psychologische bijstand biedt aan kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten (116 111), te versterken; pleit voor nauwere samenwerking tussen de lidstaten in het kader van het meldpunt 116 000, en benadrukt dat het grensoverschrijdend handelen gericht op het identificeren en opsporen van vermiste kinderen moet worden versterkt;

Gezinshereniging

31.

dringt er bij de lidstaten op aan dat alle dossiers van kinderen die Oekraïne zijn ontvlucht en tijdelijk onder hun hoede zijn, behandeld moeten worden met als uiteindelijk doel het vergemakkelijken van gezinshereniging, onder meer door ervoor te zorgen dat de autoriteiten regelmatig en met volledige inachtneming van de EU-normen inzake gegevensbescherming de bestaande databanken controleren, met inbegrip van databanken die informatie verzamelen over vermiste kinderen; benadrukt dat wanneer fysieke hereniging niet onmiddellijk mogelijk is, het contact moet worden onderhouden of zo spoedig mogelijk moet worden hersteld, ook met broers en zussen of familieleden in ruime zin; is van mening dat deze maatregelen sterke beschermings- en rapportagemechanismen moeten omvatten, met inbegrip van doorverwijzing naar dienstverlening en doorverwijzingen en inlichtingen in relatie tot nationale systemen voor het beheer van kinderbeschermingsdossiers;

32.

verzoekt de lidstaten kinderadopties stop te zetten om te voorkomen dat kinderen langer of permanent, tegen het belang van het kind in, van hun ouders en familie gescheiden raken;

Verplaatsing

33.

dringt erop aan verplaatsingsmechanismen te bevorderen, met inbegrip van veilig, snel en gecoördineerd vervoer tussen de lidstaten voor kinderen en hun gezinnen die reeds aanwezig zijn in naburige lidstaten, met name voor onbegeleide kinderen en kinderen met een handicap, die specifieke zorg behoeven, in nauwe samenwerking met de Oekraïense autoriteiten en Oekraïense consulaire diensten in de EU, waar dat nodig is om gezondheidsredenen;

34.

verzoekt de Commissie naburige lidstaten te helpen bij het uitvoeren van individuele beoordelingen inzake het belang van het kind en, indien het kind begeleid wordt door een volwassene, of dat nu een gezinslid, familielid of particuliere sponsor betreft, ervoor te zorgen dat er een adequaat systeem is voor het screenen van gastgezinnen met het oog op de veiligheid van het kind, en ervoor te zorgen dat het kind op een veilige manier wordt overgebracht naar zijn gastgezin;

Integratie

35.

verzoekt de lidstaten te zorgen voor een gecoördineerde aanpak bij de programmering en uitvoering van EU-fondsen en ervoor te zorgen dat EU-financiering een snelle en directe respons biedt aan dienstverleners die in de zwaarst getroffen landen ondersteuning leveren, met inbegrip van maatschappelijke organisaties en internationale organisaties; verzoekt de lidstaten bovendien de uitvoering van dergelijke maatregelen te versnellen en alle mogelijke nationale middelen, aangevuld met EU-fondsen zoals het Europees Sociaal Fonds Plus, herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU), de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, InvestEU, Erasmus+, het Fonds voor asiel, migratie en integratie en EU4Health, in te zetten om ervoor te zorgen dat vluchtelingen op sociaal-economisch vlak kunnen integreren, gelijke toegang hebben tot hoogwaardige banen, onderwijs, opleiding en zorg, en beschermd worden tegen kinderarmoede en sociale uitsluiting; herinnert eraan dat de lidstaten in hun nationale plannen voor herstel en veerkracht specifieke maatregelen moeten opnemen om in kinderen en jongeren te investeren om toegang te krijgen tot het fonds, overeenkomstig de pijler NextGenerationEU van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE); verzoekt de Commissie en de Raad zo nodig extra middelen ter beschikking te stellen;

36.

