Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IP0234

Aanbeveling van het Europees Parlement van 11 juni 2013 aan de Raad over de 68e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2013/2034(INI))

PB C 65 van 19.2.2016, p. 162–167 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/162


P7_TA(2013)0234

Aanbeveling aan de Raad met betrekking tot de 68e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

Aanbeveling van het Europees Parlement van 11 juni 2013 aan de Raad over de 68e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2013/2034(INI))

(2016/C 065/23)

Het Europees Parlement,

gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en met name de artikelen 21 en 34,

gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad over de 68e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), ingediend door Alexander Graf Lambsdorff namens de ALDE-Fractie (B7-0083/2013),

gezien Besluit nr. 2011/168/CFSP van de Raad van 21 maart 2011 betreffende het Internationaal Strafhof en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2003/444/CFSP,

gezien de prioriteiten van de EU voor de 66e zitting van de AVVN, vastgesteld door de Raad op 23 juli 2012 (1),

gezien de mededeling van de Commissie van 10 september 2003 met als titel „De Europese Unie en de Verenigde Naties: kiezen voor multilateralisme” (COM(2003)0526),

gezien de 67e zitting van de AVVN, met name de daarbij aangenomen resoluties over het wapenhandelsverdrag (2), de vierjaarlijkse grondige beleidsevaluatie van de operationele activiteiten voor ontwikkeling van de Verenigde Naties (3), vrijheid van godsdienst en overtuiging (4), bevordering van een democratische en faire internationale orde (5), verbetering van de internationale samenwerking op het vlak van de mensenrechten (6), de rechtsstaat op nationaal en internationaal niveau (7) en vrouwen, ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing (8),

gezien de resolutie van de AVVN van 3 mei 2011 over de deelname van de Europese Unie aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties (9),

gezien de resolutie van de AVVN van 31 oktober 2003, waarbij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie werd aangenomen (10),

gezien resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad (VNVR) over vrouwen, vrede en veiligheid, aangenomen op 31 oktober 2000,

gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 5 juli 2012 over de bevordering en bescherming van en de beschikking over de mensenrechten op het internet, waarin het belang van de bescherming van de mensenrechten en de vrije informatiestroom op het internet wordt erkend,

gezien zijn aanbeveling van 13 juni 2012 aan de Raad over de 67e zitting van de AVVN (11),

gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 18 april 2013 over het VN-beginsel van „verantwoordelijkheid tot bescherming” (Responsibility to Protect, R2P) (12),

gezien zijn resolutie van 11 mei 2011 over de EU als wereldspeler: de rol van de EU in multilaterale organisaties (13),

gezien zijn resolutie van 7 juli 2011 over het externe beleid van de EU ter bevordering van de democratisering (14),

gezien zijn resolutie van 7 februari 2013 over de 22e zitting van de VN-Mensenrechtenraad (15),

gezien het verslag van de gezamenlijke delegatie van de Commissie buitenlandse zaken en de Subcommissie mensenrechten naar de 67e zitting van de Algemene Vergadering van de VN, van 28—29 oktober 2012,

gezien artikel 121, lid 3, en artikel 97 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A7-0202/2013),

A.

overwegende dat er gezien de toenemende mondialisering en onderlinge verbondenheid van staten en samenlevingen een groeiende behoefte bestaat aan en groeiende mogelijkheden zijn voor gemeenschappelijke regels en besluitvormingsmechanismen om de zich aandienende mondiale uitdagingen gezamenlijk te kunnen aanpakken;

B.

overwegende dat de versplintering van de mondiale beleidsvorming, in combinatie met een toenemend aantal internationale en transnationale fora, nieuwe complicaties schept in internationale betrekkingen;

C.

overwegende dat de EU zich inzet voor effectief multilateralisme met als kern een sterk VN-systeem; overwegende dat de VN in de mondiale governance centraal staat;

D.

overwegende dat een solide en stabiel partnerschap tussen de EU en de VN een belangrijke basis vormt voor en een bijdrage levert aan het werk van de VN voor elk van de drie pijlers — vrede en veiligheid, mensenrechten en ontwikkeling — en dat de EU in deze context haar verantwoordelijkheid moet opnemen en moet meewerken aan de uitwerking van gemeenschappelijke benaderingen voor mondiale uitdagingen;

E.

overwegende dat de eerbiediging, de bevordering en de vrijwaring van de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten hoekstenen zijn van het internationale optreden van de EU; overwegende dat democratie en de rechtsstaat fundamenteel zijn voor een duurzame vrede, die de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden garandeert;

1.

beveelt de Raad het volgende aan:

De EU als wereldspeler

(a)

de samenhang en zichtbaarheid van de EU als wereldspeler binnen de VN permanent te garanderen; de EU beter in staat te stellen om op het wereldtoneel gecoördineerd, snel en grondig te handelen en consequent en tijdig te presteren; te zorgen voor de volledige uitvoering van de resolutie van de AVVN van 3 mei 2011 over de deelname van de EU aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties;

(b)

effectief multilateralisme te bevorderen door de representativiteit, transparantie, verantwoordingsplicht, efficiëntie en effectiviteit van de VN te versterken, met het oog op de verbetering van de prestaties van de VN ter plaatse; te denken aan de noodzaak van een nieuw institutioneel evenwicht tussen de steeds belangrijker rol van de G-20, de VN en de VN-agentschappen, en de internationale financiële instellingen;

(c)

actievere betrekkingen te onderhouden met strategische en andere bilaterale en multilaterale partners, met als doel doeltreffende oplossingen te vinden voor problemen en waar mogelijk met het oog op betere resultaten collectieve inspanningen te leveren;

De EU en mondiale governance

(d)

samenwerking met partners te bevorderen om van de VN een effectievere en hechtere organisatie voor de 21e eeuw te maken;

(e)

een grondige en consensuele hervorming van de VNVR te bevorderen; een concreet voorstel te doen voor de verwezenlijking van een belangrijke, langlopende doelstelling van de EU, namelijk een gemeenschappelijke EU-zetel in een uitgebreide VNVR; hiertoe het initiatief te nemen voor de formulering van een gezamenlijk standpunt van de EU-lidstaten; door te gaan met het bevorderen van de transparantie en een betere coördinatie van het beleid en de standpunten van de Europese leden van de VNVR; ervoor te zorgen dat de EU-lidstaten met een permanente zetel in de VNVR de zienswijzen en standpunten van de Unie uitdragen, zodat de EU binnen de VNVR op gecoördineerde wijze kan optreden;

(f)

gecoördineerde inspanningen te blijven leveren om de rol en de invloed van de AVVN te versterken en haar doeltreffendheid en efficiëntie te vergroten, onder meer door haar werkmethoden te verbeteren;

(g)

te zorgen voor meer institutionele betrokkenheid van andere belanghebbenden (vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, de academische wereld) bij het werk van de AVVN; het VN-systeem te versterken door de voorradige civiele deskundigheid te verbreden en te verdiepen;

(h)

stimulansen te verstrekken voor de uitvoering van de plicht van elk land om betalingen van transnationale ondernemingen, met name in de banksector en de ontginningsindustrie, die geregistreerd of genoteerd staan op financiële markten in de nationale rechtsgebieden van partners, openbaar te maken;

Vrede en veiligheid

(i)

de integratie van een vredesopbouwperspectief in vredeshandhavingsoperaties te bevorderen en de coördinatie tussen vredeshandhavingsoperaties en VN-landenteams en ontwikkelingsactoren te verbeteren;

(j)

samen te werken om de rol en het vermogen van regionale organisaties bij vredeshandhaving, conflictpreventie, civiel en militair crisisbeheer en conflictoplossing te versterken; gezamenlijke evaluatiemissies te bevorderen en de samenwerking tussen de EU en haar partners (zoals de Afrikaanse Unie en subregionale organisaties, de NAVO, de OVSE, de Asean, de Celac, de Arabische Liga enz.) bij conflictpreventie en in landen in een postconflictsituatie te versterken;

(k)

de Verenigde Naties op verzoek ondersteuning van de EU-gevechtsgroepen voor vredesafdwingende missies te verlenen en ervoor te zorgen dat de lidstaten ten volle meewerken aan het inzetten van die groepen voor missies waarvoor de VNVR of de AVVN toestemming heeft verleend;

(l)

ervoor te zorgen dat er in de mandaten van vredeshandhavingsmissies rekening wordt gehouden met de noodzakelijke ondersteuning van verkiezingsprocessen en onder meer verkiezingswaarnemingsmissies;

(m)

ernaar te streven het R2P-beginsel tot een nieuwe norm in het internationaal recht te maken binnen het kader dat tijdens de wereldtop van 2005 tussen de VN-lidstaten is overeengekomen;

(n)

ervoor te zorgen dat de eventuele verdere ontwikkeling en toepassing van het R2P-beginsel volledig in overeenstemming zijn met het internationaal humanitair recht, en tegelijkertijd streven naar de universele toepasbaarheid van dit beginsel als een instrument voor preventieve diplomatie en een motor voor menselijke ontwikkeling;

