EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018SC0265

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/2341 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake koolstofarme benchmarks en benchmarks met een positieve koolstofbalans

SWD/2018/265 final

Brussel,24.5.2018

SWD(2018) 265 final

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

bij

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/2341

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake koolstofarme benchmarks en benchmarks met een positieve koolstofbalans

{COM(2018) 353 final}

{SEC(2018) 257 final}

{SWD(2018) 264 final}
{COM(2018) 354 final}
{COM(2018) 355 final}


Samenvatting

Effectbeoordeling voor het pakket "Duurzame financiering"

A. Behoefte aan actie

Waarom? Wat is het probleem?

Regeringen over de hele wereld hebben de keuze gemaakt om onze planeet en onze economie een duurzamer pad op te sturen. Met het oog daarop hebben zij het klimaatakkoord van Parijs van 2016 en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties (VN) aangenomen. De Europese Unie neemt hier het voortouw en heeft in maart 2018 het actieplan duurzame groei financieren aangenomen. Doel daarvan is: i) kapitaalstromen ombuigen naar duurzame beleggingen; ii) beheren van financiële risico's die samenhangen met klimaatuitdagingen, en iii) stimuleren van transparantie en een langetermijnvisie bij financiële en economische activiteiten. De acties die in deze effectbeoordeling worden beoordeeld en die in dat actieplan zijn aangekondigd, maken deel uit van een bredere en verderreikende strategie om de Europees economie ook echt duurzaam te maken. Deze acties zullen bijdragen aan de doelstellingen van het actieplan door de volgende problemen te adresseren:

1.het ontbreekt institutionele beleggers, activabeheerders, beleggingsadviseurs en verzekeringsdistributeurs ("betrokken entiteiten") aan prikkels om ecologische, sociale en governance (ESG) factoren mee te nemen in hun beleggings- en adviseringsproces, met name door een gebrek aan duidelijkheid en coherentie van EU-wetgeving op dit punt;

2.eindbeleggers worden geconfronteerd met hoge zoekkosten a) om uit te maken wat duurzame beleggingen zijn, en b) om te beoordelen in hoeverre ESG-factoren zijn geïntegreerd in de financiële producten die op de markt beschikbaar zijn.

Wat moet met dit initiatief worden bereikt?

De specifieke doelstellingen van dit initiatief zijn:

1.helderheid en een coherente benadering in alle sectoren en lidstaten wat betreft de integratie van ESG-factoren door de betrokken entiteiten in hun beleggings-/adviseringsproces;

2.meer transparantie ten aanzien van eindbeleggers door informatievereisten op ESG-gebied te verbeteren;

3.duidelijkheid over wat duurzame beleggingen zijn door a) een EU-raamwerk tot stand te brengen met voorwaarden om de ecologische duurzaamheid van beleggingen te bepalen - dit op EU-niveau te creëren classificatiesysteem (of taxonomie) zal de markt duidelijkheid bieden welke activiteiten "groen" of "duurzaam" zijn -, en door b) de nieuwe categorieën "koolstofarme benchmark" en "benchmark met een positieve koolstofbalans" te creëren, op basis van een onderbouwde methodologie, die beleggers zal helpen om de koolfstofvoetafdruk van hun beleggingen te vergelijken.

Wat is de meerwaarde van maatregelen op EU-niveau? 

De financiële entiteiten die met dit initiatief te maken zullen krijgen, zijn doorgaans grensoverschrijdend actief binnen de EU. Daarom is de wetgeving die voor deze marktpartijen geldt, grotendeels op EU-niveau geharmoniseerd. Maatregelen op EU-niveau om bij deze partijen ESG-factoren in hun processen voor beleggingsbeslissingen of adviesverlening te integreren, doet de transparantie tegenover eindbeleggers toenemen en biedt duidelijkheid over de vraag wat ecologisch duurzame beleggingen zijn. Zo wordt gezorgd voor coherentie, wordt compartimentering verminderd en wordt het functioneren van de eengemaakte markt verder verbeterd. Maatregelen op EU-niveau zijn nodig om resultaten te boeken voor de gemeenschappelijke duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de EU en de mondiale duurzaamheidsdoelstellingen.

