Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0617

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/617 van de Commissie van 17 maart 2023 tot beëindiging van de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië

C/2023/1630

PB L 80 van 20.3.2023, pp. 99–100 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/617/oj

20.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/99


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/617 VAN DE COMMISSIE

van 17 maart 2023

tot beëindiging van de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 14, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Inleiding van een antisubsidieprocedure

(1)

Op 31 maart 2022 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) van de Coalition against Unfair Trade in Fatty Acid (“de klager”) een klacht ontvangen op grond van artikel 10 van Verordening (EU) 2016/1037 (“de basisverordening”).

(2)

Op 13 mei 2022 heeft de Commissie, na op 12 mei 2022 met de Indonesische overheid te hebben overlegd, een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië ingeleid. Zij heeft daartoe een bericht van inleiding bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (“het bericht van inleiding”) (2).

1.2.   Antidumpingprocedure

(3)

Op 30 november 2021 heeft de Commissie een antidumpingprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië ingeleid. Zij heeft daartoe een bericht van inleiding bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3).

(4)

Op 19 januari 2023 heeft de Commissie bij Verordening (EU) 2023/111 (4) antidumpingrechten ingesteld op vetzuur uit Indonesië, variërend van 15,2 % tot 46,4 %.

1.3.   Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode

(5)

Het onderzoek naar subsidiëring en schade had betrekking op de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021 (“het onderzoektijdvak”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de schade had betrekking op de periode van 1 januari 2018 tot het einde van het onderzoektijdvak (“de beoordelingsperiode”).

1.4.   Belanghebbenden

(6)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie belanghebbenden uitgenodigd contact met haar op te nemen om aan het onderzoek mee te werken. Daarnaast heeft de Commissie de klager, de haar bekende producenten in de Unie, de haar bekende producenten-exporteurs, de Indonesische autoriteiten alsmede de haar bekende importeurs en gebruikers specifiek op de hoogte gesteld van de opening van het onderzoek en hen uitgenodigd mee te werken.

(7)

De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de opening van het onderzoek en te verzoeken om een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures.

2.   ONDERZOCHT PRODUCT

(8)

Dit onderzoek heeft betrekking op vetzuren met een koolstofketenlengte van C6, C8, C10, C12, C14, C16 of C18 met een joodgetal van minder dan 105 g/100 g en een verhouding van vrije vetzuren tot triglyceriden (splitsingsgraad) van ten minste 97 %, met inbegrip van:

enkelvoudig vetzuur (ook “zuiver gesneden” genoemd), en

mengsels met een combinatie van twee of meer koolstofketenlengtes (“het onderzochte product”).

3.   INTREKKING VAN DE KLACHT

(9)

Bij brief van 3 oktober 2022 aan de Commissie heeft de klager zijn klacht ingetrokken.

(10)

De intrekking van een antidumpingklacht wordt geregeld door artikel 14, lid 1, van de basisverordening, waarin is bepaald dat “[w]anneer de klacht wordt ingetrokken, de procedure [kan] worden beëindigd, tenzij deze beëindiging niet in het belang van de Unie is”. Zoals het Gerecht heeft opgemerkt in het arrest Philips Lighting Poland en Philips Lighting/Raad (5), beschikken de instellingen van de Unie over een ruime beoordelingsbevoegdheid om een onderzoek na een intrekking voort te zetten dan wel te beëindigen.

(11)

Bij het onderzoek was niet gebleken dat de beëindiging van de procedure niet in het belang van de Unie zou zijn.

4.   CONCLUSIE EN MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(12)

De Commissie is derhalve van oordeel dat de procedure moet worden beëindigd.

(13)

De belanghebbenden zijn hiervan in kennis gesteld en zij hebben de gelegenheid gekregen opmerkingen te maken.

(14)

De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen die tot de conclusie zouden leiden dat beëindiging van de procedure niet in het belang van de Unie zou zijn.

(15)

Dit besluit is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 25, lid 1, van de basisverordening bedoelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De antisubsidieprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië wordt beëindigd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  Bericht van inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië (PB C 195 van 13.5.2022, blz. 11).

(3)  Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van vetzuur van oorsprong uit Indonesië (PB C 482 van 30.11.2021, blz. 5).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/111 van de Commissie van 18 januari 2023 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op vetzuur van oorsprong uit Indonesië (PB L 18 van 19.1.2023, blz. 1).

(5)  Arrest van 11 juli 2013, Philips Lighting Poland en Philips Lighting/Raad, T-469/07, EU:T:2013:370, punt 87.


Top