Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011IP0322

    Breedband in Europa: investeren in digitale groei Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2011 over breedband in Europa: investeren in digitale groei (2010/2304(INI))

    PB C 33E van 5.2.2013, p. 89–100 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.2.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 33/89


    Woensdag 6 juli 2011
    Breedband in Europa: investeren in digitale groei

    P7_TA(2011)0322

    Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2011 over breedband in Europa: investeren in digitale groei (2010/2304(INI))

    2013/C 33 E/09

    Het Europees Parlement,

    gezien de aanbeveling van de Commissie van 20 september 2010 inzake geregelde toegang tot NGA-netwerken (toegangsnetwerken van de volgende generatie) (1),

    gezien de mededeling van de Commissie van 20 september 2010 getiteld "Breedband in Europa: investeren in digitale groei" (COM(2010)0472),

    gezien zijn standpunt van 11 mei 2011 over het voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid (2),

    gezien de mededeling van de Commissie van 26 augustus 2010 getiteld "Een digitale agenda voor Europa" (COM(2010)0245),

    gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid en de mededeling van de Commissie "Breedband in Europa: investeren in digitale groei" (TEN/434-435 - CESE 362/2011),

    gezien de mededeling van de Commissie van 17 september 2009 getiteld "Communautaire richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken" (3),

    gezien de mededeling van de Commissie van 4 augustus 2009 getiteld "Verslag over het digitale concurrentievermogen van Europa: Voornaamste successen van de i2010-strategie 2005-2009" (COM(2009)0390),

    gezien de mededeling van de Commissie van 18 juni 2009 getiteld "Het internet van de dingen: een actieplan voor Europa" (COM(2009)0278),

    gezien de mededeling van de Commissie van 28 januari 2009 getiteld "Vandaag investeren voor het Europa van morgen" (COM(2009)0036),

    gezien de mededeling van de Commissie van 20 maart 2006 getiteld "Overbrugging van de breedbandkloof" (COM(2006)0129),

    gezien de mededeling van de Commissie van 25 april 2006 getiteld "Het i2010-actieplan voor de elektronische overheid: versnelde invoering van de elektronische overheid voor het nut van iedereen" (COM(2006)0173),

    gezien de mededeling van de Commissie van 30 april 2004 getiteld "e-Gezondheidszorg – een betere gezondheidszorg voor de burgers van Europa: Een actieplan voor een Europese Ruimte voor e-gezondheidszorg" (COM(2004)0356),

    gezien zijn resolutie van 15 juni 2010 over het internet van de dingen (4),

    gezien zijn resolutie van 5 mei 2010 over een nieuwe digitale agenda voor Europa: 2015.eu (5),

    gezien zijn aanbeveling aan de Raad van 26 maart 2009 over de versterking van de veiligheid en van de fundamentele vrijheden op het internet (6),

    gezien zijn resolutie van 24 september 2008 over het ten volle profijt trekken van het digitale dividend in Europa: een gemeenschappelijke aanpak voor het gebruik van het spectrum dat vrijkomt door de digitale omschakeling (7),

    gezien zijn resolutie van 19 juni 2007 over het ontwikkelen van een Europees beleid voor breedbanddiensten (8),

    gezien zijn resolutie van 14 februari 2007 getiteld "Naar een Europees radiospectrumbeleid" (9),

    gezien zijn resolutie van 14 maart 2006 over een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid (10),

    gezien zijn resolutie van 23 juni 2005 over de informatiemaatschappij (11),

    gezien zijn resolutie van 14 oktober 1998 over de mondialisering en de informatiemaatschappij: de behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie (12),

    gezien het EU-kader voor elektronische communicatie, zoals gewijzigd, in het bijzonder de Richtlijnen 2002/21/EG (kaderrichtlijn), 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn), 2002/19/EG (toegangsrichtlijn), 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn), 2002/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) en Verordening (EG) nr. 1211/2009 (BEREC-verordening),

    gezien het Europees economisch herstelplan (COM(2008)0800),

    gezien bijlage III van wijzigingsverordening (EG) nr. 473/2009 van de Raad van 25 mei 2009,

    gezien artikel 189 van het Verdrag van Lissabon,

    gezien artikel 48 van het Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie cultuur en onderwijs (A7-0221/2011),

    A.

    overwegende dat pan-Europese beschikbaarheid van snelle breedband van essentieel belang is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie, om slimme, duurzame, insluitende en territoriaal cohesieve economische groei te bevorderen, de werkgelegenheidssituatie te verbeteren, het concurrentievermogen van Europa te versterken, wetenschappelijk onderzoek en innovatie te vergemakkelijken en daarmee alle regio's, steden, gemeenten en maatschappelijke groepen in staat te stellen om deel te nemen aan het digitale leven en hun de kans te geven gebruik te maken van nieuwe digitale technologieën voor openbare diensten,

    B.

    overwegende dat breedbandtoegang verkregen kan worden via tal van platforms (koperdraad, kabel, glasvezel, vast en mobiel draadloos, satelliet, enz.), zeer uiteenlopende gebruikers trekt (consumenten, bedrijfsleven, overheid, openbare en non-profitinstellingen, waaronder scholen, bibliotheken, ziekenhuizen en instanties op het gebied van de openbare veiligheid), die breedband gebruiken voor een grote verscheidenheid aan diensten (e-commerce, verlening van gezondheidszorg, spraak- en beeldcommunicatie, amusement, wagenparkbeheer, overheidsdiensten, onderwijs, opleiding op de werkplek, om er slechts enkele te noemen), en tevens machine-to-machinetoepassingen mogelijk maakt (slimme elektriciteitsmeters en slimme elektriciteitsnetten, draadloze hartmonitors, toepassingen voor hulpdiensten, alarmsystemen, voertuigtelemetrie, voorraadbeheer, enz.),

    C.