B. Oplossingen

Welke wetgevende en niet-wetgevende beleidsmaatregelen zijn overwogen? Heeft een bepaalde optie de voorkeur? Waarom? 

In deze effectbeoordeling worden vier maatregelen beoordeeld. Nadat voor elk daarvan telkens een wetgevings- en niet-wetgevingsvariant is onderzocht, zijn de volgende voorkeursopties geselecteerd:

1. Beleggersplichten

Activabeheerders, verzekeringsondernemingen, verzekeringsdistributeurs, bedrijfspensioenfondsen, beleggingsadviseurs en individuele portfoliobeheerders zouden, als onderdeel van hun beleggersplichten, ESG-factoren moeten integreren in hun processen voor beleggingsbeslissingen en advisering. Een en ander zou voor duidelijkheid en coherentie op de markt moeten zorgen en zou van duurzaamheid een vast bestanddeel moeten maken bij beleggingsbeslissingen en adviesverlening van die financiële instellingen, met name bij hun risicobeheer.

2. Informatieverschaffing

De betrokken entiteiten zouden ook moeten aangeven hoe zij zich aan deze verplichtingen houden. Daarnaast zouden activabeheerders en institutionele beleggers die beweren duurzaamheidsdoelstellingen na te streven, moeten aantonen dat hun beleggingen met die doelstellingen sporen. Hierdoor zouden eindbeleggers meer transparantie krijgen, zouden producten beter vergelijkbaar zijn en zou greenwashing worden tegengegaan.

3. Een eengemaakt EU-classificatiesysteem ('taxonomie')

De voorkeursoptie bestaat erin om op EU-niveau eenvormige criteria uit te werken om uit te maken of een economische activiteit ecologisch duurzaam is. Het voorstel is dat de Commissie nadien zal bepalen welke activiteiten als duurzaam zullen kwalificeren, waarbij zij een beroep zal doen op het advies van een technische deskundigengroep over duurzame financiering die momenteel in oprichting is. Hiermee zouden economische spelers en beleggers duidelijkheid krijgen over de vraag welke activiteiten als duurzaam worden beschouwd, om zo hun beleggingsbeslissingen te onderbouwen. Dit is een eerste en onmisbare stap voor de inspanningen om beleggingen naar duurzame activiteiten te kanaliseren.

4. Benchmarks

De voorkeursoptie zou zijn om twee nieuwe categorieën benchmarks in te voeren: koolstofarme benchmark en benchmark met een positieve koolstofbalans. Geharmoniseerde minimumnormen zouden worden vastgesteld voor de methode om deze benchmarks te ontwikkelen. Dit zal bijdragen tot een marktstandaard die de koolfstofvoetafdruk van bedrijven weergeeft. Zo krijgen beleggers die in strategieën voor koolstofarme ontwikkeling willen beleggen, de beschikking over een betrouwbaar instrument.

Wie steunt welke optie? 

Reacties op de publieke consultatie over beleggersplichten steunden grotendeels een EU-maatregel, omdat deze zou zorgen voor coherentie en duidelijkheid voor financiële partijen over wat vereist is. Wat informatieverstrekking betreft, heeft de meerderheid van de marktdeelnemers bevestigd dat zij informatie zouden geven over de vraag hoe zij duurzaamheidsfactoren laten meewegen bij het nemen van hun beleggingsbelissingen. De meeste stakeholders die hun standpunt aan de Commissie kenbaar maakten, waren het erover eens dat een taxonomie op EU-niveau kan helpen bij het vervullen van hun beleggersplichten en ervoor kan zorgen dat ESG-factoren worden meegewogen bij het nemen van hun beleggingsbeslissingen.

C. Effecten van de voorkeursoptie

Wat zijn de voordelen van de voorkeursoptie (indien van toepassing, anders van de belangrijkste opties)? 