erkent de uitdagingen waarmee de lidstaten worden geconfronteerd bij de integratie van lerenden in hun onderwijs- en opleidingsstelsels; dringt er bij de lidstaten op aan lerenden van alle leeftijden snel te integreren in reguliere formele, informele en niet-formele leerstelsels, en gespecialiseerde onderwijsondersteuning te bieden aan personen met aanvullende behoeften, waaronder kinderen uit gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma, om schooluitval te beperken en segregatie in het onderwijs te voorkomen, aangezien dit leidt tot sociale uitsluiting en discriminatie; erkent dat taalbarrières een belemmering kunnen vormen voor de inschrijving en prestaties op school van kinderen die Oekraïne ontvluchten; verzoekt de Commissie daarom de nationale autoriteiten van de lidstaten te ondersteunen bij het waarborgen van gratis vertolking, speciale taalcursussen en andere speciale programma’s voor de aanwerving van Oekraïense docenten en docenten die Oekraïens en/of relevante minderheidstalen spreken;

37.

erkent dat met behulp van digitale tools zeer nuttig en flexibel maatwerk kan worden geleverd om kinderen en jongeren in kwetsbare situaties tijdig continuïteit van onderwijs en aanvullende steun te bieden, en dat hierbij de normen inzake gegevensbescherming volledig in acht moeten worden genomen; verzoekt de Commissie optimaal gebruik te maken van de bestaande tools en apparatuur voor digitaal onderwijs, met name die welke in Oekraïne zijn ontwikkeld, om ervoor te zorgen dat alle kinderen hun onderwijs kunnen voortzetten; herhaalt echter dat deze een aanvulling moeten vormen op fysieke stelsels, en onderstreept het feit dat fysiek onderwijs van cruciaal belang is, met name in de huidige context waarin deze kinderen en jongeren aanvullende psychosociale ondersteuning nodig hebben; dringt erop aan dat gastlanden gecoördineerde steun krijgen met het oog op verbeterde toegang tot adequate psychologische zorgverlening door deskundigen die in staat zijn om te gaan met trauma’s in verband met oorlog; verzoekt de lidstaten in dit verband leerkrachten, opleiders en ander onderwijzend personeel dat met getraumatiseerde kinderen werkt, te ondersteunen;

38.

is ingenomen met het initiatief van de Commissie om de School Education Gateway uit te breiden om de lidstaten te helpen onderling ervaringen uit te wisselen en te begrijpen wat nodig is om het onderwijs aan ontheemde kinderen voort te zetten, als een centraal punt voor de coördinatie van lesmateriaal tussen Oekraïne en de lidstaten in de taal van de lerende; benadrukt dat gebruik moet worden gemaakt van de capaciteiten van Oekraïense leraren die zich onder de vluchtelingen naar Europa bevinden;

39.

benadrukt dat diploma’s, kwalificaties en leerperioden moeten worden erkend, ook voor onderwijzers en gezondheidswerkers, aangezien deze zaken voor kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten instrumenteel zijn voor een soepele integratie in hun nieuwe omgeving; dringt er bij de lidstaten op aan om, gezien de huidige omstandigheden, flexibel om te gaan met situaties waarin documentatie ontbreekt en innovatieve en pragmatische oplossingen te ontwikkelen waarbij zowel digitale als papieren opties gecombineerd worden;

40.

dringt er bij de Commissie op aan nauwlettend toe te zien op de maatregelen die worden genomen om tegemoet te komen aan de educatieve en sociale behoeften van kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten, en daarbij optimaal gebruik te maken van de geaggregeerde gegevens die worden verzameld, en te zorgen voor volledige naleving van de EU-normen inzake gegevensbescherming;

41.