    overwegende dat de diverse platforms, gebruikers en diensten alle beschouwd moeten worden als onderdeel van het totale breedbandecosysteem, en in die hoedanigheid bijdragen tot de verwezenlijking van volledige breedbandtoegang en tal van daarmee samenhangende maatschappelijke voordelen opleveren, wat er op zijn beurt toe zal bijdragen dat breedband overal ingang zal vinden, overwegende dat de EU er bovendien naar moet streven dat alle regio's en maatschappelijke groepen kunnen deelnemen aan het digitale leven,

    D.

    overwegende dat duurzame toegang tot infrastructuur en concurrentie tussen diensten, samen met het "top-down" vastleggen van realistische en duurzame doelstellingen, zullen zorgen voor efficiënte, bij de vraag aansluitende connectiviteit van de volgende generatie,

    E.

    overwegende dat een EU-beleid voor breedbanddiensten het fundament moet leggen voor een ontwikkeling waarbij de EU koploper kan zijn wat betreft breedbandtoegang en -snelheden, mobiliteit, dekking en capaciteit; overwegende dat wereldleiderschap in de ICT-sector cruciaal is voor de welvaart en concurrentiepositie van de EU; overwegende dat een Europese markt met bijna 500 miljoen burgers die de beschikking hebben over een snelle breedbandverbinding, als speerpunt zou dienen bij de ontwikkeling van de interne markt, waardoor een wereldwijd unieke kritische massa gebruikers ontstaat, alle regio’s nieuwe kansen krijgen, de gebruikers meerwaarde wordt geboden en de EU de mogelijkheid krijgt de meest vooraanstaande kenniseconomie ter wereld te worden; overwegende dat een snelle uitrol van breedband essentieel is om de innovatie en de productiviteit in de EU te bevorderen en de oprichting van nieuwe kmo's en het creëren van nieuwe banen te stimuleren,

    F.

    overwegende dat het essentieel is om de digitale kloof te overbruggen en met het oog op Europese meerwaarde breedband voor iedereen in de EU te realiseren, in het bijzonder met betrekking tot afgelegen en plattelandsgebieden, teneinde sociale en territoriale cohesie te waarborgen,

    G.

    overwegende dat breedband belangrijk is voor de verwezenlijking van de nieuwe technische infrastructuur die onontbeerlijk is voor het EU-leiderschap op het gebied van wetenschap, technologie en industrie, zoals cloudcomputing, supercomputers, het internet van de dingen en slimme computeromgevingen; herinnert eraan dat adequate breedbandtoegang en –snelheid essentieel zijn voor de ontwikkeling en het doeltreffende gebruik van dergelijke innovatieve ICT-technologieën; merkt verder op dat deze technologieën en de diensten die ze leveren bedoeld zijn ten voordele van zowel consumenten als bedrijven, met inbegrip van kmo's,

    H.

    overwegende dat publieke spelers een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de uitrol van breedband voor iedereen en aan de totstandbrenging van toegang van de volgende generatie (NGA) in niet en onvoldoende ontsloten gebieden; overwegende dat overheidsinvesteringen een aanvulling moeten zijn op particuliere investeringen en concurrentieversterkend moeten werken; overwegende dat investeerders in NGA de juiste stimulansen moeten blijven krijgen om in breedband te blijven investeren,

    I.

    overwegende dat de particuliere sector de afgelopen tien jaar weliswaar honderden miljarden euro's heeft geïnvesteerd in breedbandfaciliteiten, -diensten, -toepassingen en -inhoud, maar dat niet alle Europese burgers in het genot zijn gekomen van de voordelen van breedband; overwegende dat de bevordering van particuliere en openbare investeringen de belangrijkste motor van de breedbandgroei in de EU moet blijven,

    J.

    gezien het besluit van de ministeriële conferentie van de Unie voor het Middellandse Zeegebied van 4 november 2008 in Marseille om de digitale kloof tussen de twee kusten van het Middellandse Zeegebied te verkleinen, wat resulteerde in het BB-MED-voorstel (breedband voor het Middellandse Zeegebied),

    Breedband voor iedereen

    1.

    merkt op dat de mededeling slechts een onderdeel is van een breder pakket, dat tevens de digitale agenda, de Innovatie-Unie, het programma inzake het radiospectrumbeleid en financieringsprogramma's op EU- en nationaal niveau omvat, met als doel een wederzijds ondersteunend systeem te creëren voor de efficiënte verdere ontwikkeling van, de toegang tot en het gebruik van netwerken, zowel terrestrische vaste en mobiele netwerken als satellietnetwerken;

    2.

    merkt op dat het begrip breedband voortdurend in ontwikkeling is, daar het aantal platforms is gegroeid en de verscheidenheid aan klanten en de vormen van gebruik exponentieel zijn toegenomen; stelt vast dat breedband niet langer alleen gaat over internettoegang, maar zich evenmin beperkt tot rechtstreekse menselijke interactie, aangezien machine-to-machineverbindingen en -toepassingen snel terrein winnen;

    3.

    merkt op dat zowel vast als mobiel dataverkeer exponentieel toeneemt en dat een aantal maatregelen, zoals een verdergaande harmonisatie van de spectrumtoewijzingen voor draadloos breedband, verbeterde spectrumefficiëntie en een snelle uitrol van NGA-netwerken, cruciaal zal zijn om deze toename aan te kunnen;

    4.

