Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002AE0691

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004" (COM(2001) 807 def. — 2001/0310 (COD))

    PB C 221 van 17.9.2002, p. 84–87 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52002AE0691

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004" (COM(2001) 807 def. — 2001/0310 (COD))

    Publicatieblad Nr. C 221 van 17/09/2002 blz. 0084 - 0087


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004"

    (COM(2001) 807 def. - 2001/0310 (COD))

    (2002/C 221/19)

    Op 30 januari 2002 heeft de Raad besloten het Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 71 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te raadplegen over het voornoemde voorstel.

    De afdeling "Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij", die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 30 april 2002 uitgebracht. Rapporteur was de heer Kielman.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 391e zitting van 29 en 30 mei 2002 (vergadering van 30 mei) het volgende advies uitgebracht, dat met 81 stemmen vóór en 19 stemmen tegen, bij 10 onthoudingen is goedgekeurd.

    1. Inleiding

    1.1. Op 2 mei 1992 is een overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk betreffende het transitogoederenvervoer per spoor en over de weg getekend. Door de toetreding van Oostenrijk tot de Europese Unie is de wetgeving onderdeel geworden van het Gemeenschapsrecht. In deze Overeenkomst werd het ecopuntensysteem, dat op 31 december 2003 afloopt, vastgelegd.

    1.2. Dit systeem is erop gericht gedurende de looptijd van 12 jaar (1992-2003) de NOx-uitstoot van het transitovervoer van goederen over de weg met vrachtwagens met een maximum toegestaan gewicht van meer dan 7,5 ton door Oostenrijk met 60 % te verminderen.

    1.3. Een eerdere beëindiging van het systeem zou per 31 december 2000 hebben kunnen plaatsvinden, als op die datum zou zijn gebleken dat de NOx-uitstoot in vergelijking met het basisjaar 1991 daadwerkelijk met 60 % zou zijn verminderd.

    1.4. De analyses hebben uitgewezen dat de bedoelde afname ultimo 2000 55 % in plaats van 60 % bleek te zijn. Dus blijft het systeem tot en met 31 december 2003 van kracht.

    1.5. Daarnaast was het aantal fysieke transitoritten gebonden aan een bovengrens. Jaarlijks mocht door voertuigen uit de Europese lidstaten nooit meer dan 108 % van het aantal ritten worden geëffectueerd dan in het basisjaar 1991.

    1.6. Aangezien het ecopuntensysteem tot en met 31 december 2003 van kracht is, heeft de Europese Raad op de bijeenkomst van 14 en 15 december 2001 te Laken in punt 58 van de conclusies verzocht om verlenging van het systeem bij wijze van tussentijdse oplossing. Volgens de Europese Commissie past deze verlenging in de doelstelling het milieu in kwetsbare gebieden zoals het Alpengebied te beschermen.

    1.7. Deze maatregel wordt door de Commissie nodig geacht in afwachting van de aanname van het kadervoorstel inzake de tarifering van het gebruik van infrastructuur zoals voorzien in het "Witboek inzake het Europese vervoerbeleid tot het jaar 2010".

    1.8. Indien dit kadervoorstel niet wordt aangenomen, is in het voorliggende voorstel voor het jaar 2004 voorzien in een mogelijke verlengingstermijn met één jaar (2005) en maximaal nog een tweede jaar (2006). De Commissie is van mening dat hiervoor een rechtsgrondslag bestaat.

    1.9. In bijlage 1 wordt voor het jaar 2004 een totaal aantal ecopunten van 9422488 voor de 15 EU-lidstaten voorgesteld. Dit is hetzelfde aantal punten als het aantal dat voor het jaar 2003 ter beschikking staat.

    2. Algemene opmerkingen

    2.1. Het Comité is van mening dat het voorstel van de Commissie is ingegeven door de noodzaak om rekening te houden met, enerzijds, de vrijheid van verkeer van goederen en diensten, een van de vier basisvrijheden van de EU, en, anderzijds, de zorg voor de bescherming van het milieu in kwetsbare gebieden zoals het Alpengebied.

    2.2. Zij is van mening dat dit laatste uitgangspunt ook mede ten grondslag heeft gelegen aan de totstandkoming van het ecopuntensysteem in 1992, waarbij schonere vrachtwagens minder ecopunten behoeven dan minder schone vrachtwagens.

