This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R2307
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/2307 of 21 October 2021 laying down rules on documents and notifications required for organic and in-conversion products intended for import into the Union (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot vaststelling van regels betreffende documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot vaststelling van regels betreffende documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/8811
PB L 461 van 27.12.2021, p. 30–39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/07/2022
27.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 461/30 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/2307 VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2021
tot vaststelling van regels betreffende documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (1), en met name artikel 39, lid 2, punten b) en c), en artikel 43, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 45, lid 1, van Verordening (EU) 2018/848 mag een product uit een derde land worden ingevoerd met het doel in de Unie als een biologisch product of als een omschakelingsproduct in de handel te worden gebracht. Daarom moeten voor bepaalde exploitanten in de Unie nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot zendingen bij binnenkomst in de Unie en na de vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie van een zending of een deel van een zending. Die exploitanten zijn de importeurs die de zending aanbieden voor vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie, of namens hen optredende exploitanten, en de eerste ontvangers en ontvangers die de zending of een deel van de zending zullen ontvangen. |
(2) |
Met het oog op het organiseren van een systeem van officiële controles van zendingen dat de traceerbaarheid waarborgt, moet de importeur de aankomst van een zending vooraf melden aan de bevoegde autoriteit en zijn eigen controleautoriteit of controleorgaan door de relevante informatie te verstrekken op het inspectiecertificaat als bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie (2). |
(3) |
Voorts moeten nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de inhoud van het uittreksel uit het inspectiecertificaat alsook met betrekking tot de technische middelen waarmee het moet worden afgegeven. |
(4) |
De importeur, de eerste ontvanger en de ontvanger moeten het inspectiecertificaat of het uittreksel uit het inspectiecertificaat verstrekken op verzoek van de controleautoriteiten of controleorganen. Er moeten aanvullende verplichtingen met betrekking tot de informatie die door respectievelijk de importeur, de eerste ontvanger en de ontvanger moet worden opgenomen in de in artikel 39, lid 1, punt d), i), van Verordening (EU) 2018/848 bedoelde beschrijving van de biologische productie-eenheid of productie-eenheid in omschakeling. |
(5) |
Om ervoor te zorgen dat een passende follow-up wordt gegeven aan gevallen van niet-naleving moet informatie over elke vermoede of vastgestelde niet-naleving die wordt geconstateerd tijdens de door de bevoegde autoriteit van een lidstaat verrichte verificatie van een zending, tussen de lidstaten en de Commissie worden gedeeld aan de hand van het informatiesysteem voor biologische landbouw. |
(6) |
Met betrekking tot papieren inspectiecertificaten en papieren uittreksels uit inspectiecertificaten die zijn geviseerd op papier met een handtekening overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306, moeten overgangsvereisten voor het gebruik van een dergelijk certificaat en uittreksels daaruit door de eerste ontvanger en ontvanger worden vastgesteld, alsook het vereiste dat een dergelijk certificaat en uittreksels daaruit de goederen moeten vergezellen tot de bedrijfsterreinen van de eerste ontvanger en de ontvanger. |
(7) |
Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) 2018/848. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de biologische productie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voorwerp
In deze verordening worden regels vastgesteld betreffende:
(a) |
de verklaringen en mededelingen van importeurs, voor de zendingen verantwoordelijke exploitanten, eerste ontvangers en ontvangers ten behoeve van de invoer van producten van derde landen met als doel ze in de Unie in de handel te brengen als biologische of omschakelingsproducten, en |
(b) |
de kennisgeving door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van vermoede of vastgestelde niet-naleving bij zendingen. |
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(1) |
“importeur”: een in de Unie gevestigde en aan het in Verordening (EU) 2018/848 bedoelde controlesysteem onderworpen natuurlijke of rechtspersoon die, zelf of via een vertegenwoordiger, de zending voor vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie aanbiedt; |
(2) |
“voor de zending verantwoordelijke exploitant”: voor de doeleinden van artikel 6, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie (3), hetzij de importeur of een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die de zending namens de importeur aanbiedt aan de grenscontrolepost; |
(3) |
“eerste ontvanger”: een in de Unie gevestigde en aan het in Verordening (EU) 2018/848 bedoelde controlesysteem onderworpen natuurlijke of rechtspersoon aan wie de zending wordt geleverd door de importeur na de vrijgave voor het vrije verkeer en die deze in ontvangst neemt voor verdere bereiding en/of afzet; |
(4) |
