Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AP0263

    P7_TA(2013)0263 Aanpassingspercentage met betrekking tot de rechtstreekse betalingen voor kalenderjaar 2013, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vaststelling van een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2013 (COM(2013)0159 — C7-0079/2013 — 2013/0087(COD)) P7_TC1-COD(2013)0087 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de vaststelling van een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2013

    PB C 65 van 19.2.2016, p. 252–255 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/252


    P7_TA(2013)0263

    Aanpassingspercentage met betrekking tot de rechtstreekse betalingen voor kalenderjaar 2013, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de vaststelling van een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2013 (COM(2013)0159 — C7-0079/2013 — 2013/0087(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2016/C 065/48)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0159),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0079/2013),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 22 mei 2013 (1),

    gezien artikel 55 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en het advies van de Begrotingscommissie (A7-0186/2013),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


    (1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.


    P7_TC1-COD(2013)0087

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake de vaststelling van een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 73/2009 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2013

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Krachtens artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (3) mogen de bedragen ter financiering van de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in het begrotingsjaar 2014 niet uitstijgen boven de jaarlijkse maxima die zijn vastgesteld ter uitvoering van de door de Raad overeenkomstig artikel 312, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goedgekeurde verordening. Voorts moet krachtens 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 een aanpassing van de rechtstreekse betalingen (financiële discipline) worden vastgesteld wanneer de ramingen voor de financiering van de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen, vermeerderd met de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 10 ter en artikel 136 van die verordening, maar vóór de toepassing van artikel 10 bis van die verordening en zonder rekening te houden met de marge van 300 000 000 EUR, erop wijzen dat het jaarlijkse maximum zal worden overschreden. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 moeten het Europees Parlement en de Raad deze aanpassing op basis van een voorstel dat de Commissie uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar waarop de aanpassing van toepassing is indient, uiterlijk op 30 juni van hetzelfde kalenderjaar vaststellen.

    (2)

    In afwachting van een verordening tot vaststelling van het meerjarig financieel kader op grond van artikel 312, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, blijft de hoogte van het voor 2014 toepasselijke maximum onzeker. Zolang er geen duidelijkheid bestaat over de hoogte van het toepasselijke maximum kan niet worden vastgesteld of een aanpassing van de rechtstreekse betalingen voor 2013 noodzakelijk is en zo ja, wat het aanpassingspercentage moet zijn. Het bedrag van de vereiste financiële discipline moet door de begrotingsautoriteit worden herzien in het kader van de vaststelling van de begroting voor 2014, onder meer op basis van de nota van wijziging bij de ontwerpbegroting 2014 waarin de Commissie geactualiseerde geraamde behoeften voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen opvoert. [Am. 1]

    (3)

    Landbouwers die een steunaanvraag voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald kalenderjaar (N) indienen, ontvangen de betaling doorgaans binnen een vastgestelde betalingstermijn die in begrotingsjaar N+1 valt. De lidstaten hebben echter de mogelijkheid om te eniger tijd en binnen bepaalde grenzen betalingen aan landbouwers te doen nadat deze betalingstermijn is verstreken. Dergelijke betalingen kunnen in een later begrotingsjaar vallen. Bij de toepassing van de financiële discipline voor een bepaald kalenderjaar mag het aanpassingspercentage niet worden toegepast op betalingen in het kader van steunaanvragen uit andere kalenderjaren dan die waarvoor de financiële discipline geldt. Daarom moet met het oog op een gelijke behandeling van landbouwers worden bepaald dat het aanpassingspercentage moet worden toegepast op betalingen in het kader van steunaanvragen die zijn ingediend in het kalenderjaar waarvoor de financiële discipline geldt, ongeacht het moment waarop de betaling aan de landbouwers wordt gedaan.