    is daarom van mening dat het de doelstelling moet zijn dat de EU wereldleider wordt op het gebied van ICT-infrastructuur; wijst erop dat daartoe alle Europeanen in 2013 moeten kunnen beschikken over een basisbreedbanddekking van 100 %, terwijl een dienst van ten minste 2 Mbps wordt gegarandeerd voor alle gebruikers in plattelandsgebieden en veel hogere snelheden in andere gebieden; wijst de Commissie erop dat, om een digitale kloof te voorkomen, bij de vaststelling van het basisbreedbandaanbod in plattelandsgebieden rekening moet worden gehouden met de toenemende transmissievereisten voor innovatieve internetdiensten, zoals e-overheid, e-gezondheid of e-leren; is van mening dat bij de vraag hoe dergelijke doelstellingen gefinancierd moeten worden, in ieder geval rekening moet worden gehouden met concurrentieoverwegingen, om marktverstoringen te voorkomen en de markt in eerste instantie in staat te stellen om zelf oplossingen te leveren;

    5.

    merkt op dat in 2015 ongeveer 15 % van de huishoudens in de EU een abonnement met een snelheid van ten minste 100 Mbps moet hebben, wil de doelstelling voor die snelheid haalbaar blijven;

    6.

    herinnert eraan dat het belangrijk is dat de doelstellingen van de digitale agenda bereikt worden, d.w.z. dat alle burgers van de Unie in 2020 toegang hebben tot een breedbandnet met een snelheid van ten minste 30 Mbps en dat de EU in staat wordt gesteld over de grootst mogelijke breedbandsnelheden en -capaciteit te beschikken; onderstreept dat het voor het bereiken van de breedbanddoelstellingen in de EU2020-strategie nodig is dat er in de digitale agenda benchmarks op zowel EU- als nationaal niveau worden vastgesteld voor de tussenliggende jaren 2013, 2015 en 2018;

    7.

    benadrukt dat er optimaal gebruik moet worden gemaakt van alle beschikbare technologieën, waaronder mobiele en satelliettechniek, om op de meest kostenefficiënte wijze breedbanddekking in plattelandsgebieden, berggebieden en op eilanden te realiseren zonder al te zware lasten voor consumenten, de regio's in de lidstaten of bedrijven;

    8.

    merkt op dat de toekomstige toewijzing van radiospectrum het pad moet effenen voor Europees leiderschap op het gebied van draadloze applicaties en nieuwe diensten; wijst erop dat de toegang tot lage-radiofrequentiebanden, die door hun propagatie-eigenschappen een brede dekking ondersteunen, een cruciale factor is voor draadloze breedbanddekking in plattelands-, berg- en eilandgebieden die toegang biedt tot alle voorzienbare internetdiensten; onderstreept dat Europa aan de top moet blijven van het wetenschappelijk onderzoek en de technologische innovatie op het gebied van draadloze diensten; merkt op dat het van wezenlijk belang is de toegang tot breedbrandinfrastructuur, waaronder de gebruikersapparatuur op de grond, te bevorderen om gebruikers in plattelands-, berg- en eilandgebieden de mogelijkheid van betaalbaar breedbandinternet via de satelliet te verschaffen en hen te helpen toegang te verkrijgen tot alle voorzienbare internetdiensten;

    9.

    beveelt aan om een snelle benutting van het digitale dividend voor nieuwe mobiele breedbanddiensten gemakkelijker te maken middels een geharmoniseerde, niet aan een bepaalde technologie gebonden en voor de gehele EU geldende aanpak, die schaalvoordelen biedt en nadelige grensoverschrijdende interferentieproblemen voorkomt, zonder in te grijpen in de bestaande ontvangst van digitale tv dan wel hdtv op basis van internationale normen; benadrukt dat er behoefte is aan EU-steun voor projecten en proeven met "draadloze steden";

    10.

    acht het van groot belang dat onderwijs- en onderzoeksinstellingen toegang hebben tot breedband, voor een vrije circulatie van kennis, het opleiden van nieuwe generaties en het concurrerend maken van de EU; roept de Commissie en de lidstaten op om Europese en nationale programma's te ontwikkelen waarmee de toegang tot breedband voor alle onderwijs- en onderzoeksinstellingen voor 2015 kan worden bekostigd; is van mening dat in 2015 alle Europese onderzoekinstellingen en universiteiten aangesloten moeten zijn op supersnelle Gbps-netten en aldus een intranet voor de Europese onderzoekruimte gaan vormen;

    11.

    dringt er bij de lidstaten op aan om hogesnelheidsconnectiviteit met open toegang te stimuleren en uit te breiden tot belangrijke openbare infrastructuren in perifere gebieden (scholen, ziekenhuizen en andere overheidsinstellingen) om de dienstverlening aan het publiek te verbeteren en om hogesnelheidsconnectiviteit in perifere gebieden te verankeren, waardoor de investeringskosten voor lokale particuliere distributie afnemen;

    12.

    beveelt aan om de lidstaten te verzoeken om overheidsbeleid te voeren voor de ondersteuning van de invoering van nieuwe technologieën en de invoering van digitale onderwijsmethoden te stimuleren; verzoekt de Commissie de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met landen buiten de EU aan te moedigen;

    13.

    herinnert eraan dat de nieuwe technologieën en de toegang tot hogesnelheidverbindingen een positieve invloed hebben op de onderwijsmogelijkheden van de burgers, o.a. door goede mogelijkheden te scheppen voor afstandsonderwijs, vooral in de ultraperifere gebieden, en op hun informatievoorziening en communicatie- en vijetijdsbestedingsmogelijkheden;

    14.

    benadrukt dat er in de Europese Unie duurzaam geïnvesteerd moet worden in onderzoek naar toekomstige communicatietechnologieën, zowel voor vaste als mobiele communicatie; dringt er bij de Commissie op aan gezamenlijke technologie-initiatieven te blijven ontwikkelen op dit gebied, in samenwerking met universiteiten, onderzoeksinstellingen, fabrikanten, dienstverleners en contentproviders; is van mening dat deze platformen de optimale mogelijkheden bieden om nieuwe technologieën te ontwikkelen en te exploiteren en dat zij de Europese Unie een aanzienlijk concurrentievoordeel zullen geven;

    15.

