Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE0814

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 165/94 en (EG) nr. 78/2008 van de Raad (COM(2010) 745 definitief — 2010/0365 (COD))

    PB C 218 van 23.7.2011, p. 124–125 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.7.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 218/124


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 165/94 en (EG) nr. 78/2008 van de Raad

    (COM(2010) 745 definitief — 2010/0365 (COD))

    2011/C 218/25

    Rapporteur: Seppo KALLIO

    Het Europees Parlement en de Raad hebben elk op 18 januari 2011 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 42, artikel 43, lid 2, en artikel 304 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU), te raadplegen over het

    Voorstel voor een Verordening (EU) nr. …/… van het Europees Parlement en de Raad van … tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 165/94 en (EG) nr. 78/2008 van de Raad

    COM(2010) 745 definitief — 2010/0365 (COD).

    De gespecialiseerde afdeling Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 6 april 2011 goedgekeurd.

    Het Comité heeft tijdens zijn op 4 en 5 mei 2011 gehouden 471e zitting (vergadering van 4 mei) het volgende advies uitgebracht, dat met 150 stemmen vóór en 6 stemmen tegen, bij 9 onthoudingen, is goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen:

    1.1

    Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de EU en een goed beheer ervan zijn belangrijk voor de hele voedselketen alsmede voor de landbouwers. Voor deze laatsten vormen de ingewikkelde en omslachtige administratieve procedures van het GLB vaak een belasting. Het voorstel om het GLB te moderniseren en te vereenvoudigen is gerechtvaardigd, mits het leidt tot een efficiënter beheer en de autoriteiten meer armslag krijgen om maatregelen te nemen.

    1.2

    Het EESC wijst erop dat de nieuw toegekende bevoegdheden voor een deel extra administratieve kosten met zich mee kunnen brengen i.v.m. de werkzaamheden van de betaalorganen en certificerende instanties. Dit moet worden vermeden bij de tenuitvoerlegging van het voorstel.

    1.3

    Het EESC dringt er verder op aan dat de omvang van de over te dragen bevoegdheden om gedelegeerde handelingen te verrichten nader wordt afgebakend. De bepalingen in het Commissievoorstel moeten op dit punt duidelijker en nauwkeuriger worden geformuleerd.

    1.4

    Het EESC acht het tevens belangrijk dat in de basisverordening de grondbeginselen van het landbouwbeleid duidelijk tot hun recht komen. Bevoegdheden kunnen op een andere wijze worden overgedragen aan de Commissie. Met het oog op een efficiënt beheer dient de reikwijdte van de uitvoeringsbevoegdheden op het gebied van het landbouwbeleid zeer ruim te zijn.

    1.5

    Een vereiste is ook dat de Commissie bij het vaststellen van een gedelegeerde handeling in alle transparantie mogelijkheden inruimt voor de raadpleging van deskundigen uit de lidstaten. Een breed en open raadplegingsproces kan bijdragen tot het wegnemen van de onzekerheid en verwarring die tijdens de voorbereiding van de hervorming zijn ontstaan. De lidstaten moeten voldoende mogelijkheden hebben om hun standpunt kenbaar te maken bij het opstellen van specifieke bepalingen.

    1.6

    Essentieel voor het EESC is dat de voorgestelde wijzigingen leiden tot een meer doeltreffende financiering en een efficiënter beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat betekent o.a. minder en eenvoudigere procedures. Het is geen goede zaak dat de betreffende financiële regelingen zonder de hulp van een deskundige nauwelijks te begrijpen en te interpreteren zijn. Er moet dan ook meer vaart worden gezet achter de vereenvoudiging van de regelgeving.

    2.   Algemene opmerkingen

    2.1

    Krachtens artikel 290 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) kan in een wetgevingshandeling aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling.

    2.2

    Overeenkomstig artikel 291 VWEU wordt bij die handeling de uitvoeringsbevoegdheid overgedragen aan de Commissie, indien het nodig is dat juridisch bindende voorwaarden van de Unie volgens eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd.

    2.3

    Doel van het Commissievoorstel is om, door middel van een wetgevingshandeling, de Commissie de bevoegdheid te geven gedelegeerde handelingen (art. 290 VWEU) of uitvoeringshandelingen (art. 291 VWEU) vast te stellen voor bepaalde zaken. Voor de gedelegeerde handelingen wordt de bevoegdheid van de Commissie voor elk onderdeel omschreven in de basisverordening. De Commissie raadpleegt deskundigen uit de lidstaten wanneer zij een gedelegeerde handeling vaststelt, al is er niet voorzien in iets dat te vergelijken is met de comitologieprocedure. Een comitologieprocedure wordt wel gevolgd wanneer de Commissie uitvoeringshandelingen vaststelt. Deskundigen uit de lidstaten mogen dan commentaar geven en meestemmen over het wetgevingsvoorstel.

    2.4

    Gestreefd wordt naar een vereenvoudiging via de intrekking van twee verordeningen van de Raad, waarbij bepalingen uit deze verordeningen worden overgenomen in onderhavige ontwerpverordening. Tegelijkertijd wordt beoogd de administratieve last voor de lidstaten te verminderen door een vereenvoudiging van de terugvorderingsprocedure.

    3.   Specifieke opmerkingen

    3.1

    De Commissie heeft op het gebied van het landbouwbeleid van oudsher ruime bevoegdheden. Zij stelt nu voor om regels voor het toezicht en het beheer en voor specifieke verplichtingen bij gedelegeerde handeling vast te stellen. De betaal-, boekhoudings- en controlesystemen voor landbouwsteun leiden nu al af en toe tot interpretatie- en uitvoeringsproblemen in de lidstaten. De vraag is legitiem of gedelegeerde handelingen een betere uitgangsbasis vormen voor het financiële beheer. Afgezien daarvan dreigt de invoering van gedelegeerde handelingen de lidstaten op te zadelen met extra kosten voor het beheer van en het toezicht op de steun.

    3.2

    In het Commissievoorstel worden meer dan tien onderdelen opgesomd waarvoor de Commissie de bevoegdheid krijgt om gedelegeerde handelingen vast te stellen. De bevoegdheden in kwestie hebben o.m. betrekking op de verplichtingen en erkenningsprocedures van betaalorganen, de aanwijzing van certificerende instanties, een doeltreffend beheer van de kredieten en de publicatie van steungegevens. De precieze aard en afbakening van de aan de Commissie over te dragen bevoegdheden roepen echter nogal wat vragen op. Het EESC is van mening dat de voorgestelde bevoegdheden te breed en te algemeen zijn geformuleerd.

    3.3

    Met name de verplichtingen van de certificerende instanties dienen nauwkeuriger te worden omschreven. De bedoeling is niet dat het takenpakket van deze instanties door dit voorstel wordt uitgebreid.

    3.4

    In het voorstel worden tevens een aantal onderdelen opgesomd waarvoor de Commissie uitvoeringsbevoegdheden krijgt. Deze bevoegdheden hebben betrekking op het in acht nemen van de financiële discipline, regels voor het indienen van documenten bij de Commissie en boekhoudkundige zaken. Het doel van de bevoegdheden lijkt hier beter omschreven dan bij de gedelegeerde bevoegdheden.

    Brussel, 4 mei 2011

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Staffan NILSSON


    Top