This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013AE5155
Opinion of the European Economic and Social Committee on the ‘Proposal for a Council Recommendation on effective Roma integration measures in the Member States’ COM(2013) 460 final — 2013/0229 (NLE)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten (COM(2013) 460 final — 2013/0229 (NLE))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten (COM(2013) 460 final — 2013/0229 (NLE))
PB C 67 van 6.3.2014, p. 110–115
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 67/110 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten
(COM(2013) 460 final — 2013/0229 (NLE))
2014/C 67/22
Rapporteur: Ákos TOPOLÁNSZKY
De Europese Commissie heeft op 26 juni 2013 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 19, lid 1 en artikel 22 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te raadplegen over het
Voorstel voor een aanbeveling van de Raad over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten
COM(2013) 460 final — 2013/0229 (NLE).
De afdeling Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 3 oktober 2013 goedgekeurd.
Het EESC heeft tijdens zijn op 16 en 17 oktober 2013 gehouden 493e zitting (vergadering van 17 oktober) onderstaand advies uitgebracht, dat met 135 stemmen vóór en 4 tegen, bij 6 onthoudingen, werd goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 |
Het EESC verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie voor een aanbeveling van de Raad en moet tot zijn spijt beamen dat de voorgestelde reeks maatregelen noodzakelijk is. Deze reeks maatregelen kan worden gezien als een uit te voeren minimumprogramma. |
1.2 |
Het EESC betreurt ook dat het moeilijk is, zoals aangegeven in de toelichting bij de aanbeveling, om de doelstellingen van de kaderstrategie op Europees niveau te verwezenlijken, aangezien er inzake tenuitvoerlegging en politieke bereidheid zowel op nationaal, regionaal als op lokaal niveau voortdurend op hindernissen wordt gestoten. |
1.3 |
Het EESC vestigt de aandacht op de tekortkomingen die maatschappelijke organisaties hebben blootgelegd in hun analyses over de kaderstrategie en de nationale strategische programma's. De opmerkingen van de betrokkenen moeten ernstig worden genomen: binnen een kort tijdsbestek moeten er op beleidsniveau doeltreffende oplossingen ten gronde worden uitgewerkt en ten uitvoer gelegd. |
1.4 |
Naar de mening van het EESC is in het voorstel het deel over de horizontale beleidsmaatregelen te onzorgvuldig opgesteld: het EESC nodigt de Raad dan ook uit het verder uit te werken en voor de vier afgebakende terreinen veel concretere vereisten vast te stellen, alsook de realisatie hiervan te ondersteunen door aan te geven welke beste praktijken worden verwacht. |
1.5 |
Het EESC is van mening, gelet op de conclusies in de toelichting bij de voorgestelde aanbeveling (1) en op de aan de crisis te wijten verslechtering van de sociaaleconomische situatie, dat de Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid om bindende juridische handelingen vast te stellen om gericht op te treden tegen de levensbedreigende ellende en extreme armoede van de bevolking, alsook de ergste vormen van discriminatie, racisme en Romahaat te bestrijden. |
1.6 |
Vooral in de gevallen van uiterst benarde levensomstandigheden beveelt het EESC aan duidelijke kaders voor de handhaving van mensenrechten vast te stellen en de benchmarks en indicatoren te definiëren die al sinds geruime tijd nodig zijn om deze gevallen te beoordelen. |
1.7 |
Volgens het EESC zouden groepen onafhankelijke onderzoekers, die over juridische middelen beschikken en van de nodige garanties op het vlak van onderzoeksethiek blijk geven, de tenuitvoerlegging van de strategieën moeten beoordelen. Ook zouden financiering en een transparant gebruik van fondsen moeten worden gegarandeerd. |