Doordat er in zijn geheel genomen meer transparantie komt, zullen de verschillende acties de informatieasymmetrie verminderen die bestaat tussen eindbeleggers, financiële intermediairs en aanbieders van indexen. Het initiatief zou de bestaande compartimentering van de markt doen afnemen, met name in termen van methodologieën om ecologisch duurzame activiteiten/beleggingen te identificeren. Dankzij deze grotere transparantie en harmonisatie zal de betrouwbaarheid en aantrekkelijkheid van en het vertrouwen in financiële ESG-producten toenemen en zal zo worden bijgedragen aan de innovatie voor beleggingsstrategieën en de vormgeving van deze financiële producten. De acties zullen ook helpen om van duurzaamheid een vast aandachtspunt te maken bij risicomanagement en zullen, samen met de overige maatregelen uit het actieplan, resulteren in de groei van de Europese duurzame financiële markt. Al met al zullen de acties bijdragen aan een heroriëntatie van kapitaalstromen richting duurzame beleggingen, en zo ook aan de doelstelling van het bevorderen van een duurzame economie. Een en ander zou de verregaande duurzame transformatie ondersteunen die wordt nagestreefd door de milieubeleidslijnen die reeds bestaan op het niveau van de EU en de lidstaten.

Wat zijn de kosten van de voorkeursoptie (indien van toepassing, anders die van de belangrijkste opties)? 

De kosten voor de betrokken entiteiten om ESG-factoren te integreren in hun processen van beleggingsbeslissingen en adviesverlening en om ESG-informatie te verstrekken, zijn naar verwachting betrekkelijk beperkt, indien een en ander op gestandaardiseerde wijze verloopt. Voor financiële instellingen die al een taxonomie hebben ontwikkeld, kan het gebruik van de EU-taxonomie kosten met zich meebrengen, al zullen deze waarschijnlijk geringer zijn dan de besparingen behaald met het vasthouden aan een eigen taxonomie of het gebruik van meerdere uiteenlopende taxonomieën. Hoe dan ook zouden deze kosten lager zijn dan de baten die van het gebruik van deze taxonomie worden verwacht. Voor aanbieders van indexen zou het creëren van de nieuwe categorieën "koolstofarme benchmark" en "benchmark met een positieve koolstofbalans" beperkte kosten met zich meebrengen, omdat er hiermee minimumnormen komen voor de methodologieën om deze benchmarks te ontwikkelen.

Wat zijn de gevolgen voor bedrijven, kmo's en micro-ondernemingen?

De voorkeursopties zullen indirect gevolgen hebben voor emittenten van effecten omdat zij worden aangezet om extra ESG-informatie te verschaffen die financiële intermediairs en beleggers nodig hebben. Sinds begin 2018 verplicht de richtlijn openbaarmaking niet-financiële informatie grote beursgenoteerde ondernemingen, maar ook banken zonder notering en verzekeringsondernemingen reeds om wezenlijke duurzaamheidsinformatie te verschaffen. Voor emittenten die niet onder de richtlijn vallen (zoals het mkb), zal deze prikkel om aanvullende informatie te verschaffen een bepaalde kostprijs hebben. Niettemin zouden emittenten dankzij deze informatieverschaffing toegang krijgen tot nieuwe beleggers en zo hun kapitaalkosten potentieel kunnen verlagen.

Zijn er significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheden? 

Er worden geen significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheidsdiensten verwacht. De redenen daarvoor zijn dat i) de wetgevingsvereisten in zeer grote mate door marktdeelnemers zullen moeten worden geïmplementeerd en ii) monitoringvereisten beperkt zullen zijn.

Zijn er nog andere significante gevolgen? 

De belangrijkste gevolgen zijn reeds beschreven in het deel over de voordelen.

D. Opvolging

Wanneer wordt dit beleid geëvalueerd?

Een ex-post-evaluatie staat gepland vijf jaar na de tenuitvoerlegging van de maatregelen, om onder meer na te gaan hoe effectief en efficiënt de maatregel is geweest, met andere woorden in hoeverre de in deze effectbeoordeling gepresenteerde doelstellingen zijn bereikt, en of nieuwe maatregelen of wijzigingen noodzakelijk zijn. De Commissie zal de geboekte vooruitgang meten aan de hand van algemene kernprestatie-indicatoren voor elk van de acties uit dit initiatief.

Top