    herinnert eraan dat omroepen pluralistische audiovisuele inhoud van hoge kwaliteit moeten kunnen aanbieden, met gebruikmaking van de bestaande zendplatforms, waaronder begrepen terrestrische platforms evenals breedbandnetten, met name voor on demand-diensten, op voorwaarde dat de breedbandnetten wat betreft de kwaliteit van hun diensten aan dezelfde eisen voldoen en streven naar een zo groot mogelijke spectrumefficiency en een zo groot mogelijk bereik;

    16.

    verzoekt de Commissie, teneinde een coherente, consistente en doeltreffende EU-structuur te creëren die alle hulpmiddelen bundelt, om spoedig een passend voorstel voor een strategisch plan in te dienen met daarin één kader voor alle aspecten van cyberveiligheid in de EU, ten einde de volledige bescherming en weerbaarheid van netwerkinfrastructuren en infrastructuren voor kritieke informatie te waarborgen, o.a. minimumveiligheidsnormen en certificeringen, een gemeenschappelijke terminologie, de omgang met cyberincidenten en een routekaart inzake cyberveiligheid; is van mening dat in een dergelijk plan de bijdragen moeten worden omschreven die van iedere actor verlangd worden, met inbegrip van de Commissie, de lidstaten, Enisa, Europol, Eurojust, EU- en nationale responsteams voor computernoodgevallen en andere relevante EU- en nationale organen en autoriteiten alsmede de particuliere sector, en dat daarin ook de rol en vertegenwoordiging van de EU op internationaal niveau aan de orde moeten komen;

    17.

    is van mening dat universeledienstverplichtingen uiteindelijk een extra prikkel voor de ontwikkeling van breedband kunnen worden, en moedigt de Commissie aan om de reikwijdte van de universele dienstverlening in dit opzicht spoedig te herzien;

    18.

    verzoekt de lidstaten om in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden nationale breedbandplannen op te stellen en operationele plannen met concrete maatregelen goed te keuren met het oog op de in de digitale agenda vastgestelde doelstellingen voor 2013 en 2020; verzoekt de Commissie om deze plannen te bestuderen, optimale oplossingen voor te stellen en de toepassing ervan met de lidstaten te coördineren;

    Breedband voor economische groei, innovatie en mondiaal concurrentievermogen

    19.

    is van mening dat er nieuwe hogesnelheidsnetwerken en -diensten nodig zijn ter verbetering van het internationale concurrentievermogen van de EU en om kwaliteitsbanen te creëren;

    20.

    is ervan overtuigd dat de combinatie van concurrentie en zorgvuldig uitgekozen doelstellingen, op het vlak van zowel de infrastructuur als de diensten, de beste basis vormt voor duurzame investeringen, innovatie en toepassing; benadrukt echter dat in een aantal gevallen betere samenwerking tussen belanghebbenden ook investeringen kan bevorderen;

    21.

    is van mening dat breedbandnetwerken met hoge capaciteit en netwerken met optische vezelkabels tot in huis ("Fibre to the home", FTTH) vanuit het gezichtspunt van de eindgebruiker met zijn toekomstige behoeften en met het oog op de economische ontwikkeling gezien de alsmaar toenemende breedbandtoepassingen onontbeerlijk zijn;

    22.

    beveelt aan een concurrerende markt voor investeringen in en benutting van vaste en draadloze breedbandinfrastructuur te bevorderen; merkt op dat een concurrerende markt een katalysator is voor extra investeringen en innovatie door leveranciers van communicatiediensten, applicaties en inhoud, alsmede een vitaal platform voor de digitale economie; beseft dat een degelijk breedbandplatform overheids-, individuele en zakelijke gebruikers op plaatsen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zal verbinden en dat derhalve de EU en de Verenigde Staten in het bijzonder ambitieuze agenda's moeten uitvoeren om het gebruik van breedband te bevorderen;

    23.

    moedigt de Commissie, het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en de dienstverleners aan om uiterlijk in 2013 tot een gezamenlijke aanpak te komen voor de versterking van de interne markt voor zakelijke communicatie in de gehele EU;

    24.

    wijst met het oog op de totstandbrenging van concurrerende mobiele markten op het belang van een concurrentiegerichte en tijdige spectrumtoewijzing voor draadloze breedband middels het programma inzake het radiospectrumbeleid, en verzoekt de lidstaten de 800 MHz-band hiervoor uiterlijk in 2013 beschikbaar te stellen zonder afbreuk te doen aan de bestaande diensten;

    25.

    herinnert eraan dat de digitale wereld en ICT aanjagers zijn van innovatie en dat toegang tot hogesnelheidsbreedband derhalve een essentiële voorwaarde is binnen alle Europese innovatiepartnerschappen (EIP's), aangezien de samenwerking en de participatie van burgers erdoor verbeterd worden;

    26.

    benadrukt het belang van openbare pre-commerciële aanbesteding van op O&O gebaseerde oplossingen voor bovengenoemde sectoren om een effectieve spiraal van technologische ontwikkeling en vraag naar hogesnelheidsbreedbanddiensten op gang te brengen;

    27.

    is van mening dat de voor breedband bestemde openbare financiële middelen een efficiënte hefboom kunnen zijn voor het versterken van het concurrentievermogen van regio's in de EU, mits deze worden ingezet voor de ontwikkeling van moderne infrastructuur van de nieuwe generatie met een hoge transmissiecapaciteit in gebieden met een grote connectiviteitsachterstand; gelooft dat deze gebieden, met name als ze gekenmerkt worden door veel industrie en een hoge bevolkingsdichtheid, binnen zeer korte tijd zouden kunnen profiteren van het innovatief en creatief potentieel van de voor burgers en bedrijven beschikbare nieuwe diensten;

    28.