“ontvanger”: een in de Unie gevestigde en aan het in Verordening (EU) 2018/848 bedoelde controlesysteem onderworpen natuurlijke of rechtspersoon aan wie de partij die is verkregen door opsplitsing van een zending wordt geleverd door de importeur na de vrijgave voor het vrije verkeer en die deze in ontvangst neemt voor verdere bereiding en/of afzet; |
(5) |
“zending”: een zending, in de zin van artikel 3, punt 37, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (4), van producten die bestemd zijn om in de Unie als biologische of omschakelingsproducten in de handel te worden gebracht; in het geval van biologische en omschakelingsproducten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie (5), wordt onder “zending” echter verstaan een hoeveelheid producten van een of meer codes van de gecombineerde nomenclatuur die onder één enkel inspectiecertificaat valt en met hetzelfde vervoermiddel en uit hetzelfde derde land wordt ingevoerd. |
Artikel 3
Voorafgaande kennisgeving van aankomst
1. Met betrekking tot elke zending doet de importeur of, in voorkomend geval, de voor de zending verantwoordelijke exploitant, een voorafgaande kennisgeving van de aankomst van de zending aan de grenscontrolepost of het punt van vrijgave voor het vrije verkeer door in het in artikel 2, punt 36, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie (6) bedoelde Trade Control and Expert System (Traces) het relevante deel van het inspectiecertificaat in te vullen overeenkomstig het model en de richtsnoeren die zijn vastgesteld in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 en het bij de volgende entiteiten in te dienen:
(a) |
de in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 bedoelde bevoegde autoriteit; |
(b) |
de controleautoriteit of het controleorgaan van de importeur. |
2. Voor elke zending die officiële controles aan grenscontroleposten moet ondergaan, geldt lid 1 naast de vereisten inzake voorafgaande kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten aan grenscontroleposten van aankomst van zendingen uit hoofde van artikel 56, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2017/625.
3. Voorafgaande kennisgevingen uit hoofde van lid 1 worden gedaan overeenkomstig de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1013 van de Commissie (7) vastgestelde minimumtermijnen.
Artikel 4
Inspectiecertificaat en uittreksel uit het inspectiecertificaat
1. De importeur en de eerste ontvanger vullen het inspectiecertificaat in Traces als volgt in:
(a) |
in vak 23 betreffende bijzondere douaneregelingen vult de importeur in Traces alle informatie in, behalve de informatie betreffende de door de relevante bevoegde autoriteit verrichte verificatie; |
(b) |
in vak 24 betreffende de eerste ontvanger vult de importeur in Traces de informatie in indien de informatie niet door de controleautoriteit of het controleorgaan in het derde land is ingevuld vóór de verificatie van de zending en de visering van het inspectiecertificaat door de bevoegde autoriteit, en |
(c) |
vak 31 betreffende de verklaring van de eerste ontvanger wordt ingevuld in Traces door de eerste ontvanger bij ontvangst van de zending na de vrijgave ervan voor het vrije verkeer. |
2. Indien uit de beslissing over de zending overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 blijkt dat de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer, vermeldt de importeur het nummer van het inspectiecertificaat in de douaneaangifte voor het vrije verkeer als bedoeld in artikel 158, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8).
3. Indien een zending onder douanetoezicht en vóór de vrijgave voor het vrije verkeer overeenkomstig artikel 6, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 in verschillende partijen wordt opgesplitst, wordt door de importeur voor elk van de partijen een uittreksel uit het inspectiecertificaat ingevuld en ingediend overeenkomstig het model en de richtsnoeren die zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.
Hetzelfde geldt indien een zending overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 na de verificatie en de visering van het inspectiecertificaat in verschillende partijen wordt opgesplitst.
Indien uit de beslissing over een partij die overeenkomstig artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 in het uittreksel uit het inspectiecertificaat is geregistreerd, blijkt dat de partij kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer, wordt het nummer van het uittreksel uit het inspectiecertificaat vermeld in de douaneaangifte voor het vrije verkeer als bedoeld in artikel 158, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013.
Bij ontvangst van de partij geeft de ontvanger in Traces-vak 13 van het uittreksel uit het inspectiecertificaat aan of de verpakking of container en, indien van toepassing, het inspectiecertificaat, bij ontvangst van de partij in overeenstemming zijn met punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848.
4. Het uittreksel uit het inspectiecertificaat wordt opgesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat waar de partij wordt vrijgegeven voor het vrije verkeer. Een lidstaat kan ermee instemmen dat een uittreksel uit de certificaten in een andere officiële taal van de Unie wordt opgesteld en zo nodig vergezeld gaat van een gewaarmerkte vertaling.
Artikel 5
Voorlegging van documenten
Op verzoek van de relevante bevoegde autoriteit, de relevante controleautoriteit of het relevante controleorgaan verstrekt de importeur, de eerste ontvanger of de ontvanger het inspectiecertificaat of, indien van toepassing, het uittreksel uit het inspectiecertificaat waarin zij worden vermeld.