is ingenomen met de eerste pogingen van de Commissie om het mogelijk te maken bestaande EU-financieringsprogramma’s ter ondersteuning van jongeren aan te passen, met name Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps, en dringt erop aan dat deze inspanningen worden volgehouden of opgeschaald naargelang de ontwikkelingen en zo lang als nodig is; benadrukt dat de versterkte jongerengarantie inhoudt dat alle jongeren vanaf 15 jaar binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijsstelsel hebben verlaten, een aanbod moeten krijgen voor een baan, onderwijsplaats, stage of een plaats in het leerlingstelsel; verzoekt de lidstaten voorts de versterkte jongerengarantie ten uitvoer te leggen om ervoor te zorgen dat er kwalitatief hoogwaardige banen worden aangeboden, die ook eerlijke beloning en toegang tot sociale zekerheid inhouden, waarbij misbruik van atypische arbeidsovereenkomsten wordt verboden en werkomgevingen worden afgestemd op de behoeften van personen met een handicap;

42.

onderstreept de rol van sport in het integratieproces voor vluchtelingen, met name kinderen en jongeren, en verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren gemakkelijk toegang krijgen tot sportactiviteiten en -projecten die hen kunnen helpen hun geestelijk welzijn te verbeteren, trauma’s te overwinnen, zich aan te passen aan hun nieuwe omgeving en banden te smeden met de gastgemeenschappen;

43.

is ingenomen met de inspanningen van sommige landen om specifieke middelen beschikbaar te stellen voor beurzen voor Oekraïense studenten, en dringt aan op gemeenschappelijke Europese inspanningen op dit gebied; benadrukt hoe belangrijk het is dat alle studenten die Oekraïne ontvluchten, met inbegrip van internationale studenten, van dergelijke middelen gebruik kunnen maken en hun opleiding kunnen voltooien, aangezien ook zij in een noodsituatie verkeren; benadrukt dat het belangrijk is alle kinderen en jongeren te ondersteunen;

44.

verzoekt de Commissie en de lidstaten door te gaan met het nastreven en vaststellen van een consistente aanpak om het hoofd te bieden aan actuele en toekomstige uitdagingen die de oorlog in Oekraïne met zich meebrengt, en de lessen die worden getrokken uit de respons op deze oorlog niet te vergeten, maar er gebruik van te maken, onder meer door de richtlijn tijdelijke bescherming toe te passen en uit te voeren, zodat toegang tot bescherming voor vluchtelingen en asielzoekers ongeacht hun herkomst gewaarborgd is;

45.

verzoekt de lidstaten, en met name de nationale EU-coördinatoren voor de Europese kindergarantie, te zorgen voor toegang tot gratis, doeltreffende en kwalitatief hoogwaardige diensten voor kinderen die Oekraïne ontvluchten, op voet van gelijkheid met andere kinderen in de gastlanden, overeenkomstig de aanbeveling om te zorgen voor nationale geïntegreerde maatregelen en rekening te houden met specifieke ongunstige factoren; benadrukt dat de COVID-19-crisis en de komst van vluchtelingen na de oorlog in Oekraïne de situatie van kinderen die met armoede en sociale uitsluiting worden bedreigd of van kinderen die toegang tot hoogwaardige zorg nodig hebben, kunnen verergeren; verzoekt de lidstaten en de Commissie daarom dringend de financiering van de Europese kindergarantie te verhogen met een specifiek budget van ten minste 20 miljard EUR om de armoede die kinderen en hun gezinnen treft, te bestrijden en bij te dragen aan de doelstelling dat tegen 2030 ten minste 15 miljoen minder mensen in armoede leven, waaronder ten minste 5 miljoen kinderen in alle lidstaten samen; verzoekt alle lidstaten in dit verband om meer dan het minimum van 5 % van de middelen onder gedeeld beheer van het Europees Sociaal Fonds Plus toe te wijzen aan de ondersteuning van activiteiten in het kader van de Europese kindergarantie;

46.

