Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0308

    Actieplan intelligente vervoerssystemen Resolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 over het actieplan intelligente vervoerssystemen (2008/2216(INI))

    PB C 184E van 8.7.2010, p. 50–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.7.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 184/50


    Donderdag, 23 april 2009
    Actieplan intelligente vervoerssystemen

    P6_TA(2009)0308

    Resolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 over het actieplan intelligente vervoerssystemen (2008/2216(INI))

    2010/C 184 E/10

    Het Europees Parlement,

    gezien de mededeling van de Commissie van 16 december 2008, getiteld “Actieplan voor de invoering van intelligente vervoerssystemen in Europa” (COM(2008)0886),

    gezien het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor het toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor raakvlakken met andere vervoerswijzen (COM(2008)0887),

    gezien het Witboek van de Commissie van 12 september 2001, getiteld “het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: Tijd om te kiezen” (COM(2001)0370),

    gezien de mededeling van de Commissie van 8 juli 2008, getiteld “Groener vervoer” (COM(2008)0433),

    gezien de mededeling van de Commissie van 8 juli 2008, getiteld “Strategie voor de internalisering van externe kosten” (COM(2008)0435),

    gezien het Groenboek van de Commissie van 25 september 2007, getiteld “Een nieuwe stedelijke mobiliteitscultuur” (COM(2007)0551),

    gezien de mededeling van de Commissie van 22 juni 2006 over “Europa duurzaam in beweging: duurzame mobiliteit voor ons continent: Tussentijdse evaluatie van het Witboek Vervoer van 2001 van de Commissie” (COM(2006)0314),

    gezien de mededeling van de Commissie van 17 september 2007, getiteld “Naar een veiligere, schonere en meer doelmatige mobiliteit in Europa: Eerste verslag over “De intelligente auto””(COM(2007)0541),

    gezien de mededeling van de Commissie van 7 februari 2007, getiteld “Een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie voor de 21e eeuw – Standpunt van de Commissie over het eindverslag van de CARS 21-groep op hoog niveau – Een bijdrage tot de strategie van de EU voor groei en werkgelegenheid” (COM(2007)0022),

    gezien de mededeling van de Commissie van 15 februari 2006, getiteld “Over het initiatief “De intelligente auto”: ICT-promotie ten behoeve van slimmere, veiligere en schonere voertuigen”(COM(2006)0059),

    gezien de mededeling van de Commissie van 28 juni 2006 getiteld “Goederenlogistiek in Europa – sleutel tot duurzame mobiliteit” (COM(2006)0336),

    gezien de mededeling van de Commissie van 18 oktober 2007, getiteld “Actieplan Vrachtvervoerslogistiek” (COM(2007)0607),

    gezien de mededeling van de Commissie van 11 januari 2006, getiteld “Over een thematische strategie voor het stadsmilieu” (COM(2005)0718),

    gezien de voorstellen en richtlijnen van de Commissie en de standpunten van het Europees Parlement over de structuurfondsen, het cohesiefonds en het zevende kaderprogramma voor onderzoek,

    gezien zijn standpunt van 22 oktober 2008 over het herziene voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (1),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 februari 2008 betreffende de inbreng voor de voorjaarsbijeenkomst van 2008 met betrekking tot de strategie van Lissabon (2),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 maart 2008 inzake een duurzaam Europees vervoersbeleid, rekening houdend met het Europees energie- en milieubeleid (3),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 januari 2008 over CARS 21: een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie (4),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 juni 2008, getiteld “Naar een veiligere, schonere en meer doelmatige mobiliteit in Europa: Eerste verslag over “De intelligente auto”” (5),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over Europa duurzaam in beweging: duurzame mobiliteit voor ons continent (6),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 september 2007 over goederenlogistiek in Europa – sleutel tot duurzame mobiliteit (7),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 januari 2007 over het Europees actieprogramma voor verkeersveiligheid - tussentijdse evaluatie (8),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 september 2006 over de thematische strategie voor het stadsmilieu (9),

    gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie regionale ontwikkeling (A6-0227/2009),

    A.

    overwegende dat intelligente vervoerssystemen (Intelligent Transport Systems, ITS) geavanceerde toepassingen zijn die informatie- en communicatietechnologie (ICT) gebruiken voor transport en innovatieve diensten voor vervoerswijzen en verkeersbeheer verschaffen,

    B.

    overwegende dat ITS veelbelovend zijn voor een doeltreffender gebruik van alle vervoerswijzen dat aan de behoeften en de uitdagingen van het Europese vervoersbeleid kan tegemoetkomen,