    is van mening dat de uitbreiding van breedbandnetwerken, in het bijzonder in rurale gebieden, de communicatiemogelijkheden van de bevolking en de toegang tot diensten verbetert, vooral voor mensen die niet mobiel of geïsoleerd zijn, en de ontwikkeling van kmo's in plattelandsgebieden stimuleert, hetgeen nieuwe banen en nieuwe diensten op het platteland oplevert;

    29.

    betreurt het dat in 2008 in het Europees economisch herstelplan wel een budget van 1 miljard euro is aangekondigd voor de totstandbrenging van 100 % breedbanddekking tot het einde van 2010, maar dat dit niet is toegewezen, waardoor deze doelstelling niet is gerealiseerd; roept de Commissie en de lidstaten op om bij de herziening van het huidige meerjarig financieel kader de nodige bedragen toe te wijzen om het doel om 100 % breedbanddekking in 2013 te realiseren;

    30.

    benadrukt de urgente noodzaak om een concurrerende digitale eengemaakte markt tot stand te brengen die als een speerpunt de interne markt voor alle EU-burgers open kan stellen; dringt aan op het creëren van één loket voor btw in iedere lidstaat om de grensoverschrijdende e-handel voor kmo's en ondernemers te vergemakkelijken;

    31.

    stelt dat de sterke vraag naar connectiviteit – die tegelijkertijd de online-economie in de EU stimuleert, bijdraagt tot de "netwerkgereedheid" van de EU en een reactie vormt op de maatschappelijke veranderingen in de interne markt – ondersteund moet worden met adequate middelen en een stevige mededingingsinfrastructuur voor de verwezenlijking van het Europese breedbandproject;

    32.

    beklemtoont dat breedbanddiensten van doorslaggevend belang zijn voor het concurrentievermogen van de bedrijven in de EU en een grote bijdrage leveren aan de economische groei, de sociale samenhang en kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid, alsmede aan de deelname van alle regio's en maatschappelijke geledingen aan het digitale leven in de EU; is van oordeel dat de succesvolle uitvoering van het "breedbandpakket" cruciaal is voor de bestrijding van werkloosheid, vooral onder jongeren, doordat het zorgt voor intelligente, duurzame en inclusieve groei in Europa, zoals beoogd wordt door de Europa 2020-strategie;

    33.

    verwelkomt het initiatief van de Commissie om in juni 2011 een digitale vergadering bijeen te roepen;

    Stimuleren van investeringen en concurrentie

    34.

    wijst erop dat maatregelen van de lidstaten en de bedrijfstak die gericht zijn op breedband voor iedereen, zich op de vraagzijde moeten concentreren, niet marktverstorend mogen werken en geen al te zware last op de schouders van de sector mogen leggen;

    35.

    merkt op dat de mogelijke risico’s van de aanleg van kostbare infrastructuur voor breedband van de volgende generatie hoog zijn, en dat de desbetreffende terugverdienperiode lang is; stelt dat de regelgeving investeringen in deze infrastructuur niet in de weg mag staan en ervoor moet zorgen dat alle spelers op de markt voldoende investeringsstimulansen krijgen;

    36.

    benadrukt dat de kosten van infrastructuurinvesteringen door de markt gefinancierd moeten worden; merkt evenwel op dat, wanneer de markt waarschijnlijk niet binnen een redelijke periode een open infrastructuur tot stand brengt, het staatssteunkader voor breedband en een gericht gebruik van communautaire gelden, o.a. via de Europese Investeringsbank (EIB), de structuurfondsen en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), wel eens de meest progressieve aanvullende methoden kunnen zijn voor de versnelling van de uitrol van breedband; verzoekt de Commissie bij de herziening van de staatssteunrichtsnoeren voor breedband een stabiel, consistent kader te creëren dat de concurrentie en efficiënte investeringen in open netwerken bevordert, en een flexibele toewijzing van EU-middelen binnen de respectieve programmeringsperioden toe te staan;

    37.

    steunt alle maatregelen die aanlegkosten helpen verlagen, en benadrukt de noodzaak van innovatieve diensten om het gebruik te stimuleren; benadrukt de noodzaak om nieuwe vaardigheden en competenties te bevorderen met het oog op de levering van innovatieve diensten en de aanpassing aan de technologische veranderingen, en is van mening dat de investeringen in nieuwe, open en competitieve netwerken ondersteund moet worden door maatregelen van lokale, regionale en nationale autoriteiten met het oog op het terugdringen van de kosten; vraagt om toekenning van (nationale en communautaire) overheidsmiddelen voor het ontwikkelen van breedband in geïsoleerde, dunbevolkte of afgelegen gebieden die vanwege de kosten-batenverhouding onvoldoende aantrekkelijk zijn voor aanbieders van breedband;

    38.

    benadrukt de behoefte aan betere richtsnoeren inzake breedbandinvesteringen voor lokale en regionale autoriteiten om de volledige absorptie van EU-fondsen aan te moedigen, aangezien bestedingscijfers voor de structuurfondsen erop wijzen dat de regio's moeite hebben om de beschikbare middelen te absorberen en gericht in te zetten voor breedbandprojecten; is van mening dat staatssteun voor breedbandinvesteringen in combinatie met structuurfondsen moet worden ingezet om lokaal ondernemerschap en de lokale economie te stimuleren, om lokale banen te creëren en om de concurrentie op de telecommarkt te bevorderen; is van mening dat, met het oog op een optimale benutting van de beperkte overheidsfinanciering, hetzij rechtstreeks door de lidstaten hetzij via de EU, dergelijke financiering duidelijk gericht moet worden op projecten waar de financiering naar verwachting een maximaal effect zal hebben op de particuliere investeringen om zowel de dekking als de capaciteit te vergroten; benadrukt de behoefte aan overheidsmiddelen of gesubsidieerde leningen, overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie inzake staatssteun, die gericht moeten worden op toekomstvaste, open infrastructuren met een lange levensduur die de concurrentie bevorderen en de consument keuzemogelijkheden bieden;