Artikel 6
Beschrijving van de productie-eenheden en activiteiten
In het geval van een importeur die de zending aangeeft voor het vrije verkeer, omvat de volledige beschrijving van de biologische productie-eenheid of productie-eenheid in omschakeling en de activiteiten als bedoeld in artikel 39, lid 1, punt d), i), van Verordening (EU) 2018/848:
(a) |
de bedrijfsruimten; |
(b) |
de activiteiten, met vermelding van de punten van vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie; |
(c) |
alle andere installaties die de importeur voornemens is te gebruiken voor de opslag van ingevoerde producten in afwachting van de levering ervan aan de eerste ontvanger, en |
(d) |
een verbintenis om te waarborgen dat alle installaties die zullen worden gebruikt voor de opslag van ingevoerde producten, worden onderworpen aan controles die moeten worden uitgevoerd door hetzij de controleautoriteit of het controleorgaan hetzij, wanneer deze opslaginstallaties zich bevinden in een andere lidstaat of regio, door een controleautoriteit die of controleorgaan dat in die lidstaat of regio voor controles erkend is. |
In het geval van de eerste ontvanger en de ontvanger omvat de omschrijving de voor de ontvangst en de opslag van zendingen gebruikte installaties.
Artikel 7
Kennisgeving van vermoede of vastgestelde niet-naleving
Indien tijdens de verificatie van de conformiteit van een zending overeenkomstig artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 gevallen van vermoede of vastgestelde niet-naleving worden geconstateerd, stelt de betrokken lidstaat onmiddellijk de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis aan de hand van het informatiesysteem voor biologische landbouw (OFIS) en het sjabloon in afdeling 4 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/279 van de Commissie (9). De Commissie stelt de bevoegde autoriteit, of indien van toepassing, de controleautoriteit of het controleorgaan van het derde land in kennis.
Artikel 8
Overgangsbepalingen voor papieren inspectiecertificaten en uittreksels daaruit
1. Het overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 met een handtekening geviseerde papieren inspectiecertificaat en het overeenkomstig artikel 11, lid 5, van die verordening met een handtekening geviseerde papieren uittreksel uit een inspectiecertificaat begeleiden de goederen tot aan de bedrijfsterreinen van de eerste ontvanger of de ontvanger.
2. Bij ontvangst van het in lid 1 bedoelde papieren inspectiecertificaat verifieert de eerste ontvanger of de informatie op dat certificaat overeenstemt met de informatie die op dat certificaat in Traces is ingevuld.
Indien de informatie betreffende het aantal verpakkingen als bedoeld in vak 13 van het inspectiecertificaat of de informatie in de vakken 16 en 17 van dat certificaat niet is ingevuld op het papieren inspectiecertificaat, of indien die informatie afwijkt van de informatie die op het certificaat in Traces is ingevuld, neemt de eerste ontvanger de informatie die op het certificaat in Traces is ingevuld, in aanmerking.
3. Na de in lid 2 bedoelde verificatie handtekent de eerste ontvanger het papieren inspectiecertificaat in vak 31 en verzendt hij dat certificaat aan de in vak 12 daarvan vermelde importeur.
4. De importeur houdt het in lid 3 bedoelde papieren inspectiecertificaat ten minste twee jaar ter beschikking van de controleautoriteit of het controleorgaan.
5. In het geval van een papieren uittreksel uit het inspectiecertificaat als bedoeld in lid 1 handtekent de ontvanger, bij ontvangst van de partij, dat papieren uittreksel in vak 13.
6. De ontvanger van een partij houdt het in lid 5 bedoelde papieren uittreksel uit het inspectiecertificaat ten minste twee jaar ter beschikking van de controleautoriteiten en/of controleorganen.
7. De eerste ontvanger of, indien van toepassing, de importeur kan een kopie van het in lid 3 bedoelde papieren inspectiecertificaat maken om de controleautoriteiten en controleorganen te informeren overeenkomstig artikel 5. Op elke dergelijke kopie moet de vermelding “KOPIE” zijn gedrukt of gestempeld.
8. De ontvanger of, indien van toepassing, de importeur kan een kopie maken van het in lid 5 bedoelde papieren uittreksel uit het inspectiecertificaat om de controleautoriteiten en controleorganen te informeren overeenkomstig artikel 5. Op elke dergelijke kopie moet de vermelding “KOPIE” zijn gedrukt of gestempeld.
Artikel 9
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie van 21 oktober 2021tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat (zie bladzijde 13 van dit Publicatieblad).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 64).