    C.

    overwegende dat verkeersopstoppingen 10 % van het wegennetwerk treffen en jaarlijks 1 % van het EU-BBP kosten, er nog 42 953 (2006) verkeersdoden vallen, ver boven het tussentijdse streefcijfer van 25 000 tegen 2010, en wegvervoer voor 72 % van alle vervoergerelateerde CO2-uitstoot zorgt, terwijl 40 % van Europa's wegvervoeruitstoot te wijten is aan stadsverkeer,

    D.

    overwegende dat ITS hun belang hebben bewezen bij de reductie van het energieverbruik en bij groener vervoer,

    E.

    overwegende dat intelligente toepassingen ontwikkeld zijn voor verschillende vervoerswijzen zoals spoorwegvervoer (ERTMS en TAF-TSI), binnenvaart- en zeevaarttransport (LRIT, SafeSeaNet, VTMIS, RIS), luchttransport (SESAR) en vervoer over land, zoals veetransport,

    1.

    benadrukt dat ITS een sleutelinstrument zijn om de bestaande infrastructuur doelmatig te gebruiken en het transport doeltreffender, veiliger en milieuvriendelijker te maken, waardoor zij bijdragen tot de ontwikkeling van duurzame mobiliteit voor de burgers en de economie;

    2.

    onderstreept dat ITS een positieve invloed op de duurzame ontwikkeling uitoefenen doordat zij de economische prestaties van alle regio's, met inbegrip van stedelijke gebieden, verbeteren door voorwaarden voor onderlinge bereikbaarheid te scheppen, de economische bedrijvigheid op plaatselijke en interregionale schaal te bevorderen, de interne markt van de Europese Unie verder te ontwikkelen en de werkgelegenheid te bevorderen die verband houdt met de toepassing van ITS;

    3.

    is van oordeel dat ITS tot verbetering van de levensomstandigheden van de Europese burgers kan leiden, vooral de burgers die in stedelijke gebieden wonen, en tevens zal bijdragen tot een verhoging van de verkeersveiligheid, tot terugdringing van de uitstoot van schadelijke stoffen en milieuverontreiniging, verhoging van de efficiëntie van het vervoer, verbetering van de toegang tot afgelegen gebieden en vermindering van het verkeersvolume;

    4.

    betreurt de vertraging bij de opstelling van een gemeenschappelijk kader voor de toepassingen van ITS in de EU en het gebrek aan een gecoördineerde opstelling van ITS met specifieke doelen, vooral te wijten aan belemmeringen voor interoperabiliteit, een gebrek aan efficiënte samenwerking tussen alle deelnemers en onopgeloste problemen inzake de bescherming van gegevens en aansprakelijkheid;

    5.

    verwelkomt het actieplan van de Commissie over ITS (het “actieplan”) als een gemeenschappelijk kader voor acties en programma's met duidelijke deadlines om resultaten te leveren;

    6.

    is ervan overtuigd dat het nodig is een instrument te creëren dat zorgt voor het gebruik van ITS in het transportbeleid; bepleit een wetgevend instrument om het kader voor de opstelling van ITS vast te leggen en verzoekt de Commissie betere informatie te verstrekken over de huidige situatie met betrekking tot de acties, de financiering en de programmering van het actieplan, teneinde ervoor te zorgen dat duidelijke acties met deadlines worden vastgesteld in de richtlijn waarin het kader voor de opstelling van ITS wordt vastgelegd;

    7.

    is zich bewust van de beperkte financiële steun van de Gemeenschap (in 2008) aan de EasyWay-actie, een project voor het inzetten van ITS in heel Europa op de voornaamste corridors van het trans-Europees wegennet (TERN) in 21 EU-lidstaten, geleid door nationale wegeninstanties en wegbeheerders met geassocieerde partners van publieke en particuliere belanghebbenden;

    Horizontale vraagstukken

    8.

    wijst erop dat ITS moeten worden ingezet ten behoeve van alle vervoerswijzen en alle reizigers in Europa, gecoördineerd met de Galileo-toepassingen; bepleit ten zeerste dat dit onverwijld geschiedt teneinde de intermodaliteit tussen de publieke en private sector te vergroten en binnen het openbaar vervoer de algemene informatie en het capaciteitsbeheer te verbeteren;

    9.

    verzoekt de Commissie en de lidstaten het probleem van aansprakelijkheid, dat een vlotte en coherente ontwikkeling van ITS in Europa in belangrijke mate verhindert, aan te pakken;

    10.