    39.

    benadrukt dat de acties op dit gebied hoofdzakelijk op lokaal niveau plaatsvinden en staat achter het initiatief van de Commissie om mechanismen te ontwikkelen en te verbeteren om plaatselijke belanghebbenden in staat te stellen relevante informatie te verkrijgen over hoe zij de investeringskosten kunnen beperken; is van mening dat zowel de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten, als het betrekken van de regionale en lokale overheden bij de uitwerking van de plannen op het gebied van breedbandinternet, van essentieel belang zijn voor het volledig uitvoeren van deze plannen;

    40.

    onderkent dat zekerheid op het gebied van regelgeving nodig is om investeringen te bevorderen en knelpunten in netwerken van de volgende generatie aan te pakken, en moedigt de nationale regelgevende autoriteiten (NRA's) aan een concurrentiebevorderend beleid te voeren en transparantie en non-discriminatie op de telecommarkt voor grootverbruikers te waarborgen, waardoor alle concurrenten een eerlijke toegang tot de infrastructuur zouden krijgen; roept de lidstaten op tot naleving van de EU-telecomregels en de NRA's tot uitvoering van de NGA-aanbeveling; roept de Commissie op binnen het regelgevingskader meer investeringsstimulerende elementen toe te passen en het gebruik van synergieën uit infrastructuurprojecten te stimuleren;

    41.

    benadrukt het belang van concurrerende markten voor het tot stand brengen van betaalbaar breedband en benadrukt de behoefte aan de snelle uitvoering door de lidstaten en NRA's van het herziene EU-wetgevingskader inzake telecommunicatie en de NGA-aanbeveling;

    42.

    wijst op de behoefte aan duidelijke richtsnoeren voor de lidstaten om te waarborgen dat middelen tijdig ingezet worden voor cruciale breedbanddoelstellingen, terwijl tegelijkertijd de kosteneffectiviteit en evenredigheid van de maatregelen geëerbiedigd moeten worden;

    43.

    roept op tot de invoering van een investeringsvriendelijk kader voor NGA en draadloze hogesnelheidstoegang (mobiel en satelliet) dat onder meer rechtszekerheid verschaft en investeringen, concurrentie en technologieneutraliteit bevordert, waarbij de keuzes op technologisch vlak aan de markt worden overgelaten;

    44.

    verzoekt de lidstaten de niet-discriminerende toegang tot aanlegwerkzaamheden te garanderen en de toegang tot leidingen te vergemakkelijken, aangezien de drempel om te investeren zo aanzienlijk kan worden verlaagd;

    45.

    verzoekt de Commissie om de niet en onvoldoende bediende gebieden met steun van de lidstaten in kaart te brengen;

    46.

    merkt op dat het EU-beleid de uitrol van efficiënte en betaalbare netwerken, toepassingen, toegangsapparatuur, diensten en inhoud moet aanmoedigen om de beschikbaarheid en ingang van breedband te optimaliseren; moedigt de lidstaten ertoe aan diensten te ontwikkelen op het gebied van elektronische overheid (e-overheid), elektronische democratie (e-democratie), elektronisch leren (e-leren) en elektronische gezondheidszorg (e-gezondheid), waardoor de vraag naar breedband zal toenemen;

    47.

    onderstreept dat het overheidsbeleid investeringen en innovatie vanuit de particuliere sector moet bevorderen door eventuele belemmeringen hiervoor weg te nemen, indien de krachten van de markt zelf in staat zijn voor concurrerende breedbandtoegang te zorgen;

    48.

    steunt het initiatief van de Commissie om met de EIB samen te werken om de financiering voor snelle en ultrasnelle netwerken te verbeteren, en benadrukt dat een dergelijke financiering moet worden gericht op open infrastructuurprojecten waarmee een grote verscheidenheid aan diensten wordt gesteund;

    49.

    staat positief tegenover het voorstel van de Commissie om nieuwe financieringsbronnen aan te boren en innovatieve financieringsinstrumenten te onderzoeken; steunt voor dit doel het opzetten van een EU-systeem voor projectobligaties dat in samenwerking met de EIB en met de garantie van EU-begrotingsmiddelen een antwoord zal zijn op het huidige financieringsgat als gevolg van een gebrek aan belangstelling onder particuliere investeerders en de ernstige beperkingen waarmee de nationale begrotingen te kampen hebben; dringt er derhalve bij de Commissie op aan zo spoedig mogelijk met concrete wetgevingsvoorstellen te komen voor de invoering van deze alternatieve financieringsbron voor grote infrastructuurprojecten met een Europese toegevoegde waarde;

    50.

    blijft passende overheidsinvesteringen en organisatiemodellen, waarin met name de lokale overheden een rol spelen, publiek-private partnerschappen en belastingvoordelen ten behoeve van de uitrol van snelle en ultrasnelle netwerken aanmoedigen; onderstreept het belang van de coördinatie van overheidsbeleid op alle niveaus;

    51.

    roept de Commissie en de lidstaten op om het eens te worden over een EU-pact voor de uitrol van breedband, om nationale en Europese subsidieprogramma's en particuliere investeringen beter te coördineren overeenkomstig de staatssteunrichtsnoeren van de Commissie, waarbij het accent ligt op de plattelandsgebieden en zorg wordt gedragen voor de nodige afstemming met consistente resultaatindicatoren op EU-niveau;

    52.

    verzoekt om de oprichting van één EU-taskforce op hoog niveau waarin alle relevante belanghebbenden vertegenwoordigd zijn, met inbegrip van gebruikers en leveranciers van elektronische netwerken en diensten, NRA's en BEREC, en die bij moet dragen aan de uitwerking van een ICT-infrastructuurstrategie en specifieke diensten voor de informatiemaatschappij;

    53.

