This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017AE0758
Opinion of the European Economic and Social Committee on the ‘Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council adapting a number of legal acts providing for the use of the regulatory procedure with scrutiny to Articles 290 and 291 of the Treaty on the Functioning of the European Union’ [COM(2016) 799 final — 2016/0400 (COD)]
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie” (COM(2016) 799 final — 2016/0400 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie” (COM(2016) 799 final — 2016/0400 (COD))
PB C 288 van 31.8.2017, p. 29–42
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 288/29 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”
(COM(2016) 799 final — 2016/0400 (COD))
(2017/C 288/04)
Rapporteur: |
Jorge PEGADO LIZ |
Raadpleging |
Europees Parlement, 13.3.2017 Raad van de EU, 13.3.2017 |
Rechtsgrondslag |
Artikelen 43, lid 2, 91, lid 2, 100, 114, 153, lid 2, onder b), 168, lid 4, onder b), 172, lid 1, en 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
|
|
Bevoegde afdeling |
Interne Markt, Productie en Consumptie |
Goedkeuring door de afdeling |
4.5.2017 |
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
1.6.2017 |
Zitting nr. |
526 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
156/0/1 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het EESC betreurt dat de Commissie zijn eerdere adviezen niet heeft opgevolgd en dat zij de onderhandelingen over de aanpassing van een aantal rechtshandelingen die verwijzen naar de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT) aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft moeten hervatten. |
1.2. |
Het EESC herinnert eraan dat het in zijn eerdere adviezen heeft aangegeven welke weg moet worden bewandeld om de fundamentele waarden die hier in het geding zijn — rechtszekerheid, inachtneming van de grondrechten en doeltreffende, evenwichtig en democratische uitoefening van de bevoegdheden van de instellingen — te beschermen. |
1.3. |
Deze beginselen zouden als leidraad moeten dienen voor de nieuwe poging tot aanpassing van de rechtshandelingen die nog verwijzen naar de RTP aan de nieuwe regeling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen volgens de artikelen 290 en 291 van het VWEU. |
1.4. |
Zonder vooruit te lopen op een grondiger analyse van elke handeling waarover het later wordt geraadpleegd geeft het EESC hier in het kort zijn mening over elk wetgevingsvoorstel dat in het voorstel van de Commissie wordt genoemd. |
2. Voorstel van de Commissie
2.1. |
In haar voorstel stelt de Commissie vast dat een aanzienlijk aantal basishandelingen die onder Besluit 2006/512/EG van de Raad („comitologiebesluit”) vallen nog moet worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 VWEU krachtens Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren („de comitologieverordening”). |
2.2. |
De Commissie had zich ertoe verbonden om deze voor 2013 aan te passen en had daartoe in 2013 drie wetgevingsvoorstellen voor horizontale aanpassing ingediend („Omnibus I, II en III”). |
2.3. |
Na een lange discussie met het EP en talrijke amendementen op die voorstellen kon de Raad er niet mee instemmen dat alle zogeheten RTP-handelingen automatisch en in één keer zouden worden aangepast zolang niet beter werd gewaarborgd dat de deskundigen van de lidstaten stelselmatig worden geraadpleegd bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende institutionele impasse trok de Commissie haar voorstellen in. |
2.4. |
Naar aanleiding van de herziening van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (IIA) en de goedkeuring van het bijbehorende „Gezamenlijk Akkoord over gedelegeerde handelingen” heeft de Commissie een nieuw voorstel ingediend dat tegemoetkomt aan de bezwaren van de Raad. In dit nieuwe voorstel wordt rekening gehouden met de wijzigingen die middels het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord zijn aangebracht voor wat betreft de raadpleging van deskundigen van de lidstaten bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen en de gelijktijdige raadpleging van het EP. |
2.5. |
