Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0073

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/73 van de Commissie van 26 januari 2021 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

    C/2021/290

    PB L 27 van 27.1.2021, p. 9–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2022; stilzwijgende opheffing door 32022R2531

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/73/oj

    27.1.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 27/9


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/73 VAN DE COMMISSIE

    van 26 januari 2021

    houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (1), en met name artikel 8, lid 3, artikel 12 en artikel 75, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie (2) zijn uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 vastgesteld. Bij Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad (3) is Verordening (EU) nr. 1305/2013 gewijzigd, is de looptijd van plattelandsontwikkelingsprogramma’s die uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (“Elfpo”) worden gesteund, verlengd tot en met 31 december 2022, en hebben de lidstaten de mogelijkheid gekregen om hun verlengde programma’s te financieren uit de overeenkomstige begrotingstoewijzing voor de jaren 2021 en 2022. Voorts zijn bij Verordening (EU) 2020/2220 aanvullende middelen beschikbaar gesteld uit het bij Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad (4) ingestelde herstelinstrument van de Europese Unie (“EURI”) in de verlengde programma’s in de jaren 2021 en 2022 ter financiering van maatregelen in het kader van Verordening (EU) nr. 1305/2013, met als doel de impact van de COVID-19-crisis en de gevolgen daarvan voor de landbouwsector en de plattelandsgebieden van de Unie aan te pakken. Derhalve moeten de respectieve uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 worden gewijzigd.

    (2)

    In artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 is bepaald hoeveel wijzigingen van plattelandsontwikkelingsprogramma’s de lidstaten maximaal bij de Commissie mogen indienen. Teneinde de lidstaten meer flexibiliteit te bieden om hun begrotingstoewijzing voor de jaren 2021 en 2022 te gebruiken in de verlengde programma’s en de aanvullende middelen uit het EURI te integreren, moet het in dat artikel bedoelde maximumaantal wijzigingen worden verhoogd en moeten de termijnen voor het indienen van verzoeken tot een laatste programmawijziging worden verlengd. Bovendien moet worden verduidelijkt dat het maximumaantal wijzigingen niet van toepassing mag zijn op verzoeken tot wijziging van plattelandsontwikkelingsprogramma’s indien de wijziging vereist is naar aanleiding van de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2020/2220 en dient om de looptijd van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s te verlengen en de aanvullende middelen uit het EURI te integreren.

    (3)

    In Verordening (EU) 2020/2220 is voor de verlengde plattelandsontwikkelingsprogramma’s bepaald dat de volgens het prestatiekader vastgestelde streefdoelen moeten worden vastgesteld voor het jaar 2025. Derhalve is het nodig te specificeren dat de streefdoelen van de prestatiekaderindicatoren verwijzen naar de tegen 31 december 2025 geplande verwezenlijkingen. Bovendien sluit Verordening (EU) 2020/2220 uit dat het prestatiekader op de aanvullende middelen uit het EURI wordt toegepast. Outputs die uit de aanvullende middelen uit het EURI worden gefinancierd, moeten daarom worden uitgesloten van de streefdoelen van het prestatiekader.

    (4)

    In Verordening (EU) 2020/2220 is bepaald dat de aanvullende middelen uit het EURI afzonderlijk van de steun van de Unie voor plattelandsontwikkeling worden geprogrammeerd en gemonitord, waarbij, in beginsel, de voorschriften van Verordening (EU) nr. 1305/2013 moeten worden toegepast. Wanneer concrete acties worden ondersteund door de aanvullende middelen uit het EURI, zullen derhalve afzonderlijke specificaties in de beschrijving van de desbetreffende maatregelen in de plattelandsontwikkelingsprogramma’s en nationale kaderprogramma’s worden vereist. In financieringsplannen van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s, nationale kaders en nationale netwerken voor het platteland moeten de aanvullende middelen uit het EURI eveneens afzonderlijk worden vermeld.

    (5)

    Voorts moet in het indicatorplan voor de geselecteerde maatregelen het subtotaal van de geplande output en de met de aanvullende middelen uit het EURI gefinancierde geplande totale overheidsuitgaven afzonderlijk worden vermeld. In de jaarlijkse uitvoeringsverslagen moet in de verslagen inzake de vastgelegde uitgaven per maatregel en aandachtsgebied worden vermeld welke vastleggingen worden gefinancierd met de aanvullende middelen uit het EURI.

    (6)

    In artikel 8, punt h), ii), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 is bepaald dat het financieringsplan een tabel moet bevatten met voor elke maatregel, voor elk soort concrete actie met een specifiek Elfpo-bijdragepercentage, voor het soort concrete actie als bedoeld in artikel 37, lid 1, artikel 38, lid 3, artikel 39, lid 1, en artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013, indien een lidstaat een minimale verliesdrempel van minder dan 30 % toepast, en voor technische bijstand, de totale geplande bijdrage van de Unie en het geldende Elfpo-bijdragepercentage. Aangezien dezelfde regels van toepassing zijn op de bijdragen uit de aanvullende middelen uit het EURI moeten in het financieringsplan, indien van toepassing, voor elke zulke maatregel, voor elk soort concrete actie, de geplande EURI-bijdrage en het geplande EURI-bijdragepercentage worden vermeld.