    roept de Commissie op de neutraliteit en het open karakter van het internet te beschermen en de gebruikers beter in staat te stellen om informatie op te vragen en te verspreiden alsmede applicaties en diensten van hun keuze te gebruiken; geeft de Commissie opdracht te analyseren of de uitvoering van het herziene telecomwetgevingskader van de EU specifieke richtsnoeren vereist;

    54.

    verzoekt de lidstaten na te gaan welke maatregelen kunnen worden genomen om de markttoegang voor nieuwe exploitanten te vergemakkelijken ter bevordering van de concurrentie;

    55.

    benadrukt dat de lidstaten regelgevende maatregelen met betrekking tot het opleggen van een functionele scheiding slechts bij wijze van uitzondering moeten treffen, na een analyse van het verwachte effect op de toezichthoudende autoriteit, de onderneming, haar personeel in het bijzonder, en de stimulansen voor de onderneming om in het netwerk te investeren; deze effectbeoordeling moet besproken worden met alle belanghebbenden, met inbegrip van vertegenwoordigers van het personeel;

    Voordelen voor de consument

    56.

    neemt nota van het voornemen van de Commissie om richtsnoeren op te stellen inzake kostentoerekening en non-discriminatie, hoofdbeginselen in het EU-kader, moedigt de Commissie aan concurrentie in snelle en ultrasnelle netwerken te steunen en voor alle exploitanten een eerlijke toegang tot het netwerk mogelijk te maken om een brede keuze aan diensten, eerlijke tarieven voor de netwerktoegang en betaalbare prijzen voor de consumenten te waarborgen, en stimulansen te creëren voor efficiënte investeringen en een snelle overgang naar snelle en ultrasnelle netwerken;

    57.

    roept de Commissie en de lidstaten op sociale digitale uitsluiting aan te pakken en andere hindernissen waardoor sommige bevolkingsgroepen nog steeds offline zijn, met name de lage inkomens en gehandicapten, en alle relevante belanghebbenden te verplichten tot het aanbieden van opleidingen en publieke toegang tot breedbanddiensten, economische steun voor de aanschaf van breedbanddiensten en -apparatuur alsmede stimulansen voor de ontwikkeling van op specifieke gebruikersbehoeften toegesneden technologie en inhoud;

    58.

    verzoekt de Commissie, met het oog op haalbare interactieve diensten en bewaking van de breedbanddoelstellingen, om kenmerken van de breedbandtoegang te specificeren die veeleer op kwalitatief vlak liggen, waaronder download- en uploadsnelheden, wachttijden, door de gebruikers ervaren snelheden en de kenmerken die nodig zijn voor het efficiënte functioneren van dergelijke diensten; verwelkomt de inspanningen van de Commissie om een methode te ontwikkelen voor het meten van de relevante aspecten van de feitelijke gebruikerservaringen;

    59.

    benadrukt het verschil tussen theoretische netwerksnelheden en de daadwerkelijke ervaring van de gebruiker, aangezien de ervaring van de gebruiker ook bepaald wordt door de capaciteit van de website, netwerkverstopping, enz.; roept de Commissie op in samenwerking met BEREC haar metingen van geleverde breedbandsnelheden te verfijnen en haar doelstellingen dienovereenkomstig aan te passen, en roept BEREC op EU-richtsnoeren te ontwikkelen om te waarborgen dat geadverteerde breedbandsnelheden overeenkomen met de gemiddelde up- en downloadsnelheden die gebruikers in de realiteit kunnen verwachten, en dat de consument uitgebreid wordt geïnformeerd over het dienstenaanbod, teneinde de transparantie te waarborgen met betrekking tot de voordelen van nieuwe technologie, de vergelijkbaarheid te bevorderen en de concurrentie te vergroten; verzoekt BEREC ervoor te zorgen dat de typische breedbandsnelheden die de consumenten ervaren eerlijk vermeld worden in advertenties, in het belang van transparantie ten aanzien van de voordelen die de nieuwe technologie biedt bij het uploaden en downloaden; verzoekt de NRA's om maatregelen te nemen tegen providers die geen gevolg geven aan de BEREC-aanbevelingen;

    60.

    wijst opnieuw op het belang van toekomstige hogesnelheidsdiensten waarmee de doelstellingen van de EU inzake energie-efficiëntie en veiligheid gehaald kunnen worden en andere communicatiemogelijkheden ontstaan (bijv. efficiënte en intelligente vervoerssystemen, person-to-person-, person-to-machine- en machine-to-machinecommunicatiesystemen);

    61.

    merkt op dat de nieuwe glasvezelnetwerken de consumenten toegang van hoge kwaliteit bieden met snelheden die steeds hoger zijn dan het geval is bij de bestaande technologie; acht het zinvol voorrang te verlenen aan het uitrollen van breedband op basis van glasvezelnetwerken waar dit op de lange termijn de meest economische en duurzame oplossing vormt;

    62.

    verzoekt de Commissie jaarlijks een verslag in te dienen bij het Europees Parlement over het daadwerkelijk voor gebruikers in de EU beschikbare breedbandaanbod en de keuzemogelijkheden op dit vlak, evenals over de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het kader voor elektronische communicatie en de NGA-aanbeveling;

    63.

    dringt er bij de Commissie op aan goede praktijken op het gebied van algemeen en gratis toegankelijke hogesnelheidsnetwerken (wifi) in het openbaar vervoer tussen de lidstaten te coördineren;

    64.

    onderstreept dat de ontwikkeling van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in verband met breedbandinternet een enorme kans is om de communicatie en de dialoog tussen burgers en de instellingen van de Europese Unie verder te verbeteren;

    65.