    2.3. Het Comité wijst erop dat het ecopuntensysteem uitsluitend van toepassing is op het transitovervoer over de weg door Oostenrijk. Voor andere vervoersmodi bestaat geen ecopuntensysteem.

    2.4. Overigens is het Comité van mening dat behalve de milieuaspecten ook de sociaal-economische gevolgen van belang zijn bij de beoordeling van het voorstel van de Commissie. Zo dient in aanmerking te worden genomen dat er momenteel in het transitovervoer door Oostenrijk nog geen vooral kwalitatief goede alternatieven bestaan, alhoewel bij Protocol nr. 9 is vastgelegd dat de Gemeenschap en de betrokken lidstaten maatregelen moeten nemen om het spoorvervoer en het gecombineerd vervoer te bevorderen. Het Comité stelt in dit verband voor dat de Commissie nagaat welke maatregelen kunnen worden genomen om de vraag naar deze vervoerwijze te stimuleren en dat ze tevens een dringende oproep doet aan alle nationale regeringen om het gecombineerd spoorvervoer te ontwikkelen, met name wat infrastructuur en tractiematerieel betreft.

    2.5. Het Comité stelt in de voorgestelde regeling het spanningsveld tussen het vrije verkeer van goederen en diensten en de bescherming van het milieu vast als grondslag voor het veiligstellen van de kwaliteit van het bestaan. Daarom accepteert het Comité als compromis dat de Commissie in haar voorstel geen beperking heeft opgenomen t.a.v. het aantal fysieke transitoritten dat vanaf 1 januari 2004 mag worden gemaakt. De in 1992 vastgestelde bovengrens van 108 % van het aantal in 1992 gemaakte transitoritten werd door de vervoerssector in de laatste jaren als knellend en onrechtvaardig ervaren, daar er steeds meer schonere vrachtwagens worden gebruikt. Voorts blijkt uit de titel van het verordeningsvoorstel dat de invoering van een ecopuntensysteem alleen betrekking heeft op het jaar 2004. Het Comité vindt daarom dat het bepaalde in artikel 3, lid 3, geschrapt dient te worden, aangezien het daarin genoemde kadervoorstel voor de tarifering van het infrastructuurgebruik, al dan niet goedgekeurd, onmogelijk als een serieuze rechtsgrondslag kan dienen voor een automatische verlenging van het ecopuntensysteem na 2004. Bij besluiten over verdere verlengingen moet van geval tot geval worden gekeken waarbij uitsluitend moet worden uitgegaan van de desbetreffende voorstellen van de Commissie.

    2.6. Het Comité wil nog wijzen op de situatie die ontstaat als het moment van toetreding van nieuwe landen eerder plaatsvindt dan het moment waarop het ecopuntensysteem is afgelopen. In dat geval zullen aparte afspraken t.a.v. het transitovervoer moeten worden gemaakt.

    3. Bijzondere opmerkingen

    3.1. Het Comité is van mening dat het in de bijlage 1 van het voorstel van de Commissie opgenomen aantal ecopunten voor 2004, nl. 9422488 voor alle 15 EU-landen (hetzelfde als voor 2003) in het licht van het gehele voorstel een restrictief, maar op zich redelijk uitgangspunt is.

    3.2. Het Comité gaat ervan uit dat voor de verdeling tussen de lidstaten van het beschikbare aantal ecopunten voor het jaar 2004 dezelfde criteria zullen worden gebruikt als bij de totstandkoming van het systeem in 1992, namelijk het aantal werkelijk gemaakte transitoritten in het jaar 1991.

    3.3. Het Comité is van opvatting dat alles in het werk dient te worden gesteld om op zo kort mogelijke termijn kwalitatief goede en kwantitatief voldoende spoorverbindingen voor het transitovervoer over de weg aan te bieden, zodat alternatieve vervoersmogelijkheden een haalbare kaart worden.

    3.4. Wanneer de Commissie het probleem van een zo vlot mogelijke doorstroming van het transitovervoer, zowel van het zuiden naar het noorden als van het westen naar het oosten, in een studie tegen het licht houdt, dient zij hierbij ook mededingingsaspecten en operationele overwegingen in aanmerking te nemen.

