Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0140

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/140 van de Commissie van 1 februari 2021 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Munster”/“Munster-Géromé” (BOB)

    C/2021/756

    PB L 43 van 8.2.2021, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/140/oj

    8.2.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 43/8


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/140 VAN DE COMMISSIE

    van 1 februari 2021

    tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Munster”/“Munster-Géromé” (BOB)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Frankrijk tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Munster”/“Munster-Géromé”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd.

    (2)

    Bij brief van 8 augustus 2019 hebben de Franse autoriteiten aan de Commissie meegedeeld dat krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan de op hun grondgebied gevestigde marktdeelnemers die aan de voorwaarden van dat artikel voldoen, een overgangsperiode, die op 31 december 2023 verstrijkt, is toegestaan bij besluit van 18 juli 2019 tot wijziging van het besluit van 8 november 2018 inzake de wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Munster”/“Munster-Géromé”, dat op 26 juli 2019 in het staatsblad van de Franse Republiek (3) is bekendgemaakt. De lijst van marktdeelnemers die voor deze overgangsperiode in aanmerking komen, is bij de bijlage van dat besluit van de Franse Republiek gevoegd. In het kader van de nationale bezwaarprocedure hadden deze marktdeelnemers, die “Munster”/“Munster-Géromé” ononderbroken gedurende ten minste vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag legaal in de handel hadden gebracht, bezwaar aangetekend. Negentien marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “De melk die wordt gebruikt voor de vervaardiging van “Munster” of “Munster-Géromé” is uitsluitend afkomstig van koeien van de rassen Vosgienne, Simmental, Prim’Holstein, Montbéliarde of kruisingen daarvan. In geval van kruising worden alleen koeien die een raszuivere stier van een van de bovengenoemde vier rassen als vader hebben, aanvaard”. Veertien marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “Berekend als jaargemiddelde wordt het basisrantsoen van de melkveestapel (in droge stof) voor ten minste 95 % in het geografische gebied geproduceerd”. Vier marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “Berekend als jaargemiddelde wordt het basisrantsoen van de melkveestapel (in droge stof) voor ten minste 70 % op het bedrijf geproduceerd”. Tien marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “In welke vorm dan ook maakt het gras (in droge stof) voor de melkkoeien gemiddeld per jaar ten minste 40 % van het basisrantsoen uit en dagelijks ten minste 25 % van dat rantsoen”. Dertien marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “Elke melkkoe heeft een begrazingsoppervlakte van ten minste 10 are”. Zeven marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “[De melkkoeien] grazen ten minste 150 dagen per jaar”. Twaalf marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepaling: “De hoeveelheid krachtvoer mag niet groter zijn dan 1,8 ton droge stof per koe per jaar”. Vijf marktdeelnemers maakten bezwaar tegen de volgende bepalingen: “De rijping vereist een specifieke omgeving met een relatieve vochtigheid van ten minste 90 % […]. Tijdens de gistingsfase is de temperatuur 16 °C of hoger. Tijdens de fase van de vochtige behandeling ligt de temperatuur van de rijpingskelder tussen 10 en 16 °C”.

    (3)

    Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4).

    (4)

    Aangezien de Commissie geen bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Munster”/“Munster-Géromé” (BOB) wordt goedgekeurd.

    Artikel 2

    Voor de op grond van artikel 1 verleende bescherming geldt de overgangsperiode die Frankrijk krachtens artikel 15, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 aan de marktdeelnemers die aan de voorwaarden van dat artikel voldoen, heeft toegestaan bij besluit van 18 juli 2019 tot wijziging van het besluit van 8 november 2018 inzake de wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Munster”/“Munster-Géromé”, dat op 26 juli 2019 in het staatsblad van de Franse Republiek is bekendgemaakt.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 1 februari 2021.

    Voor de Commissie,

    namens de voorzitter,

    Janusz WOJCIECHOWSKI

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1).

    (3)  JORF nr. 0172 van 26 juli 2019, tekst nr. 75.

    (4)  PB C 295 van 2.9.2020, blz. 5.


    Top