(o)

gevolg te geven aan de voorstellen van het Parlement in zijn aanbeveling aan de Raad inzake het VN-beginsel van „verantwoordelijkheid tot bescherming” (R2P) (16) en samen te werken met partners om ervoor te zorgen dat het R2P-concept gericht is op preventie, bescherming en wederopbouw na conflicten in verband met zorgwekkende situaties inzake genocide, etnische zuivering, oorlogsmisdaden of misdrijven tegen de menselijkheid, maar nooit als voorwendsel wordt gebruikt om particuliere of nationale belangen of de belangen van internationale coalities te bevorderen op basis van geostrategische of economische overwegingen met het oog op een machtswisseling; landen te helpen hiervoor capaciteit op te bouwen;

(p)

criteria op te stellen die bij de tenuitvoerlegging van het R2P-concept en met name de derde pijler, met inbegrip van militaire interventies, in acht moeten worden genomen, zoals proportionaliteit, een voorafgaande verduidelijking van de beleidsdoelstellingen en het gebruik van grondige effectbeoordelingen;

(q)

de politieke rol van de EU op het wereldtoneel te versterken door een actieve rol te spelen op het vlak van preventieve diplomatie;

(r)

te eisen dat alle partijen, of dit nu landen zijn of niet, die rechtstreeks en onrechtstreeks bij gewapende conflicten betrokken zijn, hun verplichtingen uit hoofde van het internationale recht ten volle nakomen en onder meer de humanitaire ruimte veiligstellen en onbelemmerde toegang tot humanitaire hulp garanderen voor mensen die in nood verkeren, met bijzondere aandacht voor de bescherming van burgers, en zich inzetten voor een vreedzame en diplomatieke oplossing van alle soorten conflicten;

(s)

resoluties 1325 (2000) en 1820 (2008) van de VNVR over vrouwen, vrede en veiligheid te ondersteunen; de nadruk te leggen op en te zorgen voor de deelname van vrouwen aan vredesprocessen; te erkennen dat er genderperspectieven moeten worden aangebracht in conflictpreventie, vredeshandhaving, humanitaire hulpverlening en wederopbouw na conflicten;

(t)

met de VN samen te werken om wereldwijde veiligheidsbedreigingen zoals de proliferatie van kernwapens, georganiseerde misdaad en terrorisme aan te pakken; zich meer in te spannen om de onderhandelingen over een alomvattend verdrag over internationaal terrorisme af te ronden;

(u)

samen te werken met multilaterale en bilaterale partners om krachtig en effectief de druk op te voeren om onmiddellijk een eind te maken aan de schending van de mensenrechten en het geweld in Syrië; met partners, in het bijzonder de VS, Turkije en de Arabische Liga, alle opties met betrekking tot de uitvoering van het R2P-beginsel te onderzoeken om het Syrische volk te helpen en het bloedvergieten te stoppen; de Syrische regering en al wie bij de crisis betrokken is onder druk te zetten om het internationale humanitaire recht volledig na te leven en snelle, grensoverschrijdende humanitaire hulpverlening, essentiële openbare dienstverlening en onbeperkte toegang voor humanitaire organisaties mogelijk te maken; de internationale partners ertoe op te roepen hun financiële verbintenissen met betrekking tot hulpverlening aan Syrische vluchtelingen na te komen, zodat de UNHCR en andere organisaties de nodige bijstand kunnen bieden; met partners te overleggen hoe de gevolgen van de Syrische crisis voor de buurlanden zo veel mogelijk kunnen worden beperkt;

(v)

de inspanningen van de regio en de internationale gemeenschap om een politieke oplossing te vinden voor het conflict in Mali te bevorderen, in overeenstemming met de relevante resoluties van de VNVR, en steun te verlenen voor een democratische overgang door de overgangsinstellingen te consolideren, een inclusieve nationale dialoog en verzoening te stimuleren — onder meer door bemiddeling — en vrije, eerlijke en transparante verkiezingen te bevorderen; ook steun te verlenen voor de initiatieven betreffende de territoriale integriteit van Mali en de veiligheid van de bevolking van dit land; het belang te onderstrepen van het handhaven van de stabiliteit in de Sahelregio en van het voorkomen van negatieve gevolgen voor de stabiliteit van de buurlanden van Mali; zijn optreden nauwgezet te coördineren met dat van regionale en internationale partners, onder wie de Afrikaanse Unie en de ECOWAS; steun te verlenen voor de deelname van de EU-lidstaten aan een door de VN geleide vredeshandhavingsmissie, onder meer om binnen de EUTM Mali militaire training te geven aan Malinese strijdkrachten, en de EU-lidstaten hiertoe aan te moedigen; hulp te blijven verlenen aan de Misma (internationale ondersteuningsmissie ten behoeve van Mali onder Afrikaanse leiding);