    3.5. Voorts acht het Comité het van groot belang dat voor kwetsbare gebieden, zoals de Alpenregio, een coherent en samenhangend vervoerbeleid wordt ontwikkeld, waarbij maatregelen, gezien de onderlinge afhankelijkheid van de betrokken landen, niet unilateraal kunnen worden genomen. Dit is met name van belang om omwegvervoer te voorkomen.

    3.6. Het Comité is hierbij voorstander van een gedifferentieerde behandeling van de schonere voertuigen in vergelijking met de meer vervuilende categorieën. Dit zou naar de mening van het Comité zowel moeten gelden voor het gebruik van het aantal ecopunten per rit als voor de fiscale behandeling.

    Zo zou bijvoorbeeld op Europees niveau, ter bescherming van kwetsbare gebieden, een systeem kunnen worden ontwikkeld waarbij, meer dan nu het geval is, de milieuvriendelijkheid van het vervoermiddel de transportkeuze beïnvloedt.

    4. Samenvatting en conclusies

    4.1. Het Comité is van mening dat de Commissie een discutabel voorstel voor een Verordening tot invoering van een ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 heeft voorgesteld.

    4.2. Dit voorstel dient als een tussentijdse oplossing voor het jaar 2004 te worden beschouwd in afwachting van de aanname van het kadervoorstel inzake tarifering van het gebruik van infrastructuur, zoals voorzien in het "Witboek inzake het Europese vervoerbeleid tot het jaar 2010", op voorwaarde dat artikel 3, lid 3, wordt geschrapt, omdat een serieuze rechtsgrondslag daarvoor ontbreekt.

    4.3. Ten aanzien van een aantal aspecten van het voorstel van de Commissie wil het Comité de volgende opmerkingen maken:

    - Op korte termijn dient daadwerkelijk werk te worden gemaakt van de afspraak dat kwalitatief en kwantitatief voldoende transitoroutes voor het goederenvervoer per spoor aangeboden zullen worden.

    - Het Comité acht het een aanvaardbaar compromis dat voor 2004 hetzelfde aantal ecopunten ter beschikking van de 15 EU-landen staat als voor 2003, dat de onderlinge verdeling binnen de EU dezelfde blijft en dat de 108 %-regel niet van toepassing is.

    - Tevens wijst het Comité erop dat minder milieubelastende vrachtwagens ook in fiscaal opzicht een meer gedifferentieerde behandeling dienen te krijgen dan de meer vervuilende vrachtwagens.

    - Ter bescherming van de kwetsbare gebieden in Europa acht het Comité het van belang dat op Europees niveau een systeem wordt ontwikkeld waarbij, meer dan nu het geval is, de mate van milieuvriendelijkheid van het vervoermiddel de transportkeuze beïnvloedt.

    Brussel, 30 mei 2002.

    De voorzitter

    van het Economisch en Sociaal Comité

    G. Frerichs

    BIJLAGE

    bij het advies van het Economisch en Sociaal Comité

    De volgende tijdens de discussie verworpen wijzigingsvoorstellen hebben meer dan een kwart van de uitgebrachte stemmen gekregen:

    Paragraaf 2.5

    De volgende passage te schrappen: "Voorts blijkt uit de titel van het verordeningsvoorstel dat (...) Bij besluiten over verdere verlengingen moet van geval tot geval worden gekeken waarbij uitsluitend moet worden uitgegaan van de desbetreffende voorstellen van de Commissie."

    Uitslag van de stemming

    Vóór 37, tegen: 41, onthoudingen: 11.

    Paragraaf 4.1

    De volgende woorden toe te voegen: "Het Comité is van mening dat de Commissie een discutabel, doch aanvaardbaar, voorstel voor een Verordening tot invoering van een ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 heeft voorgesteld".

    Uitslag van de stemming

    Vóór 30, tegen: 47, onthoudingen: 13.

    Paragraaf 4.3

    Aan het eind van het derde streepje het volgende toe te voegen: "Zo zou het ecopuntensysteem beperkt kunnen worden tot voertuigen van de categorieën Euro 0, Euro 1 en Euro 2, terwijl vrachtwagens vanaf categorie Euro 3, teneinde het gebruik ervan te stimuleren, daarvan vrijgesteld zouden kunnen worden."

    Uitslag van de stemming

    Vóór: 45, tegen: 59, onthoudingen: 8.

    Top