1.8 |
Aan de hand van de nodige juridische en andersoortige garanties dient er te worden gewerkt aan de versterking van het optreden van de overheden die verantwoordelijk zijn voor de gelijkheid van behandeling en daardoor sleutelfiguren zijn van het antidiscriminatiebeleid; versterking is ook nodig m.b.t. het optreden van de nationale contactpunten - die een fundamentele rol spelen bij de tenuitvoerlegging van de strategieën - en de samenwerking tussen deze instanties en de betrokken bevolkingsgroepen. |
1.9 |
Om de strategieën op doeltreffender wijze ten uitvoer te leggen en het verlies aan vertrouwen in de betrokken gemeenschappen te herstellen, is het van cruciaal belang dat Roma daadwerkelijk bij het overheidsoptreden worden betrokken en geactiveerd. Het EESC stelt voor het begrippenkader voor de samenwerking uit te breiden, wat neerkomt op een consensuscultuur die de loutere raadpleging overstijgt. Het kijkt hiernaar uit en formuleert een aantal voorstellen in deze zin. |
1.10 |
Beleidsmakers moeten dringend afstand nemen van de zorgwekkende verklaringen inzake Roma: deze verklaringen zijn racistisch getint, schuwen geweld niet en zijn erg discriminerend. Daarnaast moeten racistisch geweld en haatdragende betogen worden veroordeeld en openlijk en systematisch in het oog worden gehouden, terwijl ook juridische, administratieve, reglementaire en publicitaire instrumenten moeten worden ontwikkeld om deze fenomenen doeltreffend te bestrijden. |
2. Historiek
2.1 |
Op 5 april 2011 heeft de Commissie een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 vastgesteld (2), een langverwachte aanzet om gecoördineerd op te treden tegen de extreme armoede en segregatie waar ook de Roma het slachtoffer van zijn. In juni 2011 heeft de Raad zijn goedkeuring aan dit document gehecht (3) en werden de lidstaten uitgenodigd om voor eind 2011 nationale strategieën voor de integratie van Roma goed te keuren. |
2.2 |
Conform de bepalingen van het kader stelt de Commissie een jaarlijks verslag op over de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de strategieën. In 2012 heeft zij de nationale strategieën van de lidstaten voor het eerst beoordeeld (4). Zij heeft horizontale conclusies aangenomen en in een bijgevoegd document de vastgestelde sterke en zwakke punten in de strategie van elke lidstaat geanalyseerd (5). |
2.3 |
Organisaties die Roma vertegenwoordigen, hebben de uitwerking van de strategieën erg aandachtig gevolgd, hebben in talrijke documenten hun standpunten of bedenkingen verwoord en hebben de strategieën eveneens beoordeeld (6). |
2.4 |
Uit al deze analyses is gebleken dat de strategieën van de lidstaten belangrijke lacunes vertonen. De maatschappelijke organisaties zijn van mening dat de horizontale bepalingen en hun tekortkomingen erg problematisch zijn. Hierbij gaat het onder meer over:
|
2.5 |
In de hierboven vermelde analysedocumenten van de Commissie wordt geen melding gemaakt van de fundamentele tekortkomingen die in de strategieën van de lidstaten kunnen worden vastgesteld. Zo worden verschillende van de ergste vormen van sociale en maatschappelijke handicaps - die soms een inbreuk vormen op de mensenrechten - hoegenaamd niet veroordeeld, of wordt er niet opgeroepen ze in te perken of er een einde aan te stellen. Zo wordt onvoldoende ingegaan op de volgende schendingen van de mensenrechten:
|
2.6 |
Aan de kaderstrategie en de nationale strategieën voor Roma-integratie heeft het EESC twee adviezen gewijd. In het vorige advies (7) over maatregelen om de zelfredzaamheid en de maatschappelijke integratie van Roma te bevorderen schaart het EESC zich achter de kaderstrategie en stelt het, wat de uitwerking en daaropvolgende tenuitvoerlegging betreft, dat een drieledige benadering nodig is (een ras- en etniciteitsneutraal integratiebeleid, steunbeleid ter bevordering van de zelfredzaamheid van personen die zichzelf als lid van een Romagemeenschap beschouwen en waardering voor de sociale integratie die zij al hebben bereikt, algemeen antiracismebeleid en voorlichting). Het formuleert ook een aantal andere voorstellen. |