Het voorstel bevat een bijlage die is onderverdeeld in 13 hoofdstukken waarin de 168 handelingen in chronologische volgorde zijn opgenomen. Deze handelingen worden door de Commissie ingedeeld in 4 tabellen: Tabel 1: Overzicht van handelingen waarvoor met betrekking tot bepaalde bevoegdheidsdelegaties een aanpassing door middel van uitvoeringshandelingen wordt voorgesteld Tabel 2: Overzicht van handelingen waarvoor schrapping van bepaalde bevoegdheidsdelegaties wordt voorgesteld Tabel 3: Door de Commissie vastgestelde voorstellen Tabel 4: Handelingen waarvoor voorstellen zijn gepland |
3. Voorgeschiedenis — Adviezen en rapporten van het Comité
3.1. |
Het EESC heeft in juli 2013 een zeer gedetailleerd informatief rapport uitgebracht met als doel „de praktijk in verband met de bij het Verdrag van Lissabon ingevoerde wetgevingsprocedure bij delegatie te schetsen”. |
3.2. |
Het EESC constateerde daarin „dat de juridische aard van de gedelegeerde handelingen nog vaag is, dat het Hof van Justitie de notie „niet-essentiële maatregel” afhankelijk van het beleidsgebied in kwestie uiteenlopend uitlegt en dat de Commissie over meer handelingsruimte lijkt te gaan beschikken omdat zij de reikwijdte en de duur van de delegatie vaststelt”. |
3.2.1. |
Opgemerkt werd dat „er veel vragen onbeantwoord [blijven] aangaande de transparantie van het systeem van voorafgaande raadpleging dat berust op een niet-dwingend juridisch document geheten „Consensus over praktische regelingen voor de toepassing van gedelegeerde handelingen” (4 april 2011)”. |
3.2.2. |
Verder werd eraan herinnerd „dat de tenuitvoerlegging van artikel 290 van het VWEU wordt behandeld in een mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2009 (een niet-dwingende rechtshandeling), terwijl het gebruik van uitvoeringsbevoegdheden geregeld is in een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (rechtshandeling met algemene strekking, verbindend in alle onderdelen en rechtstreeks toepasselijk)”. |
3.2.3. |
De conclusie luidde dat er „twijfels bestaan over de eenvoud van de procedure, het beeld dat de Europese burgers in werkelijkheid van de in het geding zijnde belangen hebben, het „correct” gebruik van de procedure en de doeltreffendheid van de controlemechanismen”. Het EESC stelde ook nog voor om „een initiatiefadvies over deze materie op te stellen, zodat de in alle objectiviteit in dit rapport gemaakte opmerkingen en getrokken conclusies resulteren in een standpunt van het Comité met het oog op een eventueel voorstel voor de verbetering van de wetgevingsprocedure van de Unie”. |
3.3. |
In juli en september 2013 werd het EESC geraadpleegd over het voorstel voor een verordening „tot aanpassing van een aantal basisbesluiten waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 VWEU” [COM(2013) 451 final], resp. het voorstel „tot aanpassing van een aantal basisbesluiten op het gebied van justitie waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 VWEU” (COM(2013) 452 final). Op 18 november en 10 december van dat jaar werd het opnieuw geraadpleegd, nl. over het voorstel voor een verordening „tot aanpassing van een aantal basisbesluiten waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 VWEU” (COM(2013) 751 final). Deze verordeningen werden Omnibus I, II en III genoemd. |
3.3.1. |
In zijn adviezen van 16 oktober en 2 januari wees het EESC erop dat „de „verhuizing” van 165 rechtsinstrumenten (in de vorm van verordeningen, richtlijnen en besluiten), die op 12 gebieden betrekking hebben, een aantal praktische en juridische vragen opwerpt”. |
3.3.2. |
Een aantal elementen van de delegatie blijven namelijk onduidelijk. Zo moet het concept „niet-essentiële onderdelen” nog worden gedefinieerd. Ook moet nog nauwkeurig worden ingeschat hoe het nieuwe mechanisme zal werken”. |
3.3.3. |
Het EESC constateerde dat „in bepaalde verordeningsvoorstellen immers geen oog [bestaat] voor het via de basisbesluiten vastgestelde kader en de delegatie van onbepaalde tijd [is] of Parlement en Raad nauwelijks de tijd [hebben] om deze te toetsen”. |
3.3.4. |
Na een systematische analyse van alle voorstellen raadde het EESC de Commissie aan om „bij haar grootscheepse operatie meer rekening te houden met de specificiteiten van bepaalde basisbesluiten” en werden de Raad en het Parlement „aangeraden om zeer nauwgezet toe te zien op alle handelingen die in dit verband verricht zullen worden”. |
3.3.5. |
Indien de exercitie moest worden voortgezet zoals voorgesteld door de Commissie, was het volgens het EESC belangrijk:
|