    (4)

    Met de hervorming van het GLB in 2003 is, samen met de modulatie, het mechanisme van de financiële discipline ingevoerd. Beide instrumenten voorzien in een lineaire verlaging van het aan landbouwers toe te kennen bedrag aan rechtstreekse betalingen. Vanwege de ongelijke verdeling van de rechtstreekse betalingen over kleine en grote begunstigden is de modulatie toegepast op bedragen die 5 000 EUR overschrijden, teneinde tot een evenwichtigere verdeling van de betalingen te komen. Voor het kalenderjaar 2013 is ten aanzien van de in artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde aanpassing van de rechtstreekse betalingen vastgehouden aan een vrijgesteld bedrag dat overkomt met dat van de modulatie. De financiële discipline moet op dezelfde wijze worden toegepast zodat deze eveneens kan bijdragen aan de beoogde evenwichtigere verdeling van de betalingen. Daarom moet worden bepaald dat het aanpassingspercentage alleen geldt voor bedragen die 5 000 EUR overschrijden.

    (5)

    Op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 mag in het kader van de toepassing van de in artikel 121 van die verordening vastgestelde toenameregeling op alle in de nieuwe lidstaten in de zin van artikel 2, onder g), van die verordening toegekende rechtstreekse betalingen, de financiële discipline voor de nieuwe lidstaten pas van toepassing zijn vanaf het begin van het kalenderjaar waarvoor het in de nieuwe lidstaten geldende niveau van de rechtstreekse betalingen ten minste gelijk is aan het niveau van die betalingen dat dan geldt in de andere lidstaten. Aangezien de rechtstreekse betalingen in het kalenderjaar 2013 in Bulgarije en Roemenië nog aan de toepassing van de toenameregeling onderworpen zijn, mag het bij de onderhavige verordening vast te stellen aanpassingspercentage niet voor betalingen aan landbouwers in die lidstaten gelden.

    (6)

    Verordening (EG) nr. 73/2009 is bij de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië aangepast. De uit de aanpassing in kwestie voortvloeiende wijzigingen treden alleen in werking onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie. Aangezien Kroatië in het kalenderjaar 2013 nog onderworpen is aan de toepassing van de toenameregeling waarin artikel 121 van Verordening (EG) nr. 73/2009 voorziet, mag het bij de onderhavige verordening vast te stellen aanpassingspercentage niet voor betalingen aan landbouwers in Kroatië gelden, onder voorbehoud van toetreding en vanaf de datum van toetreding van het land,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De bedragen aan rechtstreekse betalingen in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 73/2009 die in verband met een voor het kalenderjaar 2013 ingediende steunaanvraag aan een landbouwer moeten worden toegekend en die 5 000 EUR overschrijden, worden verlaagd met 0,748005  %. [Am. 2]

    1 bis.     Indien geen akkoord wordt bereikt over het meerjarig financieel kader 2014-2020 wordt voor het begrotingsjaar 2014 geen financiële discipline toegepast, aangezien het totaalbedrag zal worden berekend op basis van de cijfers van de begroting 2013 plus 2 % inflatie. [Am. 3]

    2.   De in lid 1 bedoelde verlaging geldt niet voor Bulgarije, Roemenië en Kroatië.

    2 bis.     De in lid 1 bedoelde verlaging geldt niet voor de ultraperifere regio's als bedoeld in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee  (4) . [Am. 12]

    Artikel 1 bis

    1.     De artikelen 1 en 2 worden vastgesteld onverminderd de latere vaststelling van Verordening (EU) [nr. XX/XX van … tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020] en het interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

    2.     Ingeval correctie van het in artikel 1, lid 1, vastgestelde aanpassingspercentage ingevolge de vaststelling van de respectievelijk het in lid 1 bedoelde verordening en interinstitutioneel akkoord noodzakelijk is, dient de Commissie een voorstel in bij het Europees Parlement en de Raad met het oog op de vaststelling van een nieuw aanpassingspercentage.

    3.     Het bedrag van de vereiste financiële discipline wordt door de begrotingsautoriteit herzien in het kader van de vaststelling van de begroting voor 2014, onder meer op basis van de nota van wijziging bij de ontwerpbegroting 2014 waarin de Commissie geactualiseerde geraamde behoeften voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen opvoert. [Am. 4]

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 1, lid 2, is op Kroatië van toepassing onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    Voor de Raad

    De voorzitter


    (1)  Advies van 22 mei 2013 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

    (2)  Standpunt van het Europees Parlement van 12 juni 2013.

    (3)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16.

    (4)   PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41.


    Top