    roept de Commissie op gedetailleerdere analyses te verschaffen met betrekking tot het effect dat bepaalde, met breedband verband houdende technologieën, in het bijzonder person-to-person-, person-to-machine- en machine-to-machinecommunicatiesystemen, op de gezondheid zouden kunnen hebben; benadrukt dat het nodig is dat de EU de gezondheidsrisico's van draadloos internet doorlopend bewaakt en analyseert om te voorkomen dat burgers aan straling met schadelijke effecten op de gezondheid worden blootgesteld;

    E-initiatieven: stimuleren van de vraag

    66.

    dringt aan op specifieke maatregelen om ervoor te zorgen dat het MKB optimaal kan profiteren van de mogelijkheden die breedband biedt op het gebied van e-handel en e-aanbestedingen; dringt er bij de Commissie op aan goede praktijken uit te wisselen en na te denken over een specifiek programma voor het MKB en breedbandconnectiviteit in het kader van de digitale agenda;

    67.

    benadrukt dat, om de impact en de maatschappelijke voordelen te optimaliseren, het uitrollen van breedband gepaard moet gaan met voorlichting voor de consument en educatieve programma's;

    68.

    roept de lidstaten op hun inspanningen op te voeren om lacunes in e-vaardigheden aan te pakken op alle onderwijsniveaus en door middel van permanente educatie voor alle burgers, maar met bijzondere aandacht voor burgers met weinig IT-vaardigheden; wijst erop dat investeringen in breedband in Europa alleen een succes kunnen worden, indien de technische investeringen hand in hand gaan met investeringen in de IT-vaardigheden van de burgers; onderstreept de rol van de nieuwe technologie in het onderwijs en wijst erop dat digitale geletterdheid niet alleen een doel is, maar ook een fundamenteel instrument voor levenslang leren en voor de totstandbrenging van sociale samenhang;

    69.

    roept de lidstaten en de sector op om mensen de mogelijkheden te bieden om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen door middel van uitgebreide herscholings- en opleidingsprogramma's en om technologische veranderingen te ondersteunen met actieve beleidsmaatregelen op het gebied van de arbeidsmarkt;

    70.

    verzoekt de lidstaten acht te slaan op de aanbevelingen die de Commissie in haar actieplan voor de elektronische overheid heeft gedaan, door e-aanbestedingen te gebruiken, een open strategie voor de toegang tot overheidsgegevens vast te stellen, de elektronische identiteit te bevorderen en in Europa en wereldwijd de interoperabiliteit van handtekeningen te waarborgen; herinnert eraan dat alle acties gericht moeten zijn op de vereenvoudiging van bureaucratische processen bij overheidsinstanties;

    71.

    roept de Commissie op overheidsaanbestedingen met behulp van online-voorzieningen en e-facturering te versnellen;

    72.

    ondersteunt initiatieven zoals e-gezondheidszorg en een pan-Europese gezondheidsinformatie-infrastructuur om de autonomie en kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren; stelt dat, gezien de vergrijzing in de EU, dergelijke diensten overal en altijd toegankelijk moeten zijn, ook via mobiele apparatuur, en dat zij vooral ook betaalbaar moeten zijn; is van mening dat met het oog op de invoering van een pan-Europese gezondheidsinformatie-infrastructuur van een patiëntgericht gezondheidszorgsysteem het volgende moet worden gedaan:

    sluiten van EU-brede overeenkomsten tussen zorginstanties in de EU inzake normen die de geïntegreerde toegang tot relevante informatie in de Europese gezondheidsinformatie-infrastructuur mogelijk zullen maken; instanties op alle niveaus – lokaal, nationaal en EU-niveau – moeten hierbij worden betrokken,

    implementatie van de Europese gezondheidsinformatie-infrastructuur; dit zal omvangrijke ontwikkelingsinspanningen vergen om de integratie van op verschillende plaatsen bewaarde informatie mogelijk te maken evenals de implementatie van essentiële patiëntgerichte diensten om patiënten te ondersteunen, doordat op iedere plaats en op ieder tijdstip kan worden gezorgd voor behandelingsautorisatie en betaling;

    73.

    steunt innovatieve breedbanddiensten die gericht zijn op de maritieme sector, en verwelkomt de discussie van de Commissie en de lidstaten over een nieuw e-zeevaart-initiatief, dat voortborduurt op het SafeSeaNet-project en o.a. moet gaan over informatie in verband met logistiek, douane, grenscontroles, milieu, visserijactiviteiten, communicatie alsmede beveiligings- en veiligheidsaangelegenheden;

    74.

    roept de Commissie op het gebruik van satellieten van de nieuwste generatie te bevorderen met het oog op innovatief gebruik van breedbandcommunicatie binnen projecten met Europese toegevoegde waarde, met inbegrip van de bevordering van het gebruik van het wereldomvattend satellietcommunicatiesysteem voor nood-, spoed- en veiligheidsverkeer en van de nieuwegeneratiediensten van het Broadband Global Area Network en het maritieme FleetBroadband;

    75.

    herinnert aan de noodzaak om de digitale agenda te verbinden met de verlening van nieuwe diensten die groei genereren, zoals e-handel, e-gezondheid, e-learning en internetbankieren;

    76.

    onderstreept het belang van een degelijk privacykader voor de EU en staat positief tegenover de lopende evaluatie van de richtlijn gegevensbescherming;

    *

    * *

    77.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB L 251 van 25.9.2010, blz. 35.

    (2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0220.

    (3)  PB C 235 van 30.9.2009, blz. 7.

    (4)  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0207.

    (5)  PB C 81 E van 15.3.2011, blz. 45.

    (6)  PB C 117 E van 6.5.2010, blz. 206.

    (7)  PB C 8 E van 14.1.2010, blz. 60.

    (8)  PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 87.

    (9)  PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 364.

    (10)  PB C 291 E van 30.11.2006, blz. 133.

    (11)  PB C 133 E van 8.6.2006, blz. 140.

    (12)  PB C 104 van 14.4.1999, blz. 128.


    Top