verzoekt de lidstaten in deze context investeringen in duurzame en hoogwaardige werkgelegenheid en sociale ondersteuning voor jongeren en ouders te bevorderen, en een gericht werkgelegenheidsbeleid te voeren waarmee een fatsoenlijke levensstandaard, billijke beloning en arbeidsomstandigheden, een goed evenwicht tussen werk en privéleven, een inclusieve arbeidsmarkt en een betere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt worden gewaarborgd, met inbegrip van beroepsonderwijs- en opleiding; benadrukt dat gratis opvang voor jonge kinderen beschikbaar moet worden gesteld om het voor ouders, en met name vrouwen, gemakkelijker te maken aan de arbeidsmarkt deel te nemen, en om de sociale ontwikkeling van kinderen te ondersteunen; benadrukt de noodzaak om nauw samen te werken met nationale en Europese vakbonden om alle mensen die Oekraïne ontvluchten te ondersteunen bij de uitoefening van hun arbeids- en sociale rechten in de lidstaten;

47.

verzoekt de lidstaten te zorgen voor adequate en veilige huisvesting voor alle mensen die Oekraïne ontvluchten; verzoekt de lidstaten prioriteit toe te kennen aan het verlenen van permanente huisvesting aan kinderen en hun gezinnen die het risico lopen dakloos te worden, en huisvestingsoplossingen voor kinderen die te kampen hebben met dakloosheid of ernstige uitsluiting van de woningmarkt op te nemen in hun nationale actieplannen in het kader van de kindergarantie; verzoekt de lidstaten ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren die Oekraïne ontvluchten toegang hebben tot stromend water, sanitaire voorzieningen en voorzieningen voor persoonlijke hygiëne, zowel thuis als op school;

o

o o

48.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1)  PB L 223 van 22.6.2021, blz. 14.

(2)  PB C 506 van 15.12.2021, blz. 94.

(3)  PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1.

(4)  PB C 41 van 6.2.2020, blz. 41.

(5)  PB C 285 van 29.8.2017, blz. 78.

(6)  Unicef, Ukraine Situation: Refugee Response in Neighbouring Countries — Humanitarian Situation Report No 3, 23 maart 2022.

(7)  Unicef, Ukraine Situation: Refugee Response in Neighbouring Countries — Humanitarian Situation Report No 3, 23 maart 2022.

(8)  Europese Commissie, “Fleeing Ukraine: support for education”, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/stronger-europe-world/eu-solidarity-ukraine/eu-assistance-ukraine/information-people-fleeing-war-ukraine/fleeing-ukraine-support-education_nl

(9)  Unicef, Ukraine Situation: Refugee Response in Neighbouring Countries — Humanitarian Situation Report No 3, 23 maart 2022.

(10)  Zie Unicef, “Unaccompanied and separated children fleeing escalating conflict in Ukraine must be protected”, gezamenlijke verklaring van de uitvoerend directeur van Unicef Catherine Russell en de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen Filippo Grandi, 7 maart 2022, en Hope and Homes for Children, “The Illusion of Protection: An Analytical Report Based on the Findings of a Comprehensive Study of the Child Protection System in Ukraine”, 2017, geraadpleegd op: http://www.openingdoors.eu/the-illusion-of-protection-national-audit-of-the-child-protection-system-in-ukraine

(11)  Zie de briefing van het Europees Netwerk Staatloosheid, “Stateless people and people at risk of statelessness forcibly displaced from Ukraine”, 10 maart 2022, en UNHCR, “Stateless Persons”, beschikbaar op https://www.unhcr.org/ua/en/stateless-persons

(12)  Kyiv School of Economics, “Direct damage caused to Ukraine’s infrastructure during the war has already reached almost $63 billion. Global economic losses are about $543-600 billion”, online geraadpleegd op https://kse.ua/about-the-school/news/zbitki-naneseni-infrastrukturi-ukrayini-v-hodi-viyni-skladayut-mayzhe-63-mlrd/

(13)  PB C 126 I van 21.3.2022, blz. 1.

(14)  PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12.


Top