Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004AR0062

    Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van een Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking (EGGS)

    PB C 71 van 22.3.2005, p. 46–53 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    22.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 71/46


    Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van een Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking (EGGS)

    (2005/C 71/11)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    Gezien het op 14 juli 2004 door de Commissie goedgekeurde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van een Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking COM(2004) 496 def. – 2004/0168 COD,

    Gezien het overeenkomstig artikel 159, 3e alinea, van het EG-Verdrag door de Commissie op 15 juli 2004 tot het Comité gerichte verzoek om advies over dit voorstel uit te brengen,

    Gezien het besluit van de Raad van 8 november 2004 om het Comité over het voorstel te raadplegen,

    Gezien de brieven van de commissarissen Barnier en De Palacio d.d. 8 maart 2004, waarin zij verzoeken om een advies over het nieuwe Europese rechtsinstrument voor grensoverschrijdende samenwerking,

    Gezien artikel 265, 1e alinea, dat als volgt luidt: „Het Comité van de Regio's wordt door de Raad of door de Commissie geraadpleegd in de door dit Verdrag voorgeschreven gevallen en in alle andere gevallen, in het bijzonder die welke grensoverschrijdende samenwerking betreffen, waarin een van deze beide instellingen zulks wenselijk oordeelt”,

    Gezien artikel III-220 van het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, dat als volgt luidt: „Teneinde de harmonische ontwikkeling van de Unie in haar geheel te bevorderen, ontwikkelt en vervolgt de Unie haar optreden ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang”. (…)„Wat betreft die regio's wordt bijzondere aandacht besteed aan de plattelandsgebieden, de regio's die een industriële overgang doormaken, en de regio's die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen, zoals de meest noordelijke regio's met een zeer geringe bevolkingsdichtheid, alsmede insulaire, grensoverschrijdende en berggebieden.”

    Gezien het besluit van zijn voorzitter van 5 april 2004 om de commissie „Beleid inzake territoriale samenhang” te belasten met het opstellen van een advies ter zake,

    Gezien de volgende verslagen van het Europees Parlement: het verslag „Gerlach” (1976) over het regionaal beleid van de Gemeenschap ten aanzien van aan de binnengrenzen van de EG gelegen regio's (1), het verslag „Boot” (1984) over de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking (2), het verslag „Schreiber” (1986) over de grensregio Saarland - Lotharingen - Luxemburg (3), het verslag „Poetschki” over grensoverschrijdende samenwerking aan de binnengrenzen van de Europese Gemeenschap (4), het verslag „Chiabrando” (1988) over het ontwikkelingsprogramma voor de grensgebieden tussen Portugal en Spanje (5), het verslag „Cushnahan” (1990) over het EG-initiatief INTERREG (6) en het verslag „Muru” (1994) over INTERREG II (7),

    Gezien het Europees Raamverdrag inzake grensoverschrijdende samenwerking van Madrid (1980) van de Raad van Europa en de daaraan toegevoegde protocollen (1995, 1998),

    Gezien het advies van het Congres van lokale en regionale overheden van de Raad van Europa over een nieuw rechtsinstrument voor grensoverschrijdende samenwerking dat aan de commissie „Beleid inzake territoriale samenhang” (COTER) van het Comité van de Regio's werd gepresenteerd en dat door het bureau van de CLRAE werd goedgekeurd op 5 mei 2004 (rapporteur: H. Van Staa (Oostenrijk, L, EVP/CD),

    Gezien het Witboek van de Commissie (2001) over Europese governance, waarin het volgende wordt opgemerkt: „het Comité van de Regio's moet een meer proactieve rol spelen bij het onderzoeken van beleid, bijvoorbeeld door middel van de voorbereiding van verkennende verslagen voorafgaand aan de voorstellen van de Commissie (…) de Commissie zal onderzoeken hoe het kader voor transnationale samenwerking van regionale of lokale organisaties beter zou kunnen worden gesteund op het niveau van de EU, met het oog op de presentatie van voorstellen aan het einde van 2003” (par. 3.1),

    Gezien zijn advies van maart 2002 over een „Strategie ter bevordering van interregionale en grensoverschrijdende samenwerking in een grotere Europese Unie” - document met richtsnoeren voor de toekomst (CDR 181/2000 fin) (8),

    Gezien zijn studie „Trans-Europese samenwerking tussen decentrale bestuurslagen – Nieuwe uitdagingen en toekomstige activiteiten voor betere samenwerking” (oktober 2001). Deze studie was in de aanloop naar genoemd advies opgesteld in nauwe samenwerking met de Werkgemeenschap van Europese grensgebieden,