3.3.6. |
Het Comité drong er ten slotte op aan dat de impact van het nieuwe regelgevingskader zou worden geëvalueerd aan de hand van een aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité voor te leggen periodiek rapport over de doeltreffendheid, de transparantie en de verspreiding van informatie. |
3.4. |
Ondertussen had de Commissie een voorstel voor een bindende interinstitutionele overeenkomst gepubliceerd, gebaseerd op artikel 295 VWEU, dat deel uitmaakte van het pakket „Betere regelgeving”, waarin gedelegeerde handelingen in twee specifieke bijlagen aan de orde kwamen. |
3.4.1. |
In zijn advies van juli 2015 toonde het EESC zich positief „over de inspanningen van de Commissie die gericht zijn op de totstandbrenging van een juiste balans tussen fundamentele waarden als de eerbiediging van „het primaat van het recht”, democratische participatie, transparantie, burgernabijheid en het recht op informatie over wetgevingsprocedures, enerzijds, en de vereenvoudiging van de wetgeving, flexibeler regelgeving die beter afgestemd is op de belangen van de betrokkenen en gemakkelijker kan worden aangepast en herzien, anderzijds”. |
3.4.2. |
Het EESC was ook blij dat „de Commissie zich ertoe [verbindt] om, voorafgaand aan de aanneming van gedelegeerde handelingen, alle nodige deskundigheid te verzamelen, onder meer via de raadpleging van deskundigen uit de lidstaten en door middel van openbare raadplegingen en dat zij dezelfde raadplegingsmethode voorstelt voor uitvoeringshandelingen”. |
3.4.3. |
Het vreesde echter dat al deze raadplegingen de voorbereiding van handelingen buitengewoon veel en onnodig zouden vertragen. |
3.4.4. |
Het EESC was het ook niet eens met de wijze waarop per geval werd bepaald welke onderwerpen door middel van gedelegeerde handelingen moesten worden geregeld en welke door middel van uitvoeringshandelingen, omdat de gehanteerde criteria dubbelzinnig waren en te veel ruimte voor vrije interpretatie boden. |
3.4.5. |
Het EESC kwam met name in het geweer tegen:
|
3.4.6. |
Het EESC pleitte voor het uitdrukkelijk in richtsnoeren vastleggen dat bevoegdheidsdelegatie in al haar onderdelen wordt afgebakend, m.a.w. dat:
|
3.4.7. |
Het EESC vond dat „de formulering van de artikelen 290 en 291 VWEU voor verbetering vatbaar is en dat deze artikelen, in het geval van een herziening van de Verdragen, zouden moeten worden aangepast. Ook zou duidelijker moeten worden aangegeven wanneer zij van toepassing zijn om te voorkomen dat besluiten over de keuze van het rechtsinstrument op politieke, in plaats van technische, gronden worden genomen”. |
3.5. |
Bij gebrek aan overeenstemming tussen het Parlement en de Raad over de procedure voor aanpassing en bloc moest de Commissie haar voorstellen intrekken en een nieuw voorstel indienen. |
4. Algemene opmerkingen
4.1. |
Gezien zijn eerdere adviezen vraagt het EESC zich af of een vertraging van meer dan vier jaar op een gevoelig terrein als dit wel gerechtvaardigd is. |
4.2. |
Het EESC had immers duidelijk aangegeven dat het een goede zaak zou zijn als:
|
4.3. |
Het Comité was het ook niet eens met de Commissie voor wat de in par. 3.3.5 hieronder aangehaalde aspecten betreft. |
4.4. |
Sommige van deze aspecten zijn in dit voorstel aangepast. Maar op onderstaande punten blijven meningsverschillen bestaan:
|
5. Specifieke opmerkingen
Na een uitgebreide analyse van alle 168 voorstellen in de bijlage komt het EESC tot de volgende bedenkingen:
Tabel 1
Overzicht van handelingen waarvoor met betrekking tot bepaalde bevoegdheidsdelegaties een aanpassing door middel van uitvoeringshandelingen wordt voorgesteld
Nr. in de bijlage |
Titel handeling (1) |
Opmerkingen van het EESC |
||||||
2 |
Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 |
In artikel 12 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd. NB: in 2013 was zowel de Raad als het Europees Parlement voorstander van een vaste looptijd van vijf jaar die automatisch zou worden verlengd nadat de Commissie vóór het verstrijken van de delegatie een verslag had ingediend. Hier vindt Commissie dat bevoegdheidsdelegatie voor onbepaalde tijd gerechtvaardigd is aangezien de wetgever een bevoegdheidsdelegatie in alle gevallen en te allen tijde kan intrekken (zie blz. 8 van het voorstel van de Commissie COM(2016) 799 final). |
||||||
6 |