    vindt dat onderlinge uitwisselbaarheid in de ontwikkeling van ITS van het grootste belang is voor een coherente en doeltreffende aanwending van ITS in Europa; benadrukt dat bij TERN-investeringen (aanleg of onderhoud) moet worden gestreefd naar compatibiliteit met het noodzakelijke gebruik van ITS-diensten;

    11.

    merkt op dat er al een behoorlijk aanbod op de Europese ITS-markt is en verzoekt de Commissie daarom specificaties vast te stellen voor het minimumniveau van ITS-toepassingen en -diensten dat voor iedere lidstaat haalbaar is en dat noodzakelijk is voor een doeltreffende invoering, ontwikkeling en exploitatie van ITS;

    12.

    acht het belangrijk een beoordeling te maken van de marktvraag, zodat behalve het vastgestelde minimumniveau van ITS-toepassingen en -diensten ook de werkelijke behoefte kan worden vastgesteld, en de interne marktaspecten van ITS te versterken aan de hand van standaardisering en een adequaat regelgevingskader;

    13.

    benadrukt het belang van grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de EU, zowel op technisch als op administratief niveau, wat cruciaal is voor een doeltreffende invoering van ITS in de EU;

    Optimaal gebruik van weg-, verkeers- en reisgegevens (actiepunt 1)

    14.

    benadrukt de behoefte om de kritische massa gegevens en informatie op de volgende vijf basisgebieden te verschaffen als een minimum voor een doeltreffende ITS-opstelling: verkeers- en reisinformatiesystemen in real-time; gegevens over het wegennet; openbare gegevens voor digitale kaarten; gegevens voor minimale universele verkeersinformatiediensten en multimodale deur-tot-deur-reisplanners;

    15.

    roept op tot minimale universele verkeersinformatiediensten om het Trans-Europees netwerk (TEN-T) te beslaan;

    16.

    benadrukt dat het invoeren en op grote schaal inzetten van ITS aansluiting op zowel de vervoersdienstinformatie als de dienstregeling voor de verschillende vervoerswijzen vergt;

    17.

    benadrukt het belang om real-time-informatie te verstrekken aan reizigers en de infrastructuur en om deze informatie preciezer, betrouwbaarder en gelijkvormiger te maken, terwijl Europa's specifieke karakter (geografisch, cultureel en taalkundig) wordt gerespecteerd en de geografische continuïteit wordt verzekerd;

    18.

    acht het essentieel voor de ontwikkeling van ITS de private sector toegang te verzekeren tot de weg-, verkeers- en reisgegevens, waarbij de privacy wordt gerespecteerd en aandacht wordt besteed aan de kwestie van de intellectuele eigendomsrechten;

    Continuïteit van ITS-toepassingen voor het verkeers- en goederenbeheer op de Europese vervoerscorridors en instedelijke agglomeraties (actiepunt 2)

    19.

    vindt het noodzakelijk te zorgen voor geharmoniseerde, onderling uitwisselbare en betrouwbare ITS met behoud van de keuzevrijheid van de ITS-gebruikers;

    20.

    verzoekt de Commissie en de lidstaten ITS te coördineren en te koppelen met initiatieven inzake de stedelijke mobiliteit van de EU om te zorgen voor een doeltreffender transportmobiliteit en een vlotter beheer en om de opstoppingen op de wegen, TEN-T-corridors, goederencorridors en in de agglomeraties te verminderen;

    21.

    wijst op de noodzaak van een grensoverschrijdende samenwerking en ontwikkeling van programma's voor een doeltreffende invoering en toepassing van ITS, zoals het EasyWay-project;

    22.

    verzoekt de Commissie prioritaire voorlichting, vervoermiddelen en voertuignormen te bepalen voor de ontwikkeling van de ITS-opstelling en maatregelen voor een meer geharmoniseerde weginfrastructuur;

    23.

    vindt het noodzakelijk dat de evaluatie van de economische kosten per voertuig en voor de infrastructuur voortvloeiend uit de toepassing van ITS gebaseerd wordt op een kosten/baten-analyse van alle bijkomende (economische, sociale en milieugerelateerde) kosten;

    ITS in dienst van de stedelijke mobiliteit (actiepunt 2 bis)

    24.

    pleit voor de ontwikkeling van procedures en systemen om gebruikers over beschikbare stedelijke vervoersdiensten en de toestand van het vervoersnetwerk te informeren met behulp van bijvoorbeeld de gsm-technologie;

    25.