    Gezien het door de Commissie op 18 februari 2004 uitgebrachte Derde verslag over de economische en sociale samenhang, waarin zij een nieuw partnerschap presenteert voor bundeling van cohesie en concurrentievermogen. In de conclusies kondigt zij aan om met een nieuw rechtsinstrument in de vorm van een Europese samenwerkingsstructuur te komen (een grensoverschrijdende regionale autoriteit) ten einde, zowel in het kader van als buiten EG-programma's om, de lidstaten, regio's en lokale autoriteiten mogelijkheden te verschaffen om de juridische en bestuurlijke problemen aan te pakken waarop het beheer van grensoverschrijdende programma's en projecten reeds sinds lang stuit. Het is de bedoeling dat deze nieuwe instantie bevoegd wordt om samenwerkingsactiviteiten in de overheidssfeer ten uitvoer te leggen,

    Gezien het CvdR-advies over dit Derde cohesieverslag (16 juni 2004 – CDR 120/2004 fin),

    Gezien het verslag van de Werkgemeenschap van Europese grensgebieden ten behoeve van de Commissie getiteld 'Naar een nieuw communautair rechtsinstrument ter vergemakkelijking van de op publiekrecht gebaseerde samenwerking tussen territoriale overheden in de EU', dat op voornoemde, in samenwerking met het CvdR verrichte studie gebaseerd is,

    Gezien de rol die het CvdR, in nauw overleg met de Commissie, tijdens de voorbereiding van wetgeving vervult en de standpunten die de lokale en regionale overheden tijdens die fase naar voren hebben gebracht,

    Gezien het op 24 september 2004 door de commissie „Beleid inzake territoriale samenhang” goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 62/2004 rev. 3) (rapporteur: de heer Niessl, minister-president van de deelstaat Burgenland, AT/PSE),

    heeft tijdens zijn op 17 en 18 november 2004 gehouden 57e zitting (vergadering van 18 november) het volgende advies uitgebracht:

    Standpunt van het Comité van de Regio's

    1.

    Het Comité schaart zich achter het streven van de Commissie om de juridische en institutionele basis voor de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking (trans-Europese samenwerking) op nationaal, regionaal en lokaal niveau duurzaam te verbeteren. Het is van mening dat de moeilijkheden waarop deze samenwerking nog altijd stuit met de voorgestelde verordening effectiever kunnen worden aangepakt dan tot op heden het geval was.

    2.

    Wel stelt het voor om het rechtsinstrument niet „Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking” te noemen maar „Europese vereniging voor trans-Europese samenwerking” (EVTS). Op die manier komt de mogelijke toepasselijkheid van het instrument op ook transnationale en interregionale samenwerking in de zin van artikel 1 van het voorstel tot uiting.

    3.

    De Commissie wijst er terecht op dat de in de verordening omschreven voorwaarden voor grensoverschrijdende samenwerking niet doeltreffend door de lidstaten tot stand kunnen worden gebracht en dus beter op communautair niveau kunnen worden gerealiseerd, en dat Gemeenschapsoptreden op basis van artikel 5, 2e alinea, van het EG-Verdrag (het subsidiariteitsbeginsel) gewettigd is in het licht van de transnationale aspecten in kwestie en de evidente voordelen van een gezamenlijke aanpak in vergelijking met maatregelen op 25 verschillende nationale niveaus.

    4.

    Zij merkt tevens terecht op dat het voorstel niet verder gaat dan wat nodig is om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken (het evenredigheidsbeginsel). Het biedt namelijk slechts een facultatief kader voor de samenwerking en bevat daarnaast slechts minimumeisen voor oprichting en functioneren van de EVTS.

    5.

    Voorts stemt het tot tevredenheid dat de Commissie haar voorstel op artikel 159 van het EG-Verdrag heeft gebaseerd. Op die manier wordt gewerkt via de co-decisieprocedure van artikel 251 waardoor de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluit.

    6.

    Daarnaast is het een goede zaak dat de Commissie voor een verordening heeft gekozen. Daardoor kunnen de regionale en lokale lichamen die dat wensen een EVTS oprichten zonder dat daarvoor omzettingsmaatregelen of toestemming van het nationaal bestuur nodig is.

    7.

    Verder valt het toe te juichen dat ook de lidstaten mede-oprichter van een EVTS kunnen zijn en aldus in het kader van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking kunnen bijdragen tot meer economische en sociale samenhang in Europa.

    8.

    Tevens is het Comité ermee ingenomen dat naast de lidstaten en de regionale en lokale lichamen ook andere lokale openbare instanties lid kunnen worden.