Beschikking nr. 626/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2008 |
Deze beschikking heeft betrekking op de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie. NB: wat de keuze tussen bevoegdheidsdelegatie voor gedelegeerde handelingen of voor uitvoeringshandelingen betreft, gaat de Commissie ervan uit dat de beoordeling van 2013 (omnibusvoorstellen) nog steeds opgaat, omdat noch uit de onderhandelingen over deze voorstellen, noch uit de jurisprudentie ter zake, noch uit het resultaat van het IIA over beter wetgeven nieuwe criteria zijn voortgevloeid die een globale herbeoordeling zouden hebben vereist (zie blz. 5 van het voorstel van de Commissie (COM(2016) 799 final). |
||||||
53 |
Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 |
In het nieuwe artikel 17, lid 3, wordt de bevoegdheid van de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen niet aan een bepaalde tijdslimiet gebonden. In het nieuwe artikel 48 bis wordt bepaald dat de in artikel 17, lid 3, en artikel 48 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze omnibus. NB:
|
||||||
58 |
Verordening (EG) nr. 530/1999 van de Raad van 9 maart 1999 |
In het nieuwe artikel 10 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
59 |
Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 |
In het nieuwe artikel 5 ter staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. |
||||||
60 |
Verordening (EG) nr. 437/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 |
In het nieuwe artikel 3, lid 1, punt 1, staat dat iedere lidstaat statistische gegevens moet verzamelen. Het nieuwe artikel 5 over de nauwkeurigheid van de statistieken bepaalt dat gegevens dienen te worden verzameld door middel van „volledige registratie”. Tot slot wordt in artikel 10 bis over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie bepaald dat deze wordt uitgeoefend voor onbepaalde tijd vanaf een later te bepalen datum. NB: het EESC wijst erop dat het begrip „volledige registratie” van toepassing kan zijn op persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten en onderstreept dat het Hof van Justitie van de EU heeft geoordeeld dat grondrechten nooit het voorwerp van delegatie aan de Commissie kunnen worden (zie zaak C-355/10, Europees Parlement vs. Raad, en het advies van het EESC in PB C 67 van 6.3.2014, blz. 104). |
||||||
61 |
Verordening (EG) nr. 450/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 |
In het nieuwe artikel 11 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
64 |
Verordening (EG) nr. 1552/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 |
In het nieuwe artikel 13 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
67 |
Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 |
In het nieuwe artikel 9 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
69 |
Verordening (EG) nr. 1445/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 |
In het nieuwe artikel 10 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
70 |
Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 |
In het nieuwe artikel 15 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. In het nieuwe artikel 8 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. |
||||||
73 |
Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 |
In het nieuwe artikel 6 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. |
||||||
74 |
Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 |
In het nieuwe artikel 8 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
89 |
Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad |
In het nieuwe artikel 21 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
99 |
Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 |
In het nieuwe artikel 31 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
104 |
Richtlijn 97/70/EG van de Raad van 11 december 1997 |
In het nieuwe artikel 8 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
114 |
Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 |
In het nieuwe artikel 10 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
143 |
Richtlijn 2002/46/EG van 10 juni 2002 |
In het nieuwe artikel 12 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
144 |
Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 |
In het nieuwe artikel 27 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
147 |
Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 |