2.7 |
In het vervolgadvies (8) verwijst het EESC naar een in 2012 verrichte studie en wijst het op het door opiniemakers uit de Romagemeenschap vastgestelde vertrouwensverlies. Het EESC doet dan ook een aantal specifieke voorstellen om Roma te integreren en hun activering te bevorderen. |
3. Algemene opmerkingen
3.1 |
Gezien de situatie van de Roma, de gevolgen van de crisis en de zeer uiteenlopende verbintenissen van de lidstaten erkent - en betreurt - het EESC de noodzaak van de aanbeveling van de Raad. Het kan zich vinden in de doelstellingen van de aanbeveling, maar vindt dat het voorgestelde maatregelenpakket hooguit als een minimumprogramma kan worden gezien, dat te weinig uitgewerkt en operationeel is om deze doelstellingen ook echt te kunnen verwezenlijken. |
3.2 |
Volgens de toelichting bij het voorstel van de Commissie wordt met de aanbeveling beoogd "de aandacht van de lidstaten te vestigen op een aantal concrete maatregelen die van vitaal belang zijn voor een doeltreffender uitvoering van hun strategieën, om ervoor te zorgen dat er sneller vooruitgang wordt geboekt". Impliciet wordt hiermee te kennen gegeven dat de verwezenlijking van de doelstellingen van de kaderstrategie op Europees niveau zowel qua tenuitvoerlegging als qua politieke bereidheid op nationaal, regionaal en lokaal niveau bijzonder moeizaam verloopt. Het EESC betreurt dit. |
3.3 |
Om niet opnieuw het politieke momentum te missen voor de integratie van de Roma (wat nefast zou zijn voor de doelstellingen van de Unie en voor de ontwikkeling van de levensomstandigheden van de betrokken bevolkingsgroep) pleit het EESC ervoor om in samenwerking met de Roma-organisaties en de overige betrokken en relevante maatschappelijke actoren een lijst met aanbevelingen op te stellen. Deze lijst dient in het kader van een uitgebreide raadpleging en op basis van een ambitieus en controleerbaar, op feiten gebaseerd analysesysteem te worden opgesteld, dat voldoende concrete en operationele elementen bevat. De aanbevelingen dienen tevens voorwerp te zijn van evaluatie. |
3.4 |
Het EESC acht de voorgestelde beleidsaanbevelingen nuttig en vindt dat het weliswaar beperkte maatregelenpakket alom steun verdient en absoluut dient te worden omgezet. Het actiekader van de beleidsaanbevelingen, die in een aantal gevallen niet voldoende ambitieus van opzet zijn, is evenwel zeer beperkt. Het EESC raadt daarom dringend aan om de lijst met aanbevelingen uit te breiden en aan te vullen met controle- en toezichtmechanismen. |
3.5 |
Het EESC is van mening dat het onderdeel van het voorstel over de horizontale beleidsmaatregelen te weinig uitgewerkt is en roept de Raad op om de vier actiegebieden (bestrijding van discriminatie, bescherming van Romakinderen en -vrouwen, armoedebestrijding en sociale integratie en bevordering van zelfredzaamheid) die hierin afgebakend worden, nader uit te werken en veel concretere vereisten te formuleren. De Raad dient in deze samenhang ook aanwijzingen te geven m.b.t. de te verwachten succesvolle praktijkvoorbeelden. |
3.6 |
Volgens het document "[is] de keuze voor een niet-bindend instrument […] erop gericht de lidstaten praktische aanwijzingen te geven met betrekking tot de integratie van de Roma, zonder dwingende regels op te leggen" omdat "volgens de bevindingen van de Commissie […] er nog steeds geen krachtige en proportionele maatregelen [zijn] genomen om de sociale en economische problemen van een groot deel van de Roma bevolking in de EU aan te pakken". Het EESC vindt deze argumentering niet bevredigend. Als de huidige crisis niet adequaat en gericht wordt aangepakt, zullen de Romagroepen, die al bijzonder getroffen worden door segregatie, discriminatie en extreme armoede, onevenredig sterk te lijden hebben van de gevolgen van de crisis, terwijl de crisis nu al een ondraaglijke en onaanvaardbare belasting voor hen vormt. Daarom zijn volgens het EESC aan de kant van de besluitvormers onmiddellijke en doeltreffende oplossingen en maatregelen nodig, ook vanuit het oogpunt van inroepbaarheid van rechten. |