    (7)

    Bij Verordening (EU) 2020/2220 zijn de artikelen 38 en 39 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 gewijzigd met betrekking tot de minimale verliesdrempel die de lidstaten in hun plattelandsontwikkelingsprogramma’s kunnen vaststellen, op basis waarvan landbouwers voor verliezen kunnen worden gecompenseerd in het kader van de onderlinge fondsen voor ongunstige weersomstandigheden, dier- en plantenziekten, plagen en milieuongevallen en het inkomensstabiliseringsinstrument voor landbouwers uit alle sectoren. Bijgevolg en met het oog op WTO-rapportageverplichtingen, moeten uitgaven voor alle onder artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 vallende risicobeheersinstrumenten en waarbij de minimale verliesdrempel minder dan 30 % bedraagt, afzonderlijk worden gepland en gerapporteerd. In het indicatorplan moeten deze nieuwe programmerings- en planningsvereisten dienovereenkomstig worden vermeld.

    (8)

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (9)

    Gezien de urgentie in verband met de COVID-19-crisis moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in lid 1 wordt punt e) geschrapt;

    b)

    lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    “Programmawijzigingen van de in artikel 11, onder a), i), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde soort mogen in de loop van de programmeringsperiode niet meer dan vier keer worden voorgesteld.”;

    ii)

    de tweede alinea wordt vervangen door:

    “Voor alle andere soorten wijzigingen samen:

    a)

    mag per kalenderjaar en per programma een verzamelwijzigingsvoorstel worden ingediend, met uitzondering van het jaar 2025, waarin meerdere wijzigingsvoorstellen mogen worden ingediend voor wijzigingen die uitsluitend betrekking hebben op de aanpassing van het financiële plan, met inbegrip van eventuele wijzigingen van het indicatorplan die daaruit voortvloeien;

    b)

    mogen per programma in de loop van de programmeringsperiode nog eens vier wijzigingsvoorstellen worden ingediend.”;

    iii)

    in de derde alinea wordt punt b) vervangen door:

    “b)

    indien naar aanleiding van een wijziging van het rechtskader van de Unie een wijziging vereist is, met inbegrip van een wijziging met betrekking tot de verlenging van de looptijd van plattelandsontwikkelingsprogramma’s of een wijziging met betrekking tot de beschikbaarheid van de aanvullende middelen voor het herstel van de landbouwsector en de plattelandsgebieden van de Unie uit hoofde van Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad (*1)

    (*1)  Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 1).”;"

    c)

    lid 3 wordt vervangen door:

    “3.   De lidstaten dienen hun laatste programmawijziging van de in artikel 11, onder a), iii), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde soort uiterlijk op 30 september 2022 bij de Commissie in.

    Andere soorten programmawijzigingen worden uiterlijk op 30 september 2025 bij de Commissie ingediend.”.

    2)

    Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

    3)

    Bijlage VII wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 26 januari 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 18).

    (3)  Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 1).

    (4)  Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23).


    BIJLAGE I

    Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in punt 7, b), wordt punt i) vervangen door:

    “i)

    streefdoelen voor 2025. Streefdoelen houden geen rekening met aanvullende nationale financiering als bedoeld in punt 12, staatssteun in de vorm van aanvullende financiering als bedoeld in punt 13, en de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013;”;

    b)

    in punt 8, 2), wordt punt c) vervangen door:

    “c)

    toepassingsgebied, steunniveau, in aanmerking komende begunstigden en, in voorkomend geval, de methodologie voor de berekening van het steunbedrag of -percentage, waar nodig uitgesplitst per submaatregel en/of soort concrete actie. Voor elke soort concrete actie, een specificatie van de subsidiabele kosten, de subsidiabiliteitsvoorwaarden, de toepasselijke steunbedragen en -percentages en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria. Indien steun wordt verleend aan een financieringsinstrument dat wordt uitgevoerd op grond van artikel 38, lid 4, eerste alinea, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013: beschrijving van het soort financieringsinstrument, algemene categorieën eindontvangers, algemene categorieën subsidiabele kosten en het maximumniveau van de steun. Voor maatregelen of delen van maatregelen die uit de in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde aanvullende middelen worden gefinancierd, wordt een afzonderlijke beschrijving verstrekt;”;

    c)

    punt 10 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de titel wordt vervangen door:

    “Financieringsplan, bestaande uit afzonderlijke gestructureerde tabellen voor de punten a) tot en met d), waarin voor het herstelinstrument van de Europese Unie de in punt e) bedoelde informatie afzonderlijk wordt vermeld:”;

    ii)

    in punt c) wordt punt v) vervangen door:

    “v)

    voor de overeenkomstig de artikelen 38 en 39 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 uitgevoerde concrete acties waarvoor de lidstaat besluit de minimale verliesdrempel tussen 20 en 30 % vast te stellen en voor concrete acties die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 37, lid 1, en artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013, de geldende Elfpo-bijdrage en het indicatieve bijdragepercentage.”;

    iii)

    het volgende punt e) wordt toegevoegd:

    “e)

    Voor de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013:

    i)

    de jaarlijkse bijdrage;

    ii)

    het bijdragepercentage dat van toepassing is op de ondersteunde maatregelen;

    iii)

    de uitsplitsing per maatregel en aandachtsgebied;

    iv)

    de bijdrage voor technische bijstand;

    v)

    wanneer een maatregel of een soort concrete actie wordt uitgevoerd met de bijdrage van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, punten b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, wordt in de tabel afzonderlijk melding gemaakt van de bijdragepercentages voor financieringsinstrumenten en van een indicatief steunbedrag uit het herstelinstrument van de Europese Unie dat overeenkomt met de geplande bijdrage aan het financieringsinstrument;

    vi)

    voor de overeenkomstig de artikelen 38 en 39 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 uitgevoerde concrete acties waarvoor de lidstaat besluit de minimale verliesdrempel tussen 20 en 30 % vast te stellen en voor concrete acties die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 37, lid 1, en artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013, de geldende bijdrage uit het herstelinstrument van de Europese Unie en het indicatieve bijdragepercentage.”;

    d)

    punt 11 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    punt a) wordt vervangen door:

    “a)

    per aandachtsgebied, de kwantitatieve doelstellingen vergezeld van de geplande outputs en de geplande totale overheidsuitgaven van de voor het aandachtsgebied geselecteerde maatregelen, met inbegrip van de subtotalen van deze geplande outputs en de geplande totale uitgaven die uit de in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde aanvullende middelen worden gefinancierd;”;

    ii)

    het volgende punt d) wordt toegevoegd:

    “d)

    de geplande totale overheidsuitgaven met betrekking tot steun op grond van artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, waar de minimale verliesdrempel minder dan 30 % bedraagt.”.

    2)

    Deel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt 4 wordt vervangen door:

    “4.

    Tabel waarin voor de hele programmeringsperiode, per regio en per jaar, de totale Elfpo-bijdrage aan de betrokken lidstaat wordt weergegeven, exclusief de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013, met afzonderlijke vermelding van die aanvullende middelen voor de lidstaat voor de jaren 2021 en 2022”;

    b)

    in punt 5, 2), wordt punt c) vervangen door:

    “c)

    Toepassingsgebied, steunniveau, in aanmerking komende begunstigden en, in voorkomend geval, de methodologie voor de berekening van het steunbedrag of -percentage, waar nodig uitgesplitst per submaatregel en/of soort concrete actie. Voor elke soort concrete actie, een specificatie van de subsidiabele kosten, de subsidiabiliteitsvoorwaarden, de toepasselijke steunbedragen en -percentages en beginselen inzake de vaststelling van selectiecriteria. Indien steun wordt verleend aan een financieringsinstrument dat wordt uitgevoerd op grond van artikel 38, lid 4, eerste alinea, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013: beschrijving van het soort financieringsinstrument, algemene categorieën eindontvangers, algemene categorieën subsidiabele kosten en het maximumniveau van de steun. Voor maatregelen of delen van maatregelen die uit de in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde aanvullende middelen worden gefinancierd, wordt een afzonderlijke beschrijving verstrekt;”.

    3)

    In deel 3 wordt punt 5 vervangen door:

    “5.

    Financieringsplan, waarin het volgende wordt vermeld:

    “a)

    de jaarlijkse Elfpo-bijdrage, exclusief de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013;

    b)

    de totale bijdrage van de Unie en het Elfpo-bijdragepercentage;

    c)

    voor de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013:

    i)

    de jaarlijkse bijdrage;

    ii)

    de totale bijdrage en het bijdragepercentage.”.


    BIJLAGE II

    Bijlage VII, punt 1, b), bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De eerste alinea wordt vervangen door:

    “Informatie over de uitvoering van het POP zoals gemeten door gemeenschappelijke en specifieke indicatoren, met inbegrip van de geboekte vooruitgang met betrekking tot de voor elk aandachtsgebied gestelde doelstellingen en met betrekking tot de gerealiseerde output ten opzichte van de geplande output zoals vastgesteld in het indicatorplan. Te beginnen bij het in 2017 in te dienen jaarlijkse evaluatieverslag, de verwezenlijkingen in de richting van de in het prestatiekader vastgestelde mijlpalen en streefdoelen (tabel F). Aanvullende informatie over de fase van de uitvoering van het POP wordt verstrekt aan de hand van gegevens over financiële verbintenissen per maatregel en aandachtsgebied en de daarmee verband houdende verwachte vooruitgang in de richting van de doelstellingen.”.

    2)

    In de tweede alinea wordt het eerste streepje vervangen door:

    “—

    Tabel A: Vastgelegde uitgaven per maatregel en aandachtsgebied, met afzonderlijke vermelding van deze informatie voor de aanvullende middelen als bedoeld in artikel 58 bis van Verordening (EU) nr. 1305/2013”.


    Top