In het nieuwe artikel 34 staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
151 |
Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 |
In het nieuwe artikel 13 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
152 |
Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 |
In het nieuwe artikel 28 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
158 |
Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 |
In het nieuwe artikel 24 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
159 |
Verordening (EG) nr. 1925/2006 van 20 december 2006 |
In het nieuwe artikel 13 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
165 |
Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 |
In het nieuwe artikel 24 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB:
|
||||||
166 |
Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 |
In het nieuwe artikel 27 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
||||||
167 |
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 |
In het nieuwe artikel 51 bis staat dat de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van een bepaalde datum. NB: zie vak 2 van de tabel. |
Tabel 2
Overzicht van handelingen waarvoor schrapping van bepaalde bevoegdheidsdelegaties wordt voorgesteld
Nr. in de bijlage |
Titel handeling (2) |
Opmerkingen van het EESC |
2 |
Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 |
Artikel 12 bis OK. Tegen onbepaalde duur. |
7 |
Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 |
OK. |
36 |
Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 |
Artikel 11 bis OK. Tegen onbepaalde duur. |
54 |
Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 |
OK. Tegen onbepaalde duur. |
57 |
Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 |
Niet OK. De delegatie is te ruim en betreft essentiële maatregelen. |
66 |
Verordening (EG) nr. 458/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 25 april 2007 |
OK. Tegen onbepaalde duur. |
92 |
Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 |
OK. Tegen onbepaalde duur. |
133 |
Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 |
Niet OK. De definitie van de inbreuk en van het verlies van de betrouwbaarheidsstatus betreft persoonlijke rechten. |
168 |
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 |
OK. |
Tabel 3
Door de Commissie vastgestelde voorstellen
Gebied |
Instrument |
Referentie van het voorstel |
Opmerkingen van het EESC |
CLIMA |
Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 |
COM(2015) 337 |
Nieuw artikel 23. Te veel bevoegdheidsdelegaties op kritieke en essentiële terreinen, te herzien. Tegen onbepaalde duur. |
CNECT |
Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 |
COM(2016) 590 |
Nieuw artikel 109 met verwijzing naar de artikelen 40, 60, 73, 102 en 108. Te veel bevoegdheidsdelegaties op kritieke en essentiële terreinen, ook in de bijlagen, te herzien. Regelingen van verschillende duur (artikel 73, lid 7, en artikel 109). |
CNECT |
Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 |
COM(2016) 590 |
Nieuw artikel 109 met verwijzing naar de artikelen 40, 60, 73, 102 en 108. Te veel bevoegdheidsdelegaties op kritieke en essentiële terreinen, ook in de bijlagen. Regelingen van verschillende duur (artikel 73, lid 7, en artikel 109). |
CNECT |
Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 |
COM(2016) 590 |
Nieuw artikel 109 met verwijzing naar de artikelen 40, 60, 73, 102 en 108. Te veel bevoegdheidsdelegaties op kritieke en essentiële terreinen, ook in de bijlagen, te herzien. Regelingen van verschillende duur (artikel 73, lid 7, en artikel 109). |
ENER |
Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 |
COM(2015) 496 |
Artikel 10. Akkoord met de delegatie. Tegen onbepaalde duur. |
GROW |
Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 |
COM(2014) 28 final |
De Commissie wenst gebruik te maken van gedelegeerde handelingen (een tiental), onder toepassing van artikel 290 VWEU. De concrete inhoud van de verordening wordt zo ondermijnd. Enkele van de onderwerpen waarvoor in het voorstel wordt gepleit voor gedelegeerde handelingen, betreffen de emissies van voertuigen en de bijhorende grenswaarden. Deze zaken werden altijd beslist door medewetgevers, juist vanwege het belang ervan. Het EESC heeft het frequente gebruik van gedelegeerde handelingen diverse keren vermeld in zijn adviezen en plaatst vraagtekens bij de transparantie van het systeem, de correcte toepassing van de procedures en de doeltreffendheid van de controlemechanismen. |