3.7 |
Het EESC is van mening, gelet op de conclusies in de toelichting bij de voorgestelde aanbeveling (9), dat de Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid om bindende juridische handelingen vast te stellen om gericht op te treden tegen de levensbedreigende ellende en extreme armoede van de bevolking, alsook de ergste vormen van discriminatie, racisme en afkeer voor zigeuners te bestrijden. De noodzaak van deze maatregelen vloeit voort uit de duidelijke tekortkomingen in de wetgeving en rechtspraak van de lidstaten (10). |
4. Bijzondere opmerkingen
4.1 |
Het EESC stelt voor dat de bevoegde diensten van de Europese Unie hun rechtstreeks aan de toepassing van de grond- en minderhedenrechten van Roma gerelateerde taken, die niet onder de open coördinatiemethode vallen, opnieuw bekijken, m.n. in het licht van de hierboven aan de orde gestelde zaken. Het EESC acht het in dit verband noodzakelijk dat:
|
4.2 |
Het EESC stelt voor, op grond van een herevaluatie van de strategieën, prioriteit te verlenen aan de instandhouding van de taal- en culturele tradities die de basis vormen van de identiteit van de Roma, en aan hun sociale en financiële ondersteuning. |
4.3 |
Voor de tenuitvoerlegging van de nationale integratiestrategieën voor Roma is het naar de mening van het EESC absoluut noodzakelijk dat de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de controle van de wetgeving en de rechtspraak op de aanpalende beleidsterreinen en aan de op dit vlak met het oog op hun antidiscriminatoir effect aan te brengen correcties. De lidstaten dienen daartoe doeltreffende mechanismen in te voeren. |
4.4 |
Ter bevordering van de integratie en de materiële onafhankelijkheid van de Roma verwacht het EESC met name van de lidstaten dat ze zich in hun zoektocht naar een oplossing voor de situatie toespitsen op de specifieke behoeften van deze bevolkingsgroep en programma's ter bevordering van werkgelegenheid en ondernemerschap en voor beroepsopleiding opzetten. Ook roept het EESC de lidstaten nadrukkelijk op de rechtsinstrumenten te versterken waarmee ondernemingen doeltreffend kunnen worden aangemoedigd om Roma in dienst te nemen. Ten behoeve van gesegregeerde Romagemeenschappen, waar de werkgelegenheid al geruime tijd extreem laag en de discriminatie op de arbeidsmarkt erg hoog is, is het nodig te voorzien in innovatieve beleidsmaatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, bijv. maatregelen die erop gericht zijn met openbare middelen een voldoende aantal passende tijdelijke arbeidsplaatsen tot stand te brengen. |
Toezicht en evaluatie
4.5 |
Het EESC betreurt dat het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en de lidstaten nog niet de kernindicatoren en benchmarks hebben kunnen vaststellen die fundamenteel zijn voor een evaluatie van de strategieën en actieplannen, evenmin als de methoden en vereisten die de basis vormen van een adequate en onafhankelijke gegevensverzameling (11). De huidige toezichts- en evaluatiepraktijken van de lidstaten beperken zich dikwijls tot rapporten zonder enige evaluatiemethode die slechts in enkele gevallen op gegevens gebaseerd zijn en niet zelden tot geheel ongefundeerde resultaten leiden. |
4.6 |