    9.

    Het is verheugend dat de Commissie het voorstel van het CvdR heeft overgenomen: de EVTS kan niet alleen grensoverschrijdend maar ook transnationaal en interregionaal samenwerken. Zoals evenwel reeds ten aanzien van de titel werd opgemerkt, dient de tekst van het voorstel te worden aangepast om deze verruiming duidelijker uit de verf te laten komen.

    10.

    Het Comité vindt het een goede zaak dat er dankzij de verordening uniforme voorwaarden worden vastgesteld voor de oprichting van EVTS in alle lidstaten, maar het verwacht van de Commissie dat deze garandeert dat bestaande transnationale overeenkomsten voor grensoverschrijdende samenwerking verder geldig blijven.

    11.

    De door de Commissie in artikel 3, lid 1, (taken en bevoegdheden) voorgestelde formulering verdient bijval: het takenpakket wordt door de leden van de EVTS vastgesteld.

    12.

    Het Comité waardeert dat gekozen kan worden welk nationaal recht van toepassing zal zijn, maar roept de Commissie op na te gaan hoe kan worden voorkomen dat er conflicten ontstaan tussen het gekozen recht en het nationale recht. Verder wordt de Commissie verzocht het nodige te doen om eventuele normenconflicten te vermijden ten aanzien van gevallen waarin het toe te passen recht niet overeen zou komen met het recht van het land waar de EVTS haar zetel heeft.

    13.

    Het Comité vindt dat in de verordening moet worden bepaald dat de lidstaten zonodig regelingen kunnen treffen voor de delegatie van bevoegdheden aan en het toezicht op de EVTS, overeenkomstig hun eigen constitutionele recht.

    14.

    Verder valt het toe te juichen dat een EVTS met de tenuitvoerlegging van zowel door de EG gefinancierde programma's als van andere algemene maatregelen ten behoeve van de trans-Europese samenwerking kan worden belast. Wel moet het mogelijk zijn om derden met de uitvoering van door de Gemeenschap gefinancierde programma's te belasten. Dat komt de efficiënte werking van de voorgestelde verordening alleen maar ten goede.

    15.

    Het verdient bijval dat de EVTS rechtspersoonlijkheid krijgt en dat de uitvoering van de taken aan een van de leden kan worden gedelegeerd, waardoor wordt vermeden dat er nieuwe, logge en bureaucratische structuren in het leven worden geroepen.

    16.

    Wel moet het mogelijk zijn niet uitsluitend alle taken en bloc maar ook een deel daarvan aan (verschillende) leden te delegeren; artikel 5, lid 3, dient dan ook in die zin te worden gewijzigd.

    17.

    Het Comité is van mening dat een EVTS, om redenen van transparantie en democratie, een uit vertegenwoordigers van de leden bestaande vergadering moet oprichten die verantwoordelijk is voor de activiteiten van de EVTS.

    18.

    Ook is het noodzakelijk om in artikel 6 van het voorstel te bepalen dat de directeur van de EVTS aan deze vergadering politiek en juridisch verantwoording dient af te leggen.

    19.

    Ten slotte vraagt het Comité dat de op grond van de verordening gesloten overeenkomsten betreffende trans-Europese samenwerking niet alleen aan alle leden en alle lidstaten, maar ook aan het Comité van de Regio's worden toegezonden. Het Comité wil een EVTS-register openen, zodat de Europese instellingen, de lidstaten, de regionale en lokale lichamen, maar ook de Europese burgers snel en doelgericht informatie over een bepaalde EVTS kunnen opvragen. Bovendien kan het register een waardevolle bijdrage vormen tot de verspreiding van goede praktijkvoorbeelden in Europa.

    Aanbevelingen van het Comité

    Aanbeveling 1

    Titel

    (en verder in alle relevante paragrafen te wijzigen)

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    betreffende de oprichting van een Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking (EGGS)

    betreffende de oprichting van een Europese groepering vereniging voor grensoverschrijdende trans-Europese samenwerking (EVTS)

    Motivering

    De samenwerking tussen de lidstaten en de regionale en lokale lichamen kent drie vormen: grensoverschrijdend, interregionaal en transnationaal. Deze worden alle bestreken door het woord „trans-Europees”. Alle drie de samenwerkingsvormen moeten in verenigingsverband kunnen worden geconcretiseerd.

