EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51999PC0032

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van motorvoertuigen en houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 70/156/EEG

/* COM/99/0032 def. - COD 99/0007 */

PB C 89 van 30.3.1999, p. 11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51999PC0032

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van motorvoertuigen en houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 70/156/EEG /* COM/99/0032 def. - COD 99/0007 */

Publicatieblad Nr. C 089 van 30/03/1999 blz. 0011


Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van motorvoertuigen en houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 70/156/EEG (1999/C 89/03) (Voor de EER relevante tekst) COM(1999) 32 def. - 99/0007 (COD)

(Door de Commissie ingediend op 10 februari 1999)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag,

(1) Overwegende dat de Raad bij Besluit 97/836//EG (1) de Europese Gemeenschap heeft gemachtigd toe te treden tot de Overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (ECE) betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen, gesloten te Genève op 20 maart 1958 en herzien op 16 oktober 1995;

(2) Overwegende dat de Gemeenschap bij de toetreding tot de overeenkomst moet voldoen aan een bepaalde lijst krachtens deze overeenkomst vastgestelde reglementen; dat op deze lijst reglement 93 (2) betreffende beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden van bedrijfsvoertuigen met een massa van meer dan 3,5 ton voorkomt;

(3) Overwegende dat het, om het aantal verkeersslachtoffers in Europa te verminderen, noodzakelijk is onverwijld de bij dat reglement vastgestelde wettelijke maatregelen op te nemen in de EG-Typegoedkeuringsprocedure, zoals vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/14/EG van de Commissie (4), ter verbetering van de bescherming van de inzittenden van personen- en bestelauto's tegen verwondingen in geval van een botsing tegen de voorzijde van zware vrachtwagens en om de fabrikanten van dergelijke inrichtingen en van met dergelijke inrichtingen uitgeruste voertuigen de mogelijkheid te geven EG-typegoedkeuring te verkrijgen indien aan de voorschriften van dit reglement wordt voldaan;

(4) Overwegende dat overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 3 B van het Verdrag, de maatregelen die het voorwerp van de onderhavige richtlijn zijn niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt; dat de onderhavige richtlijn zich beperkt tot het vereiste minimum om deze doelstellingen te bereiken en niet verder gaat dan hiertoe nodig is;

(5) Overwegende dat deze richtlijn één van de bijzondere richtlijnen is die moeten worden nageleefd om te voldoen aan de EG-goedkeuringsprocedure; dat de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden derhalve op deze richtlijn van toepassing zijn;

(6) Overwegende dat het, gezien het grote aantal verkeersongevallen waarbij bedrijfsvoertuigen met een massa van meer dan 3,5 ton zijn betrokken en derhalve ter vergroting van de verkeersveiligheid, dienstig is de bepalingen van deze richtlijn verplicht te stellen zonder te wachten tot de EG-typegoedkeuringsprocedure voor deze categorie voertuigen is voltooid,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) "voertuig" een motorvoertuig als gedefinieerd in deel A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG;

b) "beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden" een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die bestemd is deel uit te maken van een motorvoertuig en die kan worden goedgekeurd als technische eenheid overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 2

1. Met ingang van [1 oktober 1999] of, wanneer de bekendmaking van de in artikel 3 bedoelde documenten tot na [1 april 1999] wordt vertraagd, zes maanden na de datum van bekendmaking van voornoemde documenten, mogen de lidstaten:

- voor een type motorvoertuig of een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid, noch de EG-typegoedkeuring noch de nationale goedkeuring weigeren,

- noch de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen of een beschermingsinrichting tegen klemrijden aan de voorzijde als technische eenheid verbieden,

om redenen die verband houden met de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van een voertuig indien de voertuigen of de technische eenheden voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn.

2. Met ingang van [1 oktober 2003] mogen de lidstaten:

- de EG-typegoedkeuring niet meer verlenen voor een type voertuig en een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid, en

- moeten zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen of nieuwe beschermingsinrichtingen tegen klemrijden aan de voorzijde als technische eenheid, weigeren,

om redenen die verband houden met de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van een voertuig indien niet aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan.