Het EESC stelt voor dat de evaluatietaken via een open aanbestedingsprocedure worden toevertrouwd aan groepen professionele en politiek neutrale onderzoekers en instituten. Met behulp van verschillende rechtsinstrumenten dient hun onafhankelijkheid nog eens te worden versterkt (gedacht kan worden aan de invoering van een verklaring inzake de afwezigheid van belangenconflicten, regels voor financiële transparantie en een transparant gebruik van fondsen, controle van de wetenschappelijke gemeenschap, toezicht op de onderzoeksmethoden, enz.) (12). |
Beleidsaanbevelingen
4.7 |
Er moet niet alleen worden gestreefd naar een programmeerbare, transparante en passende financiering van de overheden die belast zijn met gelijke behandeling, ook de juridische situatie van deze instellingen moet kracht worden bijgezet zodat de politieke machthebbers zo weinig mogelijk invloed kunnen uitoefenen op de werking ervan maar toch toezien op de verzekering van hun werkingsvoorwaarden. De overheden die belast zijn met gelijke behandeling moeten tevens vaste en nauwe betrekkingen onderhouden met relevante representatieve Roma-organisaties, en niet alleen met de contactpunten voor de Roma. |
4.8 |
De nationale contactpunten voor de Roma moeten hun taken in volle transparantie verrichten, in zowel theorie als praktijk. Hun activiteit is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de kaderstrategie. De rechten van de contactpunten en van de gouvernementele instanties die belast zijn met de programmatie en de tenuitvoerlegging van het sociaal beleid voor de Roma moeten worden gegarandeerd. Ze moeten als een "waakhond" kunnen functioneren zodat de Roma hun stem kunnen laten horen m.b.t. de wetgevingsprocedures voor de regeringsmaatregelen die ook van toepassing zijn op de Roma, en ze moeten deze kunnen beïnvloeden, zodat de effecten ervan niet wederzijds worden afgezwakt. De contactpunten voor de Roma hebben tot taak informatie te verstrekken aan de representatieve maatschappelijke organisaties van de Roma. Een en ander kan gebeuren door bijv. de publicatie van jaarverslagen van onafhankelijke beoordeelaars die los van elke politieke beïnvloeding werken, of door bijzondere conferenties te organiseren. |
4.9 |
De in punt 5.1 van het aanbevelingsvoorstel geformuleerde doelstelling, volgens welke "de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat uiterlijk op [datum 24 maanden na publicatie] gevolg is gegeven aan deze aanbeveling en zij de Commissie tegen die datum in kennis moeten stellen van de maatregelen die zij overeenkomstig deze aanbeveling hebben genomen", is volgens het EESC moeilijk realiseerbaar. Met het oog daarop zou moeten worden voorkomen dat de lidstaten vrijgesteld kunnen worden van de verplichting om de kaderstrategie van de EU ten uitvoer te leggen en hun eigen verbintenissen na te komen. Het huidige voorstel vertegenwoordigt inhoudelijk immers slechts een deel van het grotere eisenpakket dat in ruimere context in de kaderstrategie is vastgesteld en dat de Commissie jaarlijks moet evalueren. |
Integratie en participatie van Roma
4.10 |
Volgens tal van deskundigen en maatschappelijke organisaties van de Roma - die deels ook de evaluatie van de Europese Commissie onderschrijven - maken de huidige steunmaatregelen en -regelingen van de lidstaten het in sommige gevallen niet mogelijk om de kwestie van de integratie van de Roma voldoende doeltreffend aan te pakken en zijn de mensenrechten (13) ook niet steeds het uitgangspunt of de leidraad voor de aanpak. Ondertussen worden de Roma helaas in verschillende landen nog meer uitgesloten. Deze situatie is voornamelijk te wijten aan de blijvende discriminatie van de Roma en de diepgewortelde afkeer voor zigeuners waaraan de handhavingsinstanties onvoldoende aandacht besteden. Zoals in de toelichting bij het aanbevelingsvoorstel wordt aangegeven "ligt de kern van het probleem in het nauwe verband tussen de discriminatie en de sociale uitsluiting van de Roma" (14). |
4.11 |
Volgens het EESC moet bestrijding van de zich wederzijds versterkende negatieve gevolgen van deze mechanismen de eerste doelstelling van alle integratiebeleid zijn. De belangrijkste instrumenten zijn in dit verband met name integratie van de Roma en aanmoediging van hun participatie; daarnaast moeten de organisaties van Roma ook zelfredzamer worden en hun capaciteiten kunnen ontwikkelen. Een en ander is slechts mogelijk in een klimaat van open aanvaarding van Roma, waarbij het beleid voor de Roma effectief wordt gedragen door de reëel betrokkenen, en de Roma niet alleen als begunstigden worden beschouwd maar ook als gelijkwaardige spelers wier deelname onontbeerlijk is. Er moet verandering komen in de paternalistische aanpak van vroeger, toen de opiniemakers en de besluitvormers van de meerderheid van de samenleving het voor het zeggen hadden. De Roma moeten worden erkend en aanvaard als verantwoordelijke leden van de samenleving, die in staat zijn actief op hun lot in te grijpen en daartoe ook bereid zijn. |
4.12 |
Het EESC verwijst naar een eerder advies (15) waarin het aan de hand van een studie heeft gewezen op een grote ontevredenheid, alsook een zekere frustratie en wantrouwen die bij een groot aantal van de Roma-woordvoerders, de maatschappelijke organisaties en hun vertegenwoordigers leven. In dit EESC-advies wordt gesteld dat "ondanks de intentieverklaringen, niet genoeg is gedaan om de relevante organisaties bij de strategische planning te betrekken en er geen werk is gemaakt van doeltreffende participatiemechanismen. Ook hebben de huidige inspanningen, wegens de soms eeuwenlange discriminatie en uitsluiting, niet het nodige vertrouwen kunnen wekken bij de vertegenwoordigers van de betrokkenen". In een studie van het ERPC uit diezelfde periode worden soortgelijke conclusies getrokken (16). |
4.13 |
Daar hiermee wijzigingen in sociale benadering en in besluitvorming gemoeid zijn, heeft dit proces volgens het EESC alleen kans op slagen als deelname verzekerd is van de Roma en de maatschappelijke organisaties die samen met hen meewerken aan de uitstippeling, tenuitvoerlegging en evaluatie van het beleid op alle niveaus. Het is volgens het EESC zaak indicatoren vast te stellen aan de hand waarvan de mate van integratie en participatie van de Roma passend kunnen worden gemeten (bijv. lokaal of centraal bestuur, gegevens betreffende schoolbezoek, deelname aan tenuitvoerlegging van programma's enz.). |
4.14 |
Het EESC pleit voor en kijkt uit naar een verruiming van het conceptuele kader van de samenwerking, een consensuscultuur die verder gaat dan eenvoudige raadpleging, de lancering van permanente platformen voor dialoog (ook op lokaal niveau), de instelling van passende organisatiemechanismen voor participatie, grotere transparantie van overheidsbesluiten (op lokaal niveau) en motivering van de besluiten (waarbij ook verslag wordt gedaan van de meningsverschillen en de stemuitslagen). |
4.15 |
Het zou graag zien dat er garanties komen, zoals eerder is aangegeven, voor een steunfonds (bijv. als onderdeel van het programma "Europa voor de burger") met het oog op de integratie en de zelfredzaamheid van de Roma, alsook de ontwikkeling van de capaciteiten van hun maatschappelijke organisaties. Het operationele ESF-programma, of liever de verzekering van steunprogramma's die in technische bijstand voorzien, zijn evenzeer van groot belang voor de ontwikkeling van de institutionele capaciteiten van de Roma-organisaties. |
4.16 |
Beleidsmakers moeten dringend afstand nemen van de zorgwekkende verklaringen inzake Roma: deze verklaringen zijn racistisch getint, schuwen geweld niet en discrimineren in hoge mate. Daarnaast moeten racistisch geweld en haatdragende betogen worden veroordeeld en openlijk en systematisch in het oog worden gehouden, terwijl ook juridische, administratieve, reglementaire en publicitaire instrumenten moeten worden ontwikkeld om deze fenomenen doeltreffend te bestrijden. Opiniemakers en met name de politieke en media-elite hebben in dit verband een bijzondere verantwoordelijkheid. Op basis van een uniforme methodologie moet systematisch onderzoek worden gedaan naar vooroordelen en moeten daartegen passende instrumenten worden ontwikkeld. Wanneer de resultaten de verkeerde richting lijken uit te gaan, moet ter zake overheidsbeleid worden gestimuleerd of ten uitvoer gelegd, of moeten de inspanningen nog worden opgevoerd. |
4.17 |
Het EESC vestigt de aandacht van de lidstaten uitdrukkelijk op het feit dat ter bestrijding van segregatie en discriminatie die al meerdere generaties voortduren en zwaar doorwegen op alle aspecten van het leven van de betrokkenen, het niet volstaat programma's ten uitvoer te leggen in de vorm van projecten die op een specifieke problematiek zijn toegespitst. Er is daarentegen een systematische aanpak geboden ter verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie. |
Brussel, 17 oktober 2013
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Henri MALOSSE
(1) "[H]oewel de lidstaten de wettelijke mogelijkheid hebben gehad om de Roma integratie aan te pakken, [zijn] de tot nog toe geplande maatregelen onvoldoende […]. Doordat de integratie van de Roma onvoldoende wordt gecoördineerd, worden de verschillen tussen de lidstaten steeds groter."
(2) COM(2011) 173 final.
(3) Conclusies van de Raad over een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020.
(4) COM(2012) 226 final.
(5) SWD(2012) 133 final
(6) Analysis of National Roma Integration Strategies, ERPC, maart 2012.
(7) PB C 248 van 25.8.2011, blz. 16–21.
(8) PB C 11 van 15.1.2013, blz. 21-26.
(9) "[H]oewel de lidstaten de wettelijke mogelijkheid hebben gehad om de Roma integratie aan te pakken, [zijn] de tot nog toe geplande maatregelen onvoldoende […]. Doordat de integratie van de Roma onvoldoende wordt gecoördineerd, worden de verschillen tussen de lidstaten steeds groter."
(10) "De doelstellingen van het beoogde optreden kunnen dus niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. Ze kunnen beter worden gerealiseerd door gecoördineerde maatregelen op EU-niveau dan door nationale initiatieven, waarvan de werkingssfeer, het beoogde effect en de doeltreffendheid uiteenlopen." 2013/0229 (NLE), toelichting.
(11) Par. 4.4. van het aanbevelingsvoorstel.
(12) De persoon die belast is met de evaluatie dient een verklaring inzake de afwezigheid van belangenconflicten af te geven waarin hij verklaart niet in dienst te zijn van een regering noch overheidsgeld te gebruiken waardoor de onafhankelijkheid van de evaluatieresultaten in het gedrang zou kunnen komen.
(13) COM(2012) 226 final, SWD(2012)133 final, Analysis of National Roma Integration Strategies, ERPC, maart 2012.
(14) De Coalitie voor een Europees Romabeleid (ERPC) zou graag zien dat de nationale integratiestrategieën voor de Roma gebaseerd worden op een centrale doelstelling, gericht op de bestrijding van afkeer voor zigeuners. Hoewel het van belang is verschillen in inkomen, gezondheid en onderwijs op te heffen zal alleen vooruitgang kunnen worden geboekt als de bestrijding van de afkeer voor zigeuners een prioriteit van de nationale integratiestrategieën voor de Roma wordt. Eindanalyse van de ERPC.
(15) PB C 11 van 15.1.2013, blz. 21-26.
(16) "[…] een ruime meerderheid van respondenten uit alle lidstaten geeft aan dat het proces van uitstippeling van de nationale integratiestrategieën voor de Roma onvoldoende transparant is. In de meeste gevallen bestaat er nog steeds onvoldoende duidelijkheid over de deelname van de betrokkenen en met name de Roma wat de tenuitvoerlegging van de nationale integratiestrategieën betreft." Analysis of National Roma Integration Strategies, ERPC, maart 2012.