    Aanbeveling 2

    Overweging 1

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    In artikel 159, derde alinea, van het Verdrag is bepaald dat, buiten de in de eerste alinea van dat artikel bedoelde Fondsen om, specifieke maatregelen kunnen worden vastgesteld om de doelstelling van het Verdrag inzake economische en sociale samenhang te verwezenlijken. Met het oog op de harmonische ontwikkeling van de hele Gemeenschap en op de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie moet de grensoverschrijdende samenwerking worden versterkt. Daartoe moeten de nodige maatregelen worden genomen om de voorwaarden waaronder de grensoverschrijdende samenwerkingsacties ten uitvoer worden gelegd, te verbeteren.

    In artikel 159, derde alinea, van het Verdrag is bepaald dat, buiten de in de eerste alinea van dat artikel bedoelde Fondsen om, specifieke maatregelen kunnen worden vastgesteld om de doelstelling van het Verdrag inzake economische en sociale samenhang te verwezenlijken. Met het oog op de harmonische ontwikkeling van de hele Gemeenschap en op de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie moet de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale (hierna trans-Europese) samenwerking worden versterkt. Daartoe moeten de nodige maatregelen worden genomen om de voorwaarden waaronder de grensoverschrijdende trans-Europese samenwerkingsacties ten uitvoer worden gelegd, te verbeteren.

    Motivering

    Vloeit voort uit aanbeveling 1.

    Aanbeveling 3

    Overweging 7

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    (7)

    Om de obstakels die de grensoverschrijdende samenwerking belemmeren uit de weg te ruimen, moet een communautair samenwerkingsinstrument worden opgericht waarmee op het grondgebied van de Gemeenschap samenwerkende groeperingen met rechtspersoonlijkheid kunnen worden opgericht, „Europese groeperingen voor grensoverschrijdende samenwerking” (EGGS) genoemd. De oprichting van een EGGS vindt op vrijwillige basis plaats.

    (7)

    Om de obstakels die de grensoverschrijdende samenwerking belemmeren uit de weg te ruimen, moet een communautair samenwerkingsinstrument worden opgericht waarmee op het grondgebied van de Gemeenschap samenwerkende groeperingen met rechtspersoonlijkheid kunnen worden opgericht, „Europese groeperingen voor grensoverschrijdende samenwerking” (EGGS) genoemd. De oprichting van een EGGS vindt op vrijwillige basis plaats. Bestaande overeenkomsten voor grensoverschrijdende, interregionale of transnationale samenwerking tussen gemeenten, en/of regio's en/of staten blijven geldig.

    Motivering

    De juridische mogelijkheden die bestaande overeenkomsten voor grensoverschrijdende samenwerking, zoals b.v. de Overeenkomst van Karlsruhe, bieden, mogen niet worden beperkt door de verordening.

    Aanbeveling 4

    Overweging 10

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    (10)

    De leden kunnen besluiten een EGGS op te richten als afzonderlijke juridische entiteit of haar taken aan een van hen toe te vertrouwen.

    (10)

    De leden kunnen besluiten een EGGS EVTS op te richten als afzonderlijke juridische entiteit of haar taken aan een of aan enkele van hen toe te vertrouwen.

    Motivering

    Vloeit eveneens voort uit aanbeveling 1.

    Aanbeveling 5

    Overweging 11

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    (11)

    (…) waartoe het initiatief uitsluitend door de lidstaten, hun regio's en hun plaatselijke overheden wordt genomen en waarvoor de Gemeenschap geen financiële bijstand verleent.

    (11)

    (…) waartoe het initiatief uitsluitend door de lidstaten, en/of hun regio's en hun plaatselijke overheden wordt genomen en waarvoor de Gemeenschap geen financiële bijstand verleent.

    Motivering

    Het is eigen aan trans-Europese samenwerking dat het regionale en lokale bestuur ook zonder deelname van het nationaal niveau aan partnerschappen kan deelnemen.

    Aanbeveling 6

    artikel 1.1

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    Op het grondgebied van de Gemeenschap kan een samenwerkingsgroepering worden opgericht in de vorm van een Europese groepering voor grensoverschrijdende samenwerking, hierna „EGGS” genoemd, onder de voorwaarden en volgens de regels die in deze verordening zijn vastgesteld.

    Op het grondgebied van de Gemeenschap kan een samenwerkingsgroepering worden opgericht in de vorm van een Europese groepering vereniging voor grensoverschrijdende trans-Europese samenwerking, hierna „EGGS”„EVTS” genoemd, onder de voorwaarden en volgens de regels die in deze verordening zijn vastgesteld.

    Motivering

    Volgt uit aanbeveling 1.

    Aanbeveling 7

    artikel 1.3

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    De EGGS heeft tot doel de grensoverschrijdende samenwerking van de lidstaten en van de regionale en plaatselijke overheden te vergemakkelijken en te bevorderen om de economische, sociale en territoriale samenhang te versterken.

