Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020BP1901

    Resolutie (EU) 2020/1901 van het Europees Parlement van 14 mei 2020 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) voor het begrotingsjaar 2018

    PB L 417 van 11.12.2020, p. 207–209 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2020/1901/oj

    11.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 417/207


    RESOLUTIE (EU) 2020/1901 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 14 mei 2020

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) voor het begrotingsjaar 2018

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2018,

    gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,

    gezien het advies van de Commissie visserij,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0041/2020),

    A.

    overwegende dat de definitieve begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (het “Bureau”) voor het begrotingsjaar 2018 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven (1)17 408 849 EUR bedroeg, wat neerkomt op een toename met 1,73 % ten opzichte van 2017; overwegende dat de begroting van het Bureau voornamelijk wordt gefinancierd uit de begroting van de Unie (2);

    B.

    overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Bureau voor het begrotingsjaar 2018 (“het verslag van de Rekenkamer”) heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben gekregen dat de jaarrekening van het Bureau voor het begrotingsjaar 2018 betrouwbaar is en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

    Financieel en begrotingsbeheer

    1.

    merkt met tevredenheid op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2018 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 99,74 %, wat neerkomt op een lichte toename met 0,83 % ten opzichte van 2017; stelt met tevredenheid vast dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 87,62 % bedroeg, wat neerkomt op een stijging met 13,81 % ten opzichte van 2017;

    Functioneren

    2.

    stelt vast dat het Bureau een aantal kernprestatie-indicatoren gebruikt ter ondersteuning van zijn strategische meerjarendoelstellingen en om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen;

    3.

    stelt vast dat het Bureau 98 % van zijn activiteiten tijdig heeft uitgevoerd en dat het 100 % van zijn jaarlijkse communicatiestrategieplan heeft uitgevoerd;

    4.

    stelt vast dat het Bureau, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid tripartiete werkafspraken hebben gemaakt met een beschrijving van de onderlinge samenwerking en de samenwerking met nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren, door diensten te verlenen, informatie te verstrekken, uitrusting te leveren en opleiding te verzorgen en operaties met meerdere doelen te coördineren;

    5.

    spoort het Bureau ertoe aan zijn diensten verder te digitaliseren;

    6.

    neemt er nota van dat de resultaten van de tweede vijfjarige onafhankelijke externe evaluatie van het Bureau voor de periode 2012-2016 in 2017 zijn gepresenteerd; stelt met tevredenheid vast dat eind 2018 één aanbeveling afgesloten was en dat voor tien andere vooruitgang werd geboekt in overeenstemming met het aan de raad van bestuur voorgelegde stappenplan;

    7.

    is van mening dat de rol van het Bureau met betrekking tot het bevorderen van de oprichting van Frontex op geen enkele wijze de kernactiviteit van het Bureau mag ondermijnen als het orgaan van de Unie dat verantwoordelijk is voor de organisatie van de operationele coördinatie van de activiteiten op het gebied van visserijcontrole en het bieden van bijstand op dit gebied aan de lidstaten en de Commissie, aangezien dit zou kunnen leiden tot een afzwakking van het toezicht op de visserij en een toename van de illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij; benadrukt daarom het feit dat het Bureau voldoende financiële en personele middelen moet krijgen die in verhouding staan tot zijn toenemende taken;

    8.

    benadrukt dat het Bureau in juni 2018 een besluit heeft aangenomen over de publicatie van informatie over vergaderingen met organisaties of zelfstandigen en dat het Bureau, aan de hand van het akkoord dat het Parlement en de Commissie over het transparantieregister hebben gesloten, de relevante vergaderingen van de uitvoerend directeur en personeelsleden met lobbyisten online zal publiceren op de website van het Bureau;

    9.

    merkt op dat het Bureau na voorbereidende werkzaamheden in 2017 in 2018 een beheerssysteem voor informatiebeveiliging heeft ingevoerd dat is gebaseerd op de internationale norm ISO 27001 teneinde het Bureau te beschermen tegen op technologie gebaseerde risico’s en de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informatie in stand te houden;

    10.

    benadrukt de actieve rol en meerwaarde van het Bureau in het project “Verbetering regionaal visserijbeheer in West-Afrika” (PESCAO) voor de ontwikkeling van capaciteiten ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten en ter verbetering van het beheer van de visbestanden in West-Afrika; vestigt de aandacht op de drie acties die in 2018 zijn uitgevoerd, waarbij Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee-Conakry, Sierra Leone, Kaapverdië en Mauritanië betrokken waren;