(w)

zich te verheugen over het wapenhandelsverdrag dat de AVVN op 2 april 2013 heeft aangenomen en dat van toepassing zal zijn op een breed scala van wapens en op munitie; de snelle ondertekening, ratificering en daadwerkelijke en wereldwijde uitvoering van dit wapenhandelsverdrag door alle VN-lidstaten, inclusief de belangrijkste wapenproducerende landen ter wereld, actief te bevorderen; het voortouw te nemen bij de vastlegging van de hoogste gemeenschappelijke normen — onder meer met betrekking tot de situatie van de mensenrechten in ontvangende landen — voor de reglementering van de internationale handel in wapens en voor de bestrijding van de illegale wapenhandel, met als doel conflicten te voorkomen, menselijk lijden en corruptie te verminderen en bij te dragen tot de internationale vrede en veiligheid;

(x)

meer inspanningen te leveren voor multilaterale verbintenissen om het aantal kernwapens te verminderen;

Mensenrechten, democratie en de rechtstaat

(y)

de internationale inspanningen te versterken die erop gericht zijn te bereiken dat alle door VN-verdragen beschermde mensenrechten als universeel, ondeelbaar, van elkaar afhankelijk en met elkaar verbonden worden beschouwd en dat de eerbiediging ervan wordt afgedwongen; zich te verzetten tegen pogingen om het humanitaire recht in het kader van de strijd tegen terrorisme uit te hollen; de algemene opname van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de digitale vrijheden, in alle aspecten van het werk van de VN te bevorderen;

(z)

het proces van de universele periodieke toetsing (Universal Periodic Review, UPR) proberen te versterken door aanbevelingen te integreren in zijn bilaterale en multilaterale dialogen met VN-lidstaten en met name de mensenrechtendialogen; een milieu tot stand te brengen waarin ngo's in staat worden gesteld hun bijdrage te leveren aan de verschillende stadia van het UPR-proces;

(aa)

onverdraagzaamheid, negatieve stereotypering, stigmatisering, discriminatie en aanzetten tot geweld te bestrijden; met grote bezorgdheid de toename van het geweld tegen leden van religieuze en andere gemeenschappen in verschillende delen van de wereld te erkennen;

(ab)

beperkingen van de pers- en mediavrijheid wereldwijd aan te pakken; geweld tegen journalisten en bloggers te bestrijden; de vrijheid van meningsuiting, zowel online als offline, te waarborgen en bevorderen;

(ac)

universele steun voor het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) te bevorderen en te streven naar een versterking van het functioneringsvermogen van het ICC om de straffeloosheid voor misdrijven tegen de menselijkheid terug te dringen;

(ad)

het engagement voor een op de rechtsstaat gebaseerde internationale orde te stimuleren, aangezien dit essentieel is voor het vreedzaam naast elkaar bestaan van staten en voor de totstandbrenging van staten met een groter herstellingsvermogen en duurzame vrede; in dit verband voor ogen te houden dat ondersteuning van de democratie en eerbiediging van de rechtsstaat niet los van elkaar kunnen worden gezien en dan ook als doelstelling van het buitenlands beleid van de EU moeten worden bevorderd;

(ae)

ondersteuning van staten, op hun verzoek, bij de binnenlandse tenuitvoerlegging van hun respectieve internationale verplichtingen te versterken door betere technische bijstand en de opbouw van instellingen en capaciteit;

(af)

de aanbevelingen op te volgen van de politieke verklaring die in september 2012 werd aangenomen tijdens de vergadering op hoog niveau inzake de rechtsstaat; de oprichting van het gezamenlijke universele aanspreekpunt voor de rechtsstaat te ondersteunen; de rol van de Rule of Law Coordination and Resource Group van de VN bij de algehele coördinatie en samenhang volledig te ondersteunen, onder meer om versnippering tussen diensten te vermijden (Departement politieke zaken, Ontwikkelingsprogramma van de VN enz.);

(ag)

voor ogen te houden dat corruptie een schending van de mensenrechten is en dat de Europese Unie een exclusieve bevoegdheid heeft geëist voor de ondertekening van het VN-verdrag tegen corruptie; de HV/VV te verzoeken een EU-actieplan tegen corruptie voor te leggen om doeltreffend toezicht te houden op de aanbevelingen in het verdrag, bijvoorbeeld door de lidstaten ertoe te verplichten informatie over corruptie bekend te maken en te verspreiden; kanalen voor het melden van dergelijke schendingen in het leven te roepen, een rechtskader voor de bescherming van getuigen tot stand te brengen en mechanismen uit te werken om de deelname van het maatschappelijk middenveld te waarborgen;