    roept op om een onderzoek in te stellen naar systemen voor tariefintegratie gecoördineerd door de autoriteiten van een bepaalde regio en in het bijzonder naar de technische aspecten daarvan;

    26.

    stimuleert de ontwikkeling van intermodale technieken die personen met een beperkte mobiliteit makkelijker toegang verschaffen tot transport en hen stedelijke mobiliteit bieden;

    Verkeersveiligheid en beveiliging (actiepunt 3)

    27.

    roept de Commissie en de lidstaten op om de geharmoniseerde invoering en integratie van de e-Call-toepassing in alle EU-landen voor 2010 voor te bereiden, zodra de standaardisatietesten uitgevoerd zijn;

    28.

    vindt dat de ITS-toepassingen en -invoering:

    de geavanceerde hulpsystemen voor de bestuurder (ADAS) moeten promoten die de verkeersveiligheid voldoende kunnen verbeteren, zoals de elektronische stabiliteitscontrole (ESC) en e-Call, die bij grootschalige invoering alleen al tot 6 500 levens per jaar in de EU kunnen redden,

    de verkeersveiligheid moeten verbeteren door overdreven snelheid, rijden onder invloed en rijden zonder gordel te voorkomen,

    de gezondheids- en veiligheidsomstandigheden moeten verbeteren door het gebruik van degelijke en veilige parkeerplaatsen te ondersteunen via het aanbieden van passende diensten aan vrachtwagenchauffeurs aan de hand van de portaalsite truckinform (10), en

    de bescherming van chauffeurs en lading in het goederenvervoer tegen diefstal, beroving en kaping moeten verbeteren en daarmee de georganiseerde misdaad bestrijden, met name in grensgebieden en in het internationaal goederenvervoer van en naar derde landen;

    29.

    dringt bij de Commissie aan op voortzetting van het proces dat gericht is op het verlagen van de kosten voor communicatie, zodat de communicatie- en informatieapparatuur die gebaseerd is op telecommunicatie breder kan worden toegepast;

    30.

    is ingenomen met het voorgestelde “e-Freight”-initiatief en dringt bij de Commissie aan op invoering van het concept “intelligente cargo” met het oog op een multimodale benadering van ITS-diensten voor goederen, met name gevaarlijke stoffen;

    31.

    roept de Commissie en de lidstaten op aan passagiers en goederen evenveel aandacht te schenken om te voorkomen dat het personenvervoer wordt achtergesteld, wat met name de mobiliteit van personen aantast;

    32.

    pleit voor passende wetgeving voor de mens/machine-interface (HMI) en andere ITS-protocollen, en benadrukt de noodzaak om de problemen inzake aansprakelijkheid aan te pakken;

    33.

    verzoekt de Commissie om de kwestie van de zwakke vervoersgebruikers, waaronder mensen met beperkte mobiliteit, te behandelen en de acties uit te breiden ter bevordering van de toepassing van ADAS en andere systemen zoals ITS en HMI op tweewielers onder de subacties die voorgesteld zijn in het actieplan;

    34.

    maant de Commissie aan de mogelijkheden van ITS volledig te benutten voor preventieve maatregelen om smog en hoge ozonconcentraties tegen te gaan en geluidsemissies en de uitstoot van fijn stof, NOx en CO2 te verminderen;

    Integratie van het voertuig in de vervoersinfrastructuur (actiepunt 4)

    35.

    benadrukt het belang om te voorzien in een algemene platformarchitectuur voor gestandaardiseerde interfaces en protocollen die het gebruik moeten vergemakkelijken van ITS, coöperatieve systemen en specificaties voor infrastructuur-tot-infrastructuur (I2I), voertuig-tot-infrastructuur (V2I) en voertuig-tot-voertuig (V2V);

    36.

    verzoekt de Commissie om een stappenplan voor ITS in te voeren met algemene platformen voor de toepassingen en de invoering van ITS, met de participatie van de private en publieke sectoren, en om een passend kader in te voeren om de problemen inzake ITS-aansprakelijkheid aan te pakken;

    37.

    merkt op dat trainingen inzake ITS-toepassingen moet worden aangemoedigd om de gebruiker vaardiger te maken op het vlak van transport en de mens/machine-interactie te vergemakkelijken;

    38.

    verzoekt de Commissie en de lidstaten om een open forum te bieden om informatie uit te wisselen en ITS-problemen aan te pakken;

    Beveiliging en bescherming van gegevens en aansprakelijkheidsaspecten (actiepunt 5)

    39.