    11.

    benadrukt het belang van de rol van het Bureau bij de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de verwezenlijking van zijn doelstellingen, met name wat betreft de aanlandingsverplichting, aangezien de lidstaten moeilijkheden ondervinden bij de vervulling van deze verplichting;

    Personeelsbeleid

    12.

    stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2018 voor 98,36 % uitgevoerd was, aangezien 60 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 61 tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (tegenover 61 toegestane posten in 2017); stelt vast dat in 2018 bovendien 11 contractanten en 6 gedetacheerde nationale deskundigen voor het Bureau hebben gewerkt;

    13.

    moedigt het Bureau aan een kader voor personeelsbeleid voor de lange termijn te ontwikkelen wat gericht is op het evenwicht tussen werk en privéleven voor personeel, levenslange begeleiding en loopbaanontwikkeling, genderevenwicht, telewerk, non-discriminatie, geografisch evenwicht en de aanwerving en integratie van mensen met een beperking;

    14.

    stelt bezorgd vast dat de raad van bestuur 47 mannen telt en slechts 21 vrouwen, wat niet evenwichtig is;

    Aanbestedingen

    15.

    wijst erop dat de belangrijkste aanbestedingsactiviteit in 2018 gericht was op het uitschrijven van twee openbare aanbestedingen, voor de aanschaf van reisbureaudiensten en diensten voor het organiseren van evenementen, voor het Bureau en het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk;

    16.

    is verheugd dat het Bureau, overeenkomstig de doelstelling van de agentschappen van de Unie om gezamenlijk aanbestedingen uit te schrijven, in 2018 zijn tweede interinstitutionele openbare aanbesteding heeft uitgeschreven en dat twee andere agentschappen zich bij die procedure hebben aangesloten; verzoekt het Bureau aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over toekomstige ontwikkelingen in verband met zijn gezamenlijke aanbestedingsprocedures; vindt dat deze voorbeeldpraktijk navolging verdient; spoort het Bureau ertoe aan nader te onderzoeken hoe de procedures met andere instellingen kunnen worden gestroomlijnd;

    17.

    neemt aan de hand van het verslag van de Rekenkamer kennis van het feit dat het Bureau voor de aanschaf van softwarelicenties de in rekening gebrachte prijzen en prijsverhogingen niet systematisch heeft vergeleken met de offertes en facturen van de leveranciers die aan de kadercontractant waren gericht; maakt uit het antwoord van het Bureau op dat het geen mogelijkheid had de voorwaarden en bepalingen van de door de Commissie ondertekende kaderovereenkomst te wijzigen en dat het de nieuwe kaderovereenkomst zal uitvoeren om de problemen in verband met de oude overeenkomst aan te pakken;

    Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

    18.

    neemt kennis van de bestaande maatregelen en de lopende inspanningen van het Bureau om transparantie te waarborgen, belangenconflicten te voorkomen en aan te pakken, en klokkenluiders te beschermen; stelt met tevredenheid vast dat deskundigen die geen belangenverklaring ondertekenen, niet in het kader van een specifiek contract mogen werken, en dat het Bureau regelmatig toeziet op de indiening van die verklaringen;

    19.

    merkt op dat de dienst Interne Audit van de Commissie in 2018 een controleverslag over planning, budgettering en monitoring bij het Bureau heeft uitgebracht en dat er een actieplan is overeengekomen om terreinen aan te pakken die voor verbetering vatbaar zijn; vraagt het Bureau om aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de genomen maatregelen;

    Overige opmerkingen

    20.

    stelt vast dat het Bureau een proces op gang heeft gebracht om zich volgens het EU-milieubeheer- en milieuauditsysteem te laten certificeren, en dat het een reeks maatregelen heeft genomen om zijn algemene impact op het milieu te verminderen; wijst er echter op dat het Bureau geen aanvullende maatregelen heeft genomen om CO2-emissies terug te dringen of te compenseren;

    21.

    vraagt het Bureau zich te richten op de verspreiding van de resultaten van zijn onderzoek onder het grote publiek, en contact te leggen met het publiek via sociale en andere media;

    22.

    verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 14 mei 2020 (3) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

    (1)  PB C 416 van 15.11.2018, blz. 42.

    (2)  PB C 416 van 15.11.2018, blz. 43.

    (3)  Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0121.


    Top