3. De administratieve bepalingen betreffende de EG-goedkeuring zijn vastgesteld in bijlage I.

Het toepassingsgebied van de onderhavige richtlijn alsmede de technische voorschriften waaraan moet worden voldaan om de EG-goedkeuring te verkrijgen zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 3

Reglement 93 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties wordt voor [1 april 1999] bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Richtlijn 70/156/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 2.3.4 komt als volgt te luiden:

"2.3.4. Breedte van de voorste as (gemeten aan de buitenzijde van de banden, exclusief de bolling van de banden dichtbij het wegdek): .".

b) De volgende punten worden ingevoegd:

"9.21. Bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

9.21.1. Tekeningen van de voertuigonderdelen die verband houden met de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden, d.w.z. een tekening van het voertuig en/of chassis met de plaats en bevestiging van de breedste vooras, tekening van de montagewijze en/of bevestiging van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. Indien de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden geen afzonderlijke inrichting is, moet duidelijk uit de tekening naar voren komen dat aan de voorgeschreven afmetingen is voldaan: .

9.21.2. In geval van een afzonderlijke inrichting, een volledige beschrijving en/of tekening van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden (inclusief montagestukken en bevestigingsmiddelen), of, indien goedgekeurd als technische eenheid, het goedkeuringsnummer: .

9.21.3. Maximale horizontale en verticale doorbuiging tijdens en na de uitoefening van de beproevingskracht op de beproevingspunten: .".

2. Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a) In deel I wordt het volgende punt 58 toegevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

"b) In deel II wordt het volgende punt 58 toegevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>

"

Artikel 5

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [1 oktober 1999] aan deze richtlijn te voldoen; wanneer de bekendmaking van de in artikel 3 bedoelde documenten tot na [1 april 1999] wordt vertraagd, voldoen de lidstaten binnen zes maanden na de bekendmaking van voornoemde documenten aan hun verplichtingen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen deze bepalingen vanaf [1 oktober 1999], of, wanneer de bekendmaking van de in artikel 3 bedoelde documenten tot na [1 april 1999] wordt vertraagd, zes maanden na de bekendmaking van voornoemde documenten toe.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in deze bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

(1) PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78.

(2) Document E/ECE/324 van de Economische Commissie voor Europa.

(3) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.

(4) PB L 91 van 25.3.1998, blz. 1.

BIJLAGE I

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TYPEGOEDKEURING

1. Aanvraag van typegoedkeuring

1.1. Aanvraag van EG-goedkeuring voor een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid

1.1.1. De aanvraag van EG-goedkeuring overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG voor een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid in de zin van artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG wordt ingediend door de fabrikant van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden.

1.1.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.

1.1.3. Er dient een voor het goed te keuren type inrichting representatief exemplaar ter beschikking te worden gesteld aan de voor de uitvoering van de goedkeuringsproeven verantwoordelijke technische dienst. Deze dienst kan, als dat nodig wordt geacht, nog een monster verlangen. De monsters dienen duidelijk en onuitwisbaar te zijn voorzien van het handelsmerkteken van de aanvrager of een aanduiding van het merk en het type.

1.2. Aanvraag van EG-goedkeuring voor een voertuigtype met betrekking tot de montage van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die als technische eenheid is goedgekeurd

1.2.1. De aanvraag van EG-goedkeuring overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig.

1.2.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 2.

1.2.3. Er dient een voor het goed te keuren voertuigtype representatief exemplaar ter beschikking te worden gesteld aan de voor de uitvoering van de goedkeuringsproeven verantwoordelijke technische dienst.

1.3. Aanvraag van EG-goedkeuring voor een voertuigtype met betrekking tot de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

1.3.1. De aanvraag van EG-goedkeuring overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig.

1.3.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 3.

1.3.3. Er dient een voor het goed te keuren voertuigtype representatief exemplaar ter beschikking te worden gesteld aan de voor de uitvoering van de goedkeuringsproeven verantwoordelijke technische dienst.

2. Verlening van EG-typegoedkeuring

2.1. Indien aan de terzake dienende voorschriften is voldaan, wordt EG-goedkeuring overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG verleend.

2.2. Een model van het EG-goedkeuringsformulier is opgenomen:

2.2.1 voor een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid in aanhangsel 4;

2.2.2. voor een voertuigtype met betrekking tot de montage van een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die als technische eenheid is goedgekeurd in aanhangsel 5;

2.2.3. voor een voertuigtype met betrekking tot de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden in aanhangsel 6.

2.3. Er dient een goedkeuringsnummer overeenkomstig bijlage VII van Richtlijn 70/156/EEG aan elk goedgekeurd type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden of aan elk type voertuig te worden toegekend. Dezelfde lidstaat mag niet hetzelfde nummer aan een ander type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden of aan elk type voertuig toekennen.