    De EGGS EVTS heeft tot doel de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale (trans-Europese) samenwerking van de lidstaten en van de regionale en plaatselijke overheden te vergemakkelijken en te bevorderen om de economische, sociale en territoriale samenhang te versterken.

    Motivering

    Volgt uit aanbeveling 1.

    Aanbeveling 8

    artikel 2.3

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    De leden kunnen besluiten een EGGS op te richten als afzonderlijke juridische entiteit of haar taken aan een van hen toe te vertrouwen.

    De leden kunnen besluiten een EGGS EVTS op te richten als afzonderlijke juridische entiteit of haar taken aan een of aan enkele van hen toe te vertrouwen.

    Motivering

    Volgt uit aanbeveling 1.

    Aanbeveling 9

    artikel 3.1

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    De EGGS voert de taken uit die haar door haar leden zijn toevertrouwd overeenkomstig deze verordening.

    De EGGS EVTS voert de taken uit die haar door haar leden of door derden met haar instemming zijn toevertrouwd overeenkomstig deze verordening zijn opgedragen.

    Motivering

    Deze aanvulling is nodig als een EVTS ook door de Gemeenschap gefinancierde programma's moet kunnen uitvoeren.

    Aanbeveling 10

    artikel 3.3

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    De financiële aansprakelijkheid van de leden en van de lidstaten voor de communautaire of de nationale middelen wordt door de oprichting van een EGGS niet beïnvloed.

    De financiële aansprakelijkheid van de leden en van de lidstaten voor de communautaire of de nationale middelen wordt door de oprichting van een EGGS EVTS niet beïnvloed, evenmin als de aansprakelijkheid van de lidstaten voor de communautaire middelen. De lidstaten behouden het recht de EVTS bij wet of bij overeenkomst onder hun toezicht te plaatsen. Dit toezicht – op wettigheid en doelmatigheid - kan niet worden gedelegeerd aan een van de lidstaten en ook niet communautair worden geregeld.

    Motivering

    Dat de lidstaten tegenover hun Parlementen verantwoording moeten afleggen over de nationale middelen is zo vanzelfsprekend dat het niet hoeft te worden vermeld in de verordening. Indien de lidstaten (en in federale staten dus de deelstaten) echter ook aansprakelijk zijn voor de communautaire middelen, moet er ook uitgebreid nationaal toezicht op de EVTS mogelijk zijn. Anders zouden de lidstaten aansprakelijk zijn voor allerlei zaken waarop zij helemaal geen invloed kunnen uitoefenen.

    Aanbeveling 11

    artikel 4.8

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

    Van de overeenkomsten wordt kennis gegeven aan alle leden en aan de lidstaten.

    Van de overeenkomsten wordt kennis gegeven aan alle leden, aan de lidstaten en aan het Comité van de Regio's. Het Comité neemt de overeenkomsten op in een voor iedereen toegankelijk register betreffende „trans-Europese samenwerkingsovereenkomsten”.

    Motivering

    Het CvdR acht zich uit hoofde van het in het EG-Verdrag neergelegde transparantiebeginsel verplicht om zowel ten behoeve van de Europese burger als van de diensten van de Commissie als gemakkelijk toegankelijk informatiecentrum te fungeren waar voortdurend inlichtingen kunnen worden verkregen die het regionale en lokale bestuur en daarmee de burgers betreffen.

    Aanbeveling 12

    artikel 5 en alle desbetreffende paragrafen

    Commissievoorstel

    Voorgestelde wijziging

     

    Niet van toepassing op het Nederlands

    Motivering

    In de Duitse versie wordt van „Geschäftsordnung”, i.e. reglement van orde, gesproken en dat zou gewijzigd moeten worden. De basisregels voor het functioneren van een vereniging worden in statuten vastgelegd. Een reglement van orde belichaamt een regeling voor het intern functioneren. Deze opmerking betreft niet de Nederlandse versie, waarin het woord „statuten” wordt gebruikt.

    Brussel, 18 november 2004

    De voorzitter

    van het Comité van de Regio's

    Peter STRAUB


    (1)  PB C 293 van 13.12.1976

    (2)  PB C 127 van 14.5.1984

    (3)  PB C 176 van 14.7.1986

    (4)  PB C 99 van 13.4.1987

    (5)  PB C 262 van 10.10.1988

    (6)  PB C 175 van 16.7.1990

    (7)  PB C 128 van 9.5.1994

    (8)  PB C 192 van 12.8.2002, blz. 37


    Top