    benadrukt dat het noodzakelijk is om de privacy te respecteren en is van mening dat bij het vaststellen van maatregelen met bestemming tot de architectuur en uitvoering moet worden nagedacht over vraagstukken inzake privacy en beveiliging en bescherming van gegevens uit de vroege ontwikkelingsfasen van het ITS-ontwerp (“privacy by design”);

    40.

    nodigt alle partijen uit die betrokken zijn bij de ITS-toepassingen uit om de richtlijnen over de bescherming van persoonlijke gegevens en de privacy in de communicatie (Richtlijnen 95/46/EG (11) en 2002/58/EG (12)) en verzoekt de Commissie te zorgen voor een passend gebruik van gegevens in het kader van de toepassingen en invoering van ITS;

    41.

    is van mening dat het gebruik van anonieme gegevens bij ITS-toepassingen noodzakelijk is voor de ongehinderde invoering van ITS, waarbij de privacy wordt gerespecteerd en het wettelijk kader van de EG voor gegevensbeveiliging wordt nageleefd;

    Europese samenwerking en coördinatie inzake ITS (actiepunt 6)

    42.

    verzoekt de Commissie en de lidstaten om sterk leiderschap en een daadwerkelijk bestuur te ontwikkelen dat gericht is op de invoering van ITS in Europa;

    43.

    moedigt de bevordering van nationale en Europese multimodale deur-tot-deur-reisplanners aan, die rekening houden met openbaarvervoeralternatieven, en de onderlinge koppeling van die planners op Europese schaal;

    44.

    verzoekt de Commissie om de EU-mogelijkheden van de programma's van GNSS (wereldwijd satellietnavigatiesysteem), EGNOS en Galileo genaamd, beter te gebruiken en de multimodale interconnectiviteit uit te breiden;

    45.

    benadrukt dat deze technologieën zo moeten worden toegepast dat incompatibiliteit tussen vervoerswijzen wordt voorkomen, en dat men moet kunnen kiezen welke van deze technologieën men wil gebruiken;

    46.

    verzoekt de Commissie en de lidstaten rekening te houden met de noodzaak dat overheden en andere belanghebbenden die op het Europese grondgebied actief zijn, bij het plannings- en uitvoeringsproces te betrekken;

    47.

    onderstreept het belang van publiek-private partnerschappen (PPP's) bij de toepassing van ITS; verzoekt de Commissie en de lidstaten zich actief in te zetten om het gebruik daarvan te bevorderen en te vergemakkelijken;

    48.

    verzoekt de Commissie een volledige toelichting te geven op de financiering van het actieplan en de programmering ervan, en verzoekt de Raad om voor voldoende financiering te zorgen;

    49.

    dringt er bij de lidstaten op aan om, in het kader van de tussentijdse herziening van het gebruik van de structuurfondsen, stedelijke mobiliteit en vermindering van verkeerscongestie door middel van ITS te evalueren en toe te voegen aan de prioriteiten voor de periode 2010-2013;

    50.

    beklemtoont dat het aanzienlijke potentieel van stedelijke gebieden beter omschreven en benut moet worden en benadrukt de rol die het platteland en afgelegen streken bij het verwezenlijken van een evenwichtige ontwikkeling en de middellange- en langetermijndoelstellingen kunnen spelen;

    51.

    is van mening dat de toepassing van intelligente vervoersnetwerken in streken met veel toeristische mogelijkheden van absoluut belang is met het oog op een betere verkeersdoorstroming, de vermindering van ongevallen en de toename van veiligheid; is van oordeel dat ITS bijdraagt tot de economische ontwikkeling van de regio's, inclusief die in perifere gebieden;

    52.

    wijst op het belang van interregionale, grensoverschrijdende en transnationale samenwerking bij de ontwikkeling en realisering van ITS; verzoekt de Commissie een systeem voor de uitwisseling van goede praktijken op te zetten dat in alle EU-talen algemeen beschikbaar is, maar dringt bij de lidstaten aan op uitwisseling tussen de regio's onderling van beste praktijken, met als tweeledig doel kennisoverdracht op het gebied van ITS en voorkoming van versnippering binnen het systeem;

    *

    * *

    53.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie en aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


    (1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0509.

    (2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0057.

    (3)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0087.

    (4)  PB C 41 E van 19.2.2009, blz. 1.

    (5)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0311.

    (6)  PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 556.

    (7)  PB C 187 E van 24.7.2008, blz. 154.

    (8)  PB C 244 E van 18.10.2007, blz. 220.

    (9)  PB C 306 E van 15.12.2006, blz. 182.

    (10)  www.truckinform.eu.

    (11)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

    (12)  PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.


    Top