(4) Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder biologische en omschakelingsproducten zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten, de plaats van officiële controles voor dergelijke producten en tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2123 en (EU) 2019/2124 van de Commissie (zie bladzijde 5 van dit Publicatieblad).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (de Imsoc-verordening) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1013 van de Commissie van 16 april 2019 betreffende de voorafgaande kennisgeving van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen die de Unie binnenkomen (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 8).
(8) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/279 van de Commissie van 22 februari 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft controles en andere maatregelen ter waarborging van de traceerbaarheid en naleving in de biologische productie en de etikettering van biologische producten (PB L 62 van 23.2.2021, blz. 6).
BIJLAGE
DEEL I
UITTREKSEL Nr. … VAN HET INSPECTIECERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN BIOLOGISCHE EN OMSCHAKELINGSPRODUCTEN IN DE EUROPESE UNIE
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Naam en handtekening van gemachtigde persoon: |
Datum: |
||||||||||||
|
DEEL II
RICHTSNOEREN VOOR HET INVULLEN VAN HET MODEL VAN HET UITTREKSEL UIT HET INSPECTIECERTIFICAAT
Uittreksel nr. …: |
Het nummer van het uittreksel stemt overeen met het nummer van de door opsplitsing van de oorspronkelijke zending verkregen partij. |
Vak 1 |
: |
Naam, adres en code van de controleautoriteit of het controleorgaan in het derde land die/dat het basisinspectiecertificaat heeft afgegeven. |
||||||||||
Vak 2 |
: |
In dit vak worden de bepalingen van Verordening (EU) 2018/848 vermeld die op de afgifte en het gebruik van dit uittreksel betrekking hebben; duid de bepaling aan op grond waarvan de oorspronkelijke zending is ingevoerd; zie vak 2 van het basisinspectiecertificaat. |
||||||||||
Vak 3 |
: |
Nummer van het inspectiecertificaat dat automatisch door het elektronische Traces-systeem (Trade Control and Expert System) aan het basiscertificaat is toegewezen. |
||||||||||
Vak 4 |
: |
Naam, adres en code van de controleautoriteit die of het controleorgaan dat belast is met de controles van de exploitant die de zending heeft opgesplitst. |
||||||||||
Vakken 5, 6 en 7 |
: |
Zie de overeenkomstige gegevens over het basisinspectiecertificaat. |
||||||||||
Vak 8 |
: |
Dit is de unieke alfanumerieke code die door Traces is toegewezen aan de grenscontrolepost of het andere controlepunt dan een grenscontrolepost als bedoeld in artikel 53, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (2) of het punt van vrijgave voor het vrije verkeer in de Europese Unie, al naargelang, met inbegrip van het land waar officiële controles voor de verificatie van de partij worden verricht overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie (3) en waar de beslissing betreffende de zending wordt geregistreerd in vak 30 van het inspectiecertificaat. |
||||||||||
Vak 9 |
: |
Het land van bestemming is het land van de eerste ontvanger in de Europese Unie. |
||||||||||
Vak 10 |
: |
Ontvanger van de (door opsplitsing verkregen) partij in de Europese Unie. |
||||||||||
Vak 11 |
: |
Beschrijving van de producten, met inbegrip van:
|
||||||||||
Vak 12 |
: |
Dit vak moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld voor elk van de partijen die resulteren uit de in artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 bedoelde opsplitsing. De bevoegde autoriteit moet de passende optie selecteren en zo nodig alle aanvullende informatie toevoegen die relevant wordt geacht. Met name indien de optie “De partij kan niet worden vrijgegeven voor het vrije verkeer” is geselecteerd, moet de relevante informatie onder “aanvullende informatie” worden verstrekt. Als het gaat om producten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, moet dit vak worden ingevuld door de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost. De handtekening van de gemachtigde persoon is alleen vereist voor uittreksels uit inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306. |
||||||||||
Vak 13 |
: |
Dit vak moet door de ontvanger worden ingevuld bij ontvangst van de partij, door één optie te selecteren nadat de in punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848 bedoelde controles zijn verricht. De handtekening van de ontvanger is vereist voor uittreksels uit inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306. |
(1) Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 13).
(4) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1378 van de Commissie van 19 augustus 2021 tot vaststelling van bepaalde voorschriften betreffende het certificaat dat wordt afgegeven aan exploitanten, groepen exploitanten en exporteurs in derde landen die betrokken zijn bij de invoer van biologische producten en omschakelingsproducten in de Unie en tot vaststelling van de lijst van overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad erkende controleautoriteiten en controleorganen (PB L 297 van 20.8.2021, blz. 24).