GROW |
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 |
COM(2016) 31 final |
Artikel 88. Te veel bevoegdheidsdelegaties op essentiële punten. Tegen onbepaalde duur. |
GROW |
Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 |
COM(2014) 581 final |
Artikel 55. Akkoord met de delegaties en de periode van vijf jaar. |
GROW |
Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 |
COM(2014) 28 final |
Nieuw artikel 15 bis. De Commissie wenst gebruik te maken van gedelegeerde handelingen (een tiental), onder toepassing van artikel 290 VWEU. De concrete inhoud van de verordening wordt zo ondermijnd. Enkele van de onderwerpen waarvoor in het voorstel wordt gepleit voor gedelegeerde handelingen, betreffen de emissies van voertuigen en de bijhorende grenswaarden. Deze zaken werden altijd beslist door medewetgevers, juist vanwege het belang ervan. Het EESC heeft het frequente gebruik van gedelegeerde handelingen diverse keren vermeld in zijn adviezen en plaatst vraagtekens bij de transparantie van het systeem, de correcte toepassing van de procedures en de doeltreffendheid van de controlemechanismen. |
ENV |
Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 |
COM(2015) 595 |
Nieuw artikel 38 bis. Akkoord met de delegaties. Tegen onbepaalde duur. |
ENV |
Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 |
COM(2015) 594 |
Tegen bevoegdheidsdelegatie. Nieuw artikel 16 te vaag. Tegen onbepaalde duur. |
ENV |
Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 |
COM(2015) 593 |
OK. |
ENV |
Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 |
COM(2012) 403 |
Akkoord met de uitvoeringshandelingen en de gedelegeerde handelingen (artikel 19 en 20). Tegen onbepaalde duur. |
ESTAT |
Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 |
Intrekking voorgesteld in COM(2016) 551. |
Akkoord met de intrekking. |
MOVE |
Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 |
COM(2013) 622 |
Tegen de delegaties. Begrip „technische” en „wetenschappelijke vooruitgang” te vaag. Tegen onbepaalde duur. |
MOVE |
Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 |
COM(2011) 828 |
Artikel 12. Akkoord met de delegaties. Tegen onbepaalde duur. |
MOVE |
Richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 |
COM(2016) 82 final |
Akkoord met de delegaties (artikel 29). Tegen onbepaalde duur. |
MOVE |
Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 |
COM(2016) 82 final |
Akkoord met de delegaties (artikel 29). Tegen onbepaalde duur. |
MOVE |
Richtlijn 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 |
COM(2016) 369 |
Akkoord met de delegaties voor onbepaalde tijd bij wijze van uitzondering. |
MOVE |
Richtlijn 1999/35/EG van de Raad van 29 april 1999 |
COM(2016) 371 |
Artikel 13. Akkoord met de delegatie voor onbepaalde tijd bij wijze van uitzondering. |
MOVE |
Richtlijn 98/41/EG van de Raad van 18 juni 1998 |
COM(2016) 370 |
Artikel 12 bis. Akkoord met de delegatie voor onbepaalde tijd bij wijze van uitzondering. |
SANTE |
Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 |
COM(2014) 557 |
Akkoord met de delegaties (artikel 87 bis). Tegen onbepaalde duur. |
Tabel 4
Handelingen waarvoor voorstellen zijn gepland
Gebied |
Instrument |
Opmerkingen van het EESC |
AGRI |
Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 |
Geen commentaar voor deze handelingen (tekst niet beschikbaar). |
CLIMA |
Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 |
|
ENER |
Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 |
|
ENER |
Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 |
|
ENER |
Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 |
|
ENV |
Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 |
|
ENV |
Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 |
|
ESTAT |
Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 |
|
ESTAT |
Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 |
Brussel, 1 juni 2017.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Georges DASSIS
(1) In 2013 is reeds voorgesteld een aantal bepalingen van deze handelingen aan te passen door middel van uitvoeringshandelingen.
(2) In 2013 is reeds voorgesteld een aantal bepalingen uit deze handelingen te schrappen.