Duurzame ontwikkeling

(ah)

bij te dragen tot een betere samenhang van het ontwikkelingsbeleid en tot een verbetering van de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp en de consequente bestrijding van armoede, aangezien deze kwesties essentieel blijven om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDO's) te halen;

(ai)

de evaluatie en het beheer van de beperking van het risico op rampen verwerken in ontwikkelingsstrategieën, om de levens en bestaansmiddelen van bevolkingen veilig te stellen;

(aj)

de koppeling van noodhulp, rehabilitatie, de beperking van het risico op rampen en ontwikkeling verbeteren en de coördinatie tussen humanitaire en ontwikkelingsactoren versterken om de continuïteit van steun te verzekeren en veerkracht op te bouwen, hetgeen duidelijk nodig is gebleken uit de terugkerende voedselcrises in de Sahel-regio en de Hoorn van Afrika;

(ak)

te streven naar de volledige uitvoering van de resultaten van de Rio+20-conferentie, onder andere door duurzame ontwikkeling te bevorderen als het leidende beginsel voor mondiale ontwikkeling op de lange termijn; de internationale verbintenis van de EU en de lidstaten om ongeacht de impact van de financiële en economische crisis op de EU-27 0,7 % van het bbp aan ontwikkelingshulp te besteden, na te komen;

(al)

samen te werken om het politiek forum op hoog niveau voor duurzame ontwikkeling op tijd operationeel te maken teneinde de continue controle en evaluatie van de vorderingen bij het verwezenlijken van de vooropgestelde doelen te coördineren;

(am)

de algemene toegang tot water en betaalbare en duurzame energiediensten bevorderen, aangezien deze belangrijke drijvende krachten zijn achter armoedebestrijding en inclusieve groei;

(an)

op samenhangende en gecoördineerde wijze te werken aan de agenda voor de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling voor de periode na 2015; te onderhandelen over één enkel pakket met doelstellingen voor duurzame ontwikkeling die een mondiaal bereik hebben en actiegericht, meetbaar, tijdgebonden en gemakkelijk uit te leggen zijn; te streven naar doelstellingen waarin duurzaamheid, billijkheid en governance zijn opgenomen;

(ao)

het initiatief van de voorzitter van de AVVN te ondersteunen om het maatschappelijk middenveld tijdens de 68e zitting van de AVVN in 2013 in het kader van een speciaal evenement over de verwezenlijking van de MDO's een ontwikkelingsagenda voor de periode na 2015 voor te stellen; een dergelijk evenement zou een goede gelegenheid vormen om de civiele samenleving te raadplegen en mogelijkheden kunnen scheppen om voor wat de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en het ontwikkelingsproces voor de periode na 2015 betreft, een gelijklopend pad in te slaan;

(ap)

het nieuwe samenwerkingskader voor na 2015 voorzien van een voorspelbare en realistische financieringsagenda, die in verhouding staat tot de overeengekomen doelstellingen;

Mondiale samenwerking tussen parlementen

(aq)

het onderlinge contact tussen regeringen en parlementen met betrekking tot mondiale kwesties te bevorderen; mondiale governance te versterken en de burgers en parlementen meer te laten deelnemen aan de VN-activiteiten;

Algemene overwegingen

(ar)

beter gevolg te geven aan de door het Parlement aangenomen aanbevelingen, onder meer door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) te vragen om het Parlement elk jaar verslag uit te brengen over de resultaten van de zitting van de AVVN;

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en — ter informatie — aan de Commissie.


(1)  Raad van de Europese Unie 9820/1/12.

(2)  Resolutie A/RES/67/234 van de AV van de VN.

(3)  Resolutie A/RES/67/226 van de AV van de VN.

(4)  Resolutie A/RES/67/179 van de AV van de VN.

(5)  Resolutie A/RES/67/175 van de AV van de VN.

(6)  Resolutie A/RES/67/169 van de AV van de VN.

(7)  Resolutie A/RES/67/97 van de AV van de VN.

(8)  Resolutie A/RES/67/48 van de AV van de VN.

(9)  Resolutie A/RES/65/276 van de AV van de VN.

(10)  Resolutie A/RES/58/4 van de AV van de VN.

(11)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0240.

(12)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0180.

(13)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0229.

(14)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0334.

(15)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0055.

(16)  Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0180.


Top