3. EG-goedkeuringsmerk voor technische eenheden

3.1. Iedere beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die overeenkomt met een overeenkomstig deze richtlijn als technische eenheid goedgekeurd type, moet voorzien zijn van een EG-goedkeuringsmerk.

3.2. Dit merk bestaat uit een rechthoek met daarin de kleine letter "e", gevolgd door het kengetal of de kenletters van de lidstaat die de goedkeuring heeft verleend:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Naast de rechthoek wordt het "basisgoedkeuringsnummer" aangebracht, dat is opgenomen in deel 4 van het in bijlage VII van Richtlijn 70/156/EEG bedoelde goedkeuringsnummer, voorafgegaan door twee cijfers die het volgnummer vormen, dat is toegekend aan de meest recente ingrijpende technische wijziging van de relevante bijlage van Richtlijn . . ./. . ./EG (1*) op de dag waarop de EG-goedkeuring is verleend. Het volgnummer van deze richtlijn is 00.

3.3. Het EG-goedkeuringsmerk moet zodanig op de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden worden aangebracht dat het onuitwisbaar en duidelijk leesbaar is, ook wanneer de inrichting op het voertuig is gemonteerd.

3.4. Een voorbeeld van het EG-goedkeuringsmerk staat afgebeeld in aanhangsel 7.

4. Wijziging van het type en van de goedkeuring

4.1. In geval van wijziging van het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde voertuigtype zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.

5. Overeenstemming van de productie

5.1. De maatregelen die worden genomen om te zorgen voor de overeenstemming van de productie moeten voldoen aan het bepaalde in artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG.

Aanhangsel 1

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

INLICHTINGENFORMULIER Nr. . . .

betreffende de EG-typegoedkeuring van een beschermingsinrichting tegen klemrijden aan de voorzijde als technische eenheid

(Richtlijn . . ./. . ./EG (*), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

De onderstaande gegevens moeten in voorkomend geval in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien de systemen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, worden gegevens over de prestaties verstrekt.

0. ALGEMENE GEGEVENS

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en): .

0.3. Naam en adres van de fabrikant: .

0.4. In geval van onderdelen en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerk: .

0.5. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

1. ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET (DE) VOERTUIG(EN)

waarop de inrichting zal worden gemonteerd voorzover ze betrekking hebben op de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

1.1. Type voertuig en categorie (1) (indien van toepassing): .

1.2. Technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand: .

2. ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

2.1. Volledige beschrijving en/of tekening van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden (inclusief montagestukken en bevestigingsmiddelen): .

2.2. Beperkingen aan het gebruik en eventuele montagevoorschriften: .

2.3. Plaats van de punten op de inrichting waarop de beproevingskrachten moeten worden uitgeoefend: .

2.4. Maximale horizontale en verticale doorbuiging tijdens en na de uitoefening van de beproevingskrachten op de te beproeven punten: .

Datum, dossier

(*) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

(1) Als gedefinieerd in deel A van bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

INLICHTINGENFORMULIER Nr. . . .

overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG (*) betreffende de EG-typegoedkeuring met betrekking tot de montage van een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die als technische eenheid is goedgekeurd

(Richtlijn . . ./. . ./EG (**), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

De onderstaande gegevens moeten in voorkomend geval in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien de systemen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, worden gegevens over de prestaties verstrekt.

0. ALGEMENE GEGEVENS

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en): .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangegeven (b): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (c): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

1. ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET (DE) VOERTUIG(EN)

1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig: .

2. AFMETINGEN EN MASSA'S (e) (in mm en kg) (in voorkomend geval naar tekening verwijzen): .

2.3.5. Breedte van de voorste as (gemeten aan de buitenzijde van de banden, maar exclusief de bolling van de banden dichtbij het wegdek): .

2.8. Technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand volgens fabrieksopgave (maximum en minimum) (y): .

9. CARROSSERIE

9.1. Aard van de carrosserie: .

9.2. Materialen en bouwwijze: .

9.21. Bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

9.21.1. Tekeningen van de voertuigonderdelen die verband houden met de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden, d.w.z. een tekening van het voertuig en/of chassis met de plaats en bevestiging van de breedste vooras, tekening van de montagewijze en/of bevestiging van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. Indien de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden geen afzonderlijke inrichting is, moet er duidelijk uit de tekening naar voren komen dat aan de voorgeschreven afmetingen is voldaan: .

(*) De in dit inlichtingenformulier gebruikte nummers en voetnoten komen overeen met die van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG. De niet voor deze richtlijn relevante punten zijn weggelaten.

(**) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

9.21.2. In geval van een afzonderlijke inrichting, een volledige beschrijving en/of tekening van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden (inclusief montagestukken en bevestigingsmiddelen), of, indien goedgekeurd als technische eenheid, het goedkeuringsnummer: .

9.21.3. Maximale horizontale en verticale doorbuiging tijdens en na de uitoefening van de beproevingskracht op de beproevingspunten: .

Datum, dossier>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 3

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

INLICHTINGENFORMULIER Nr. . . .

overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG (*) betreffende de EG-typegoedkeuring van een voertuigtype met betrekking tot de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

(Richtlijn . . ./. . ./EG (**), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

De onderstaande gegevens moeten in voorkomend geval in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien de systemen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, worden gegevens over de prestaties verstrekt.

0. ALGEMENE GEGEVENS

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en): .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangegeven (b): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (c): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

1. ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET (DE) VOERTUIG(EN)

1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig: .

2. AFMETINGEN EN MASSA'S (e) (in mm en kg) (In voorkomend geval naar tekening verwijzen): .

2.3.5. Breedte van de voorste as (gemeten aan de buitenzijde van de banden, maar exclusief de bolling van de banden dicht bij het wegdek): .

2.8. Technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand volgens fabrieksopgave (maximum en minimum) (y): .

9. CARROSSERIE

9.1. Aard van de carrosserie: .

9.2. Materialen en bouwwijze: .

9.21. Bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

9.21.1. Tekeningen van de voertuigonderdelen die verband houden met de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden, d.w.z. een tekening van het voertuig en/of chassis met de plaats en bevestiging van de breedste vooras, tekening van de montagewijze en/of bevestiging van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. Indien de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden geen afzonderlijke inrichting is, moet er duidelijk uit de tekening naar voren komen dat aan de voorgeschreven afmetingen is voldaan: .

(*) De in dit inlichtingenformulier gebruikte nummers en voetnoten komen overeen met die van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG. De niet voor deze richtlijn relevante punten zijn weggelaten.

(**) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

9.21.2. In geval van een afzonderlijke inrichting, een volledige beschrijving en/of tekening van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden (inclusief montagestukken en bevestigingsmiddelen), of, indien goedgekeurd als technische eenheid, het goedkeuringsnummer: .

9.21.3. Maximale horizontale en verticale doorbuiging tijdens en na de uitoefening van de beproevingskracht op de beproevingspunten: .

Datum, dossier>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 4

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 mm × 297 mm))

EG-GOEDKEURINGSFORMULIER

DIENSTSTEMPEL

Mededeling betreffende de

- goedkeuring (1)

- uitbreiding van de goedkeuring (1)

- weigering van de goedkeuring (1)

- intrekking van de goedkeuring (1)

van een type voertuig/component/technische eenheid (1) met betrekking tot Richtlijn . . ./. . ./EG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG.

Goedkeuringsnummer: .

Reden van uitbreiding: .

DEEL I

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type voertuig: .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien aangegeven op voertuig/component/technische eenheid (1) (2): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (1) (3): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.7. In het geval van componenten en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerkteken: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

DEEL II

1. Eventueel aanvullende gegevens (zie addendum)

2. Technische dienst die met de proeven is belast: .

3. Datum van het beproevingsrapport: .

4. Nummer van het beproevingsrapport: .

5. Eventuele opmerkingen (zie addendum): .

6. Plaats: .

7. Datum: .

8. Handtekening: .

9. Hierbij is een index gevoegd van het bij de goedkeuringsinstantie ingediende informatiepakket, dat op aanvraag kan worden verkregen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2) Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet van betekenis zijn voor de beschrijving van het type voertuig, de component of de technische eenheid waarop dit goedkeuringscertificaat betrekking heeft, moeten dergelijke tekens op het document door vraagtekens worden vervangen (bijvoorbeeld ABC??123??).

(3) Als gedefinieerd in deel A van bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Addendum

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

bij EG-goedkeuringsformulier nr. . . . voor de goedkeuring van een beschermingsinrichting tegen klemrijden aan de voorzijde als technische eenheid

(Richtlijn . . ./. . ./EG (*), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

1. Aanvullende gegevens

1.1. Korte beschrijving van het voertuigtype voor wat betreft bouwwijze, afmetingen, vorm en samenstellende delen: .

1.2. Plaats van de motor: voor/achter/midden (1)

1.3. Aandrijving: voorwiel/achterwiel (1)

1.4. Massa van het voor beproeving ter beschikking gestelde voertuig

1.4.1. Vooras: .

1.4.2. Achteras: .

1.4.3. Totaal: .

5. Opmerkingen (bv. geldig voor zowel voertuigen met het stuurwiel links als voor voertuigen met het stuurwiel rechts): .

(*) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 5

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 mm × 297 mm))

EG-GOEDKEURINGSFORMULIER

DIENSTSTEMPEL

Mededeling betreffende de

- goedkeuring (1)

- uitbreiding van de goedkeuring (1)

- weigering van de goedkeuring (1)

- intrekking van de goedkeuring (1)

van een type voertuig/component/technische eenheid (1) met betrekking tot Richtlijn . . ./. . ./EG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG.

Goedkeuringsnummer: .

Reden van uitbreiding: .

DEEL I

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type voertuig: .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien aangegeven op voertuig/component/technische eenheid (1) (2): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (1) (3): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.7. In het geval van componenten en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerkteken: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

DEEL II

1. Eventueel aanvullende gegevens (zie addendum)

2. Technische dienst die met de proeven is belast: .

3. Datum van het beproevingsrapport: .

4. Nummer van het beproevingsrapport: .

5. Eventuele opmerkingen (zie addendum): .

6. Plaats: .

7. Datum: .

8. Handtekening: .

9. Hierbij is een index gevoegd van het bij de goedkeuringsinstantie ingediende informatiepakket, dat op aanvraag kan worden verkregen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2) Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet van betekenis zijn voor de beschrijving van het type voertuig, de component of de technische eenheid waarop dit goedkeuringscertificaat betrekking heeft, moeten dergelijke tekens op het document door vraagtekens worden vervangen (bijvoorbeeld ABC??123??).

(3) Als gedefinieerd in deel A van bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Addendum

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

bij EG-goedkeuringsformulier nr. . . . voor de goedkeuring van een voertuigtype met betrekking tot de montage van beschermingsinrichtingen tegen klemrijden aan de voorzijde die zijn goedgekeurd als technische eenheid

(Richtlijn . . ./. . ./EG (*), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

1. Aanvullende gegevens

1.1. Korte beschrijving van het voertuigtype voor wat betreft bouwwijze, afmetingen, vorm en samenstellende delen: .

1.2. Plaats van de motor: voor/achter/midden (1)

1.3. Aandrijving: voorwiel/achterwiel (1)

1.4. Massa van het voor beproeving ter beschikking gestelde voertuig

1.4.1. Vooras: .

1.4.2. Achteras: .

1.4.3. Totaal: .

5. Opmerkingen (bv. geldig voor zowel voertuigen met het stuurwiel links als voor voertuigen met het stuurwiel rechts): .

(*) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 6

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 mm × 297 mm))

EG-GOEDKEURINGSFORMULIER

DIENSTSTEMPEL

Mededeling betreffende de

- goedkeuring (1)

- uitbreiding van de goedkeuring (1)

- weigering van de goedkeuring (1)

- intrekking van de goedkeuring (1)

van een type voertuig/component/technische eenheid (1) met betrekking tot Richtlijn . . ./. . ./EG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG.

Goedkeuringsnummer: .

Reden van uitbreiding: .

DEEL I

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type voertuig: .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien aangegeven op voertuig/component/technische eenheid (1) (2): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (1) (3): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.7. In het geval van componenten en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerkteken: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

DEEL II

1. Eventueel aanvullende gegevens (zie addendum)

2. Technische dienst die met de proeven is belast: .

3. Datum van het beproevingsrapport: .

4. Nummer van het beproevingsrapport: .

5. Eventuele opmerkingen (zie addendum): .

6. Plaats: .

7. Datum: .

8. Handtekening: .

9. Hierbij is een index gevoegd van het bij de goedkeuringsinstantie ingediende informatiepakket, dat op aanvraag kan worden verkregen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2) Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet van betekenis zijn voor de beschrijving van het type voertuig, de component of de technische eenheid waarop dit goedkeuringscertificaat betrekking heeft, moeten dergelijke tekens op het document door vraagtekens worden vervangen (bijvoorbeeld ABC??123??).

(3) Als gedefinieerd in deel A van bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Addendum

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

bij EG-goedkeuringsformulier nr. . . . voor de goedkeuring van een voertuigtype met betrekking tot de beschermingsinrichting tegen klemrijden aan de voorzijde

(Richtlijn . . ./. . ./EG (*), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

1. Aanvullende gegevens

1.1. Korte beschrijving van het voertuigtype voor wat betreft bouwwijze, afmetingen, vorm en samenstellende delen: .

1.2. Plaats van de motor: voor/achter/midden (1)

1.3. Aandrijving: voorwiel/achterwiel (1)

1.4. Massa van het voor beproeving ter beschikking gestelde voertuig

1.4.1. Vooras: .

1.4.2. Achteras: .

1.4.3. Totaal: .

5. Opmerkingen (bv. geldig voor zowel voertuigen met het stuurwiel links als voor voertuigen met het stuurwiel rechts): .

(*) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 7

Model van het EG-goedkeuringsmerk

a ≥ 12 mm

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

De beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden met het hierboven afgebeelde EG-goedkeuringsmerk is een inrichting, die in Duitsland is goedgekeurd (e1) met als basisgoedkeuringsnummer 2439 op grond van deze richtlijn (00).

De cijfers zijn slechts gebruikt ter illustratie.

(1*) Het richtlijnnummer van de richtlijn invoegen.

BIJLAGE II

TOEPASSINGSGEBIED EN TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

1. TOEPASSINGSGEBIED

1.1. Deze richtlijn is van toepassing op:

1.1.1. beschermingsinrichtingen tegen klemrijden aan de voorzijde als technische eenheid bestemd voor montage op voertuigen van categorie N2 en N3 (1);

1.1.2. voertuigen van categorie N2 en N3 met betrekking tot de montage van beschermingsinrichtingen tegen klemrijden aan de voorzijde die zijn goedgekeurd als technische eenheid;

1.1.3. voertuigen van categorie N2 en N3 met betrekking tot de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden.

1.2. Voertuigen van categorie N2 met een maximummassa van niet meer dan 7,5 ton behoeven slechts te voldoen aan de bepaling van deze richtlijn waarin een vrije hoogte wordt voorgeschreven van 400 mm.

1.3. De voorschriften van deze richtlijn zijn niet van toepassing op:

1.3.1. niet voor de weg bestemde voertuigen van categorie N2 en N3;

1.3.2. voertuigen waarvan het gebruik onverenigbaar is met de voorschriften voor een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden.

2. DEFINITIES

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

2.1. "maximummassa" van het voertuig de massa als gedefinieerd in punt 2.8 van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG;

2.2. "onbeladen voertuig" het voertuig in rijklare toestand met een massa als gedefinieerd in punt 2.6 van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG;

2.3. "type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden" beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden waarvan de hoofdeigenschappen in principe onderling niet verschillen, zoals vorm; afmetingen; bevestiging; materialen en de in 1.1.3 van bijlage I genoemde merktekens;

2.4. "bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden" de aanwezigheid aan de voorzijde van het voertuig van ofwel:

een speciale beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden; ofwel

carrosseriedelen, chassisdelen of andere onderdelen op zodanige wijze dat deze elementen door hun vorm en eigenschappen geacht kunnen worden de functie te vervullen van een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden;

2.5. "voertuigtype" voertuigen waarvan de eigenschappen in principe onderling niet verschillen; zoals:

2.5.1. de breedte van de voorste as, gemeten aan de buitenzijde van de banden, exclusief de bolling van de banden dichtbij het wegdek;

2.5.2. de constructie, de afmetingen, de vorm en materialen aan de voorzijde van het voertuig voorzover ze betrekking hebben op de voorschriften van het relevante deel van deze richtlijn;

2.5.3. de goedgekeurde beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden op het voertuig;

2.5.4. de maximummassa van het voertuigtype.

3. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

De technische voorschriften waaraan moet worden voldaan om overeenkomstig deze richtlijn een typegoedkeuring te verkrijgen zijn vermeld in de punten 6, 8 en 10 en in bijlage 5 van UN/ECE-reglement 93.

(1) Als gedefinieerd in deel A van bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.

Top