Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006AE1351

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie) COM(2006) 219 final — 2006/0071 (COD)

    PB C 324 van 30.12.2006, p. 8–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    30.12.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 324/8


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie)

    COM(2006) 219 final — 2006/0071 (COD)

    (2006/C 324/03)

    De Raad heeft op 6 juni 2006 besloten om, overeenkomstig artikel 95 van het EG-Verdrag, het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het bovengenoemde voorstel.

    De gespecialiseerde afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 20 september 2006 goedgekeurd. Rapporteur was de heer RETUREAU.

    Naar aanleiding van de vernieuwing van het Comité heeft de voltallige vergadering besloten om dit advies tijdens de oktoberzitting te behandelen en de heer Retureau aan te wijzen als algemeen rapporteur, overeenkomstig artikel 20 van het reglement van orde.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 430e zitting (vergadering van 26 oktober 2006) onderstaand advies uitgebracht, dat met 104 stemmen vóór bij 1 onthouding, werd goedgekeurd.

    1.   Samenvatting van het Commissievoorstel

    1.1

    Het gaat om een codificatie, een proces waarbij enkele formele aanpassingen worden doorgevoerd maar geen wijzigingen op de regels die op het moment van codificatie van toepassing zijn. De regels worden dus ongewijzigd gecodificeerd.

    1.2

    In de context van een Europa van de burgers is het van groot belang het Gemeenschapsrecht te vereenvoudigen en te verduidelijken. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben dan ook gewezen op de noodzaak vaak gewijzigde wetsteksten te codificeren en zijn middels een interinstitutioneel akkoord overeengekomen dat daartoe een versnelde procedure kan worden toegepast. Er mag geen enkele inhoudelijke wijziging worden doorgevoerd in de te codificeren teksten.

    2.   Algemene opmerkingen

    2.1

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité stelt vast dat de Commissievoorstellen precies overeenkomen met de doelstellingen van de versnelde procedure op het gebied van codificatie.

    2.2

    De vraag is echter hoe het zit met de stabilisering van de wetgeving inzake het auteursrecht en bepaalde naburige rechten; codificatie heeft alleen zin als de desbetreffende wetgeving niet meer ingrijpend hoeft te worden veranderd.

    2.3

    De beschermingstermijn van het auteursrecht was bij aanvang in de 19e eeuw tien jaar. Vandaag de dag is deze opgelopen tot zeventig jaar na het overlijden van de auteur en het valt niet uit te sluiten dat degenen die auteursrecht of bepaalde naburige rechten genieten in de toekomst zullen aandringen op nog langere beschermingstermijnen.

    2.4

    De situatie is momenteel onevenredig gunstig voor de erfgenamen van de auteurs (ongeveer 3 generaties) en voor de rechthebbenden op naburige rechten, en het is zaak dat deze termijnen, die niet langer in verhouding staan tot de behoeften van het publiek en van de auteurs zelf, worden aangepast. Als een lid van de Wereldhandelsorganisatie, bijv. de Verenigde Staten, de oorspronkelijke beschermingstermijn hoogstwaarschijnlijk zal uitbreiden tot negentig jaar of tot een eeuw („het Disney-amendement”), wat staat Europa dan te doen? Moeten wij onze handelsakkoorden over „intellectuele eigendom” herzien?

    2.5

    Een groot aantal literaire, filosofische en andere werken wordt maar één keer uitgegeven, in hun oorspronkelijke taal, en er komt geen heruitgave tijdens het leven van de auteur of het leven van zijn of haar erfgenamen. Ook als ze destijds geen bestsellers zijn geworden, dan toch hebben veel van deze werken een bepaalde waarde; ze verdwijnen echter in de praktijk al snel uit het blikveld van mogelijke lezers. De onbeperkte verlenging van de rechten komt maar een relatief beperkt aantal auteurs ten goede, terwijl als gevolg van de langdurige bescherming de voorraad van een heel wat groter aantal boeken opdroogt na de eerste editie en lezers en de studenten de boeken daardoor nooit onder ogen zullen krijgen.

    2.6

    De vraag is dus inderdaad of de wetgeving met betrekking tot het auteursrecht en naburige rechten al gestabiliseerd moet worden; codificatie heeft alleen zin als de desbetreffende wetgeving niet meer ingrijpend hoeft te worden veranderd.

    2.7

    Er dient in dit digitale tijdperk grondig te worden nagedacht over de verspreiding van werken en het recht van het publiek toegang te hebben tot universele creatie en cultuur. Het Comité acht codificatie derhalve voorbarig en zou in lijn met de Lissabonstrategie de voorkeur geven aan een eenvoudige consolidatie en een herziening van de voorwaarden en van de beschermingstermijn op het gebied van auteursrecht en naburige rechten.

    3.   Bijzondere opmerkingen

    3.1

    Het Comité zou verder willen pleiten voor het invoeren van een adequate vorm van erkenning en bescherming van licenties als de LGPL (Algemene Publieke Licentie „Light” voor technische documentatie) of de licentie „Creative Commons” voor boeken en artistieke creaties. Dergelijke licenties geven de gebruikers een grote vrijheid, en onder de GPL valt bijvoorbeeld veel software die in computerservers wordt gebruikt (internetproviders, overheidsdiensten, ondernemingen).

    3.2

    Deze soepelere gebruikslicenties komen de verspreiding van werken ten goede en maken dat gebruikers en doelgroepen makkelijker ermee vertrouwd raken, hetgeen volledig aansluit bij de doelstelling uit de Lissabonstrategie om te streven naar een snelle verspreiding van kennis en technologie.

    3.3

    Het Comité roept de Commissie er derhalve toe op zich opnieuw over dit vraagstuk te buigen, dat via codificatie geheel dreigt te worden vastgezet. Beter zou zijn maatregelen voor te stellen waarmee werken binnen het bereik van een groter publiek worden gebracht, middels de erkenning van vrije licenties en het zorgen voor een evenwichtigere verdeling van de rechten tussen rechthebbenden en gebruikers in onze informatiemaatschappij.

    Brussel, 26 oktober 2006

    De voorzitter

    van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Dimitris